De tweede pijler

Wie werkt krijgt een gedeelte van zijn of haar loon pas veel later, in de vorm van een pensioen. Dat is een verplichte manier van sparen die behoorlijk omvangrijk is: bij het grootste pensioenfonds, het ABP, gaat het om 20% van het brutoloon boven de €10,100 en dat is veel geld. Het kan zomaar zijn dat je twee van de twaalf maanden per jaar niet betaald wordt maar voor je pensioen werkt.

De werkgevers hebben een nieuwe nota over pensioenen en Trouw schrijft erover:

Weliswaar is het Nederlands pensioenstelsel uniek en iets om trots op te zijn maar het is ook kwetsbaar, zo schrijven de werkgevers in een nota. Boosdoener is onder meer de langere levensverwachting. Versobering is hun remedie.

De vakbonden zien het, dat had u al verwacht, niet zitten. Geen nood, woensdag zal ik proberen een en ander nog eens uit te leggen op Radio 1 (u merkt, als deskundige ben ik zeer gevraagd. En deze keer weet ik er ook nog iets vanaf! Commentaar uiteraard welkom tot 11:00 morgenochtend bedankt; uitzending staat hier (28.1Mb MP3) en dit is alleen uw blogger (8.7Mb MP3).)

Lees verder “De tweede pijler”

Eigen huis met open deur

De vereniging Eigen Huis heeft een onderzoek onder 667 Nederlanders gedaan waaruit blijkt dat ze liever hebben dat anderen hun belasting betalen. Zo vindt

[t]weederde van de eigenwoningbezitters […] dat de OZB vervangen moet worden door een belasting die niet alleen de portemonnee treft van huiseigenaren, maar als een soort ingezetenbelasting bij alle inwoners wordt geheven

iets dat door het ANP gemakshalve wordt vertaald als

[t]wee derde van alle Nederlanders wil dat de gemeentelijke onroerendezaakbelasting (ozb) zo snel mogelijk wordt afgeschaft en vervangen voor een ingezetenenheffing.

Maar er is een verschil tussen zelf geen belasting willen betalen en vinden dat de belastingheffing anders moet. Eigen Huis lijkt vooral het eerste fenomeen op het spoor, een open deur die de inkt van het persbericht niet waard is. Het aangedragen alternatief, “belasting betalen naar rato van het inkomen, en niet op basis van de waarde van hun woning” is in ieder geval economisch minder efficiënt omdat het de arbeidsmarkt nog verder verstoort. Bovendien is het voordeel van gemeentelijke belastingen dat eraan te ontsnappen valt door naar een andere gemeente te verhuizen. Dat lukt bij een rijksheffing veel minder goed.

Verrassender worden de conclusies van EH als je ze omdraait: één op de drie huizenbezitters vindt het prima dat de OZB alleen hen treft en een overgrote meerderheid is goed te spreken over de inschatting van de waarde van hun huis door de gemeente. De helft van het land wil een belastingstelsel alleen op basis van de waarde van de eigen woning.

Nog één mooie conclusie dan, uit het rapport. Let u op de laatste zin.

[Z]es van de tien stelt dat huishoudens bestaande uit drie volwassenen ook drie keer zoveel belasting moeten betalen als éénpersoonshuishoudens. Vooral kleine huishoudens vinden dat.

De mededingingswet

De mededingingswet is tien jaar oud en alsook haar uitvoerder, de NMa. Wat heeft de gewone consument eigenlijk aan die wet?

Bondig samengevat kun je stellen dat de wet voor de kopende consument voor twee dingen zorgt:

  1. Er moet iets te kiezen zijn. Behoudens hele speciale gevallen moet je als koper kunnen kiezen tussen meerdere aanbieders van hetzelfde goed of dienst.
  2. De aanbieders mogen ook niet stiekem als één opereren, door afspraken te maken over prijs of beschikbaarheid.

Wat heeft de consument aan die keuze? Het lijkt misschien wel makkelijker om gewoon met één aanbieder van doen te hebben, dat scheelt keuzestress en zoekkosten. Het grote voordeel van keuze is dit: doordat er mededinging is, worden alle aanbieders gedwongen de consument de best mogelijke deal te bieden.

(Dit alles als voorbereiding voor een optreden op Radio 1, woensdag; update inmiddels hier te beluisteren [28,1Mb MP3] of klik hier [8,6Mb MP3] voor alleen uw blogger. Hieronder gaat het verder, bij voorbaat dank voor uw op- of aanmerking!)
Lees verder “De mededingingswet”

Rokersannuïteit

De lijfrentepolis is een product dat uitbetaalt zolang de eigenaar in leven is. Je stort een bedrag bij de bank, die kijkt naar de verwachte duur van de rest van je leven en betaalt zolang je nog ademt. Dat de Nederlander de lijfrente vaak alleen kent van Monopoly komt omdat we al veel impliciete lijfrentes hebben: het recht op AOW en het aanvullend pensioen zijn in feite lijfrentes. Deze verzekeringen zijn verplicht en dus is de verwachte resterende levensduur van de deelnemers gelijk aan het demografisch gemiddelde. Dat maakt het makkelijk om de noodzakelijke premie uit te rekenen.

Dat geldt niet voor echte lijfrentes die door de bank verkocht worden. Wie weet dat hij een ernstige ziekte onder de leden heeft zal zich niet snel melden voor een lijfrente, en dus ligt de verwachte resterende levensduur van lijfrentehouders hoger. Dit is een beroemd voorbeeld uit het werk van Olivia Mitchell, de verdeling van sterftedatum van lijfrentehouders (Ann) en die van gewone Amerikanen (Pop).

mitchell1.png

Ik weet dat de x-as haast niet te lezen is maar voor lijfrentehouders loopt hij tot 119; dat zegt genoeg.

De reden voor deze uiteenzetting is het nieuws dat er nu ook voor mensen met een lage levensverwachting een lijfrentepolis beschikbaar is, eentje die meer uitkeert dan een gewone polis. Het betreft de polis voor rokers,van de verzekeraar Paerel leven. Een geweldig idee, ondanks dat ik nog moet zien hoe groot de markt werkelijk is. En ongetwijfeld leven de rokers met een lijfrente weer langer dan de rokers zonder annuïteit.

Ook een idee met de nodige risico’s, kijk alleen al naar de perverse prikkels die hier vanuit gaan: wie stopt met roken en het langer dan een maand volhoudt verliest de polis. De verplichting te blijven roken maakt ook de netto opbrengst onzeker, die hangt immers mede af van de prijs van een pakje peuken. En toch, dit kon wel eens het begin zijn van een rokersopstand. Als deze polis aanslaat ligt het voor de hand dat rokers ook bij de impliciete lijfrentes een lagere premie eisen.

Mijn eigen inflatie

De Engelse versie van het CBS heeft een Personal Inflation Calculator die precies doet wat de naam zegt. De gebruiker vult zijn gehele financiële huishouding in, hoopt dat het CBS de data niet doorverkoopt en ziet precies berekend wat er is gebeurd met de prijs van zijn/haar consumptiemandje. Klachten dat de statistici met verkeerde inflatiecijfers komen zijn hiermee verleden tijd. En kijk aan, ook het Nederlandse CBS gaat per april een versie van de PIC aanbieden.

Het invoeren van budgetaandelen van aardappelen, benzine en computers is veel werk, maar misschien nog wel vervelender is dat die aandelen gaan schuiven, juist op het moment dat de prijzen van artikelen op de loop gaan. Nu de benzine duurder is wordt er minder getankt, om maar eens wat te noemen. De echte inflatiecijfers houden daar rekening mee maar ik zou niet weten hoe de PIC dat zou moeten doen. En dan is nog maar de vraag welk nut het persoonlijke cijfer dient. De echte inflatie is de belangrijkste indicator voor het rentebeleid van de ECB, de persoonlijke inflatie een aardigheidje.

Maar uiteindelijk heeft wie wil weten wat er met zijn eigen koopkracht gebeurt een veel beter instrument tot zijn beschikking: bij ongewijzigd inkomen en gedrag voldoet het banksaldo aan het eind van de maand.

Zelf rekenen

De NOS geeft een overzicht van de ontwikkelingen op de wereldmarkten, de afgelopen nacht:

Recordstanden voor olie en dollar / De olieprijs is gestegen tot ruim boven de 100 dollar per vat. Tegelijk is de dollar verder weggezakt. Voor 1 euro moet nu meer dan 1,50 dollar worden neergeteld.

Deze twee gegevens, in hetzelfde bericht, schreeuwen om een simpele berekening. Wat is er gebeurd met de olieprijs in Euros? Want dat maakt nogal uit. Het is mogelijk dat alleen de euro/dollar koers is gestegen, waardoor de olieprijs (in dollars) meestijgt. Dan zijn de gevolgen voor de Nederlandse olieconsument beperkt. Maar als de olieprijs onafhankelijk van de dollar omhooggaat is dat wél merkbaar. De redacteur is hiermee bekend:

De lage stand van de dollar dempt in Europa de gestegen olieprijs. Grondstoffen als ruwe olie worden verhandeld in dollars. Dat betekent dat deze goederen bij een zwakke dollar in euro’s uitgedrukt relatief goedkoper worden.

Nou vooruit dan, rekenen, zou je willen zeggen. Ach, laat ook maar. Hier zijn de gegevens over de koers, hier over de olieprijs.

oliedollareuro1.png

Het afgelopen jaar is de Euro 11% meer waard geworden. Olie in dollars is 67% duurder en in Euros 51% duurder. Met die demping valt het dus wel mee. Relevante informatie, zou je zeggen. (Dit is overigens een goede analyse van de verschillende bewegingen, al weer enige maanden oud.)

Vraag en aanbod

(Voor een weblog met het woord economie in de naam hebben we te weinig berichten met de titel vraag en aanbod. Hier is er een.)

De economische groei over 2007 is hoger uitgevallen dan verwacht. Waar men voorheen op 3 procent rekende, stond de teller volgens het CBS uiteindelijk op 3,5 procent. Wat nu met de groei van 2008?

Directeur Coen Teulings van het Centraal Planbureau (CPB) noemt het ‘onvermijdelijk’ dat dit jaar de economie harder groeit dan 1,75% [de eerder voorspelde groei, red.].

en

DNB-directeur Henk Brouwer stelde in zijn introductiespeech als nieuw kroonlid van de SER dat de economie nu nog profiteert van een overloopeffect van de hogere groei in 2007.

Tja, dat zijn wijze mannen met grote namen. Maar klopt het ook, dat wil zeggen, is de groei dit jaar hoger als die vorig jaar ook hoger was? Je kunt je ook voorstellen dat de economie in deze cyclus tot een bepaald efficiëntieniveau kan komen; als we er vorig jaar al dichterbij zijn gekomen dan verwacht, dan zal de groei dit jaar tegenvallen. Dat is de logica van de snelweg: als we al om 10 uur bij Eindhoven zijn, dan is de overgebleven tijd tot Maastricht niet zo lang meer.

Dit zijn de (nominale) groeicijfers van de afgelopen 15 jaar. De autocorrelatie is 0,63 wat erop duidt dat een jaar met hoge groei inderdaad gevolgd wordt door nog een jaar met hoger dan gemiddelde groei (en omgekeerd). Maar waarom?

groei.gif

Het is het verschil tussen een vraag- en aanbodbenadering. De logica van de snelweg gaat uit van het aanbod: de efficiëntie van producenten neemt toe en dus het BBP. De logica van de directeuren is die van Keynes: de hoge groei in 2007 zorgt voor geld in de zakken en dus voor extra vraag in 2008. Dat klopt misschien wel op korte termijn, maar over meerdere jaren moet dat een keer ophouden. Daarom is het zaak, zegt men, de overschotten te gebruiken om het aanbod op termijn te verhogen, door nu hervormingen door te voeren. Verstandige woorden.

update 21/2: Het overloopeffect, een term die hierboven valt, blijkt een verschijnsel dat voortkomt uit het feit dat er jaar-op-jaar groei gemeten wordt en niet noodzakelijk doordat er een soort traagheid in de groeivoet zit. Een CPBer mailt

[Stel dat de groei] eind december 2007 bijna 1,8% hoger was dan het gemiddelde over heel 2007. Als productiviteit en werkgelegenheid constant blijven op het niveau van 2007 (eigenlijk dus nulgroei in 2008 via de aanbodkant), is het gemiddelde over het jaar 2008 dus toch 1,8% hoger dan in 2007. En dat is de groeivoet die voorspeld moet worden.

Is het daarom toch aanbod in plaats van vraag? Hmm, ik zou zeggen: meetfout. Toch, weer wat geleerd.

66.000% inflatie

Het (jaar-op-jaar) inflatiecijfer voor de maand december in het Afrikaanse land Zimbabwe is 66.212,3%. Dat is absurd hoog, want zoals Teletekst meldt, “Nederland kent een inflatiecijfer van 1,7%”. We hadden het eerder over de situatie.

Is het eigenlijk nog wel voor te stellen, inflatie in die orde van grootte? Hoe vaak worden de prijskaartjes in de Zimbabwaanse winkels eigenlijk vervangen? Dat blijkt aardig mee te vallen. Met deze inflatie zijn de prijzen aan het eind van het jaar 660 keer zo hoog als aan het begin van het jaar. Per dag betekent dat een prijsstijging van 6601/365 is ongeveer 1,8%. Per week gaan de prijzen met ongeveer 13,3% omhoog. Dat zijn getallen die hoog zijn, maar niet astronomisch.

Dit alles laat natuurlijk onverlet dat de situatie in dat land verschrikkelijk is. Goedbeschouwd is het een wonder dat er iemand nog tijd heeft om dit soort cijfers te berekenen.

Bruto regionaal inkomen

Ach, is het al weer mid-februari? Die tijd van het jaar dat Eurostat de BBP-cijfers van Europese regio’s publiceert? Inderdaad, die cijfers komen vandaag uit [pdf]. Zie vooral onze berichtgeving van vorig jaar deze tijd, waarin we nog eens ingingen op het verschil tussen BNP en BBP, de rol van forenzen en het verschil tussen productie en looninkomen.

Door de gestegen olie- en gasprijs is Groningen dit jaar de Nederlandse provincie met de hoogste productie per inwoner (vorig jaar stond Utrecht bovenaan). Omdat productie niet automatisch looninkomen is en sommige mensen die in Groningen werken in Drenthe wonen, zegt dat niet zoveel over het inkomen van de gemiddelde Groninger. Eens kijken wat het ANP er dit jaar van bakt.

Groningen staat op de tiende plaats van rijkste regio’s als wordt gekeken naar het bruto nationaal product (BNP) per inwoner. […] Eurostat tekent daarbij aan dat de cijfers een beeld geven van de totale economische activiteit in de Europese regio’s. Forenzen kunnen de productie sterk doen stijgen, maar dat betekent niet dat het BNP per huishouden automatisch ook zo hoog ligt. De regio Utrecht (13e) is de één-na-rijkste van de Nederlandse regio’s.

Goed, let op: per capita getallen geven géén beeld van de totale economische activiteit. Wat betreft het BNP per huishouden, dat ligt juist wel automatisch hoog als het BNP per inwoner dat ook is (tenzij er grote regionale verschillen in de gemiddelde huishoudgrootte zijn). Alleen gaan de cijfers daar niet over. Eurostat meet BBP per inwoner (zie vorig jaar). Daar heeft het huishouden weer niets aan omdat het geen inkomen is. Het is dan ook niet juist om van regionale rijkdom te spreken, want Groningen wordt niet rijk van haar aardgas. Dat is veeleer de regio Den Haag.

Volgend jaar nog maar een keer proberen? (update 13/2: de Groningers zijn er ook niet gelukkig mee. Maar klagen bij Eurostat lijkt mij niet de juiste oplossing.)
Lees verder “Bruto regionaal inkomen”

Premies voor het EK

Zo langzaamaan lekken de bedragen uit die voetballers ontvangen bij succes op het aanstaande EK. Twee mogelijke opvattingen worstelen bij mij om voorrang. Ten eerste zou je denken dat voetballers in nationale elftallen toch al rijk zijn, meedoen voor de eer en dat de premies geen effect hebben op het gedrag. Maar de bedragen zijn fors en dus denken de voetbalbonden, die de spelers beter kennen dan ik, daar kennelijk anders over.

Maar gegeven dat het ontvangen van honderdduizend euro een voetballer motiveert, is het dan niet gevaarlijk om de hele beloningsstructuur van tevoren bekend te maken? Zo wordt het wel erg makkelijk voor de tegenstander om het op een akkoordje te gooien. Stel dat een verder kansloos land Duitsland in de poule van een plaats in de kwartfinales af kan houden. Het is bekend dat de Duitsers bij plaatsing daarvoor minimaal 50.000 euro ontvangen. Dat is belangrijke informatie om tijdens de rust eens te onderhandelen over medewerking aan een gunstige uitslag. (We besteedden hier eerder aandacht aan.)

Voetballers moeten zelf natuurlijk onmiddelijk hun recht op premie ruilen met dat van de tegenstander. Een Nederlandse voetballer kan, door short te gaan in zijn eigen premie en long in die van de tegenstanders, zijn verwachte opbrengst flink verhogen. Wint hij het EK, dan zijn de overige inkomsten (beter contract, reclame) hoog, om niet te spreken van het geluk. Verliest hij, dan keert één van zijn premies uit. Nederlandse supporters kunnen ook beter niet wedden op Oranje.