Accijnsverlaging

Het kabinet wil het “koopkrachtverlies verzachten, met name voor de lage inkomens“. Naar verluidt onder meer door de accijns op brandstoffen te verlagen. Toch maar even op een rijtje waarom dat een spectaculair slecht plan is.

  1. Vestzak-broekzak. Belasting is iets wat wij als volk gezamenlijk opbrengen. Lagere belastinginkomsten betekenen een hogere overheidsschuld die later toch weer door ons zelf terugbetaald moet worden. Het is dus een beetje alsof je naar de bank gaat, daar geld leent en vervolgens juichend naar buiten komt omdat je nu meer te besteden hebt.
  2. Maar het wordt erger. Vooral de grootverbruikers van benzine zullen profiteren van die accijnsverlaging. En dat zijn niet de lage inkomens. Integendeel, de helft van de lage inkomens heeft niet eens een motorvoertuig. (via)
  3. Het wordt nog erger. Een belasting raakt alle spelers op een markt, niet alleen degene die de rekening betaalt, zie tax incidence. Uiteindelijk wordt die accijns dus deels opgebracht door consumenten, deels door producenten. Verlaging van de accijns zal dus deels ten goede komen van de Nederlandse consument, deels van de buitenlandse producent. Rusland bijvoorbeeld. Goed, Nederland is maar een kleine speler op de internationale markt dus groot zal dit effect niet zijn, maar toch.
  4. Het wordt nog erger. Benzineconsumptie leidt tot negatieve externe effecten; milieuvervuiling en files. Belastingen zijn een goede manier om de private kosten meer in lijn te brengen met de maatschappelijke kosten, zie Pigouviaanse belasting. Het verlagen van die accijnzen slaat de verhouding tussen beide kosten juist weer verder uit het lood. (Noot: daarbij ga ik er van uit dat de huidige accijnzen lager zijn dan de externe effecten, maar dat lijkt me het geval).

Ergo: verlaging van de benzine-accijns betekent vooral het subsidieren van rijken en olieproducenten, ten koste van het ganse Nederlandse volk en het milieu. Moesten we maar niet doen.

Haken en ogen aan de overdrachtsbelasting

Kijk, daar zijn de wijzigingen in de belastingtarieven per 1 januari volgend jaar:

Tweet van het Ministerie van Financiën

Veel regelingen kennen een gradueel verloop, door het ministerie verduidelijkt met handige grafieken zoals hieronder voor de algemene heffingskorting:

Dat is prettig, want dan weet je als belastingbetaler dat de marginale impact van je gedrag nooit erg groot is. Als je een beetje meer verdient, betaal je een beetje meer, enzovoort. Hoe groter het marginale effect, hoe beter je op moet letten, zie dit extreme voorbeeld.

Als jonge econometrist heb ik nog moeten leren hoe je om moet gaan met gedragsveranderingen door “corners, kinks en holes” die vaak door beleid ontstaan. Bijvoorbeeld doordat de heffingskorting boven de €21.043 begint te dalen, zoals de grafiek laat zien. Later werd het nog een sport om bijna willekeurige behandelingen op te speuren om te kijken hoe mensen daarop reageren. Maar voor efficiënt belastingheffen is het doel juist om het gedrag zo min mogelijk te verstoren. Daarbij helpt een heffing met zo weinig mogelijk harde grenzen.

Dat is helaas niet gelukt bij het aanpassen van de overdrachtsbelasting, de tax die je betaalt bij aankoop van een huis.

Vanaf 2021 betalen woningkopers jonger dan 35 jaar, die een huis kopen en daar zelf in gaan wonen, eenmalig geen overdrachtsbelasting. Dat scheelt hen 2% van de aankoopprijs. Vanaf 1 april 2021 geldt de aanvullende voorwaarde dat de woning niet duurder mag zijn dan € 400.000. Kopers van 35 jaar of ouder die in de woning gaan wonen betalen 2%. Andere kopers, zoals beleggers, gaan 8% betalen.

rijksoverheid.nl.

Ik tel hier vier harde grenzen: twee data, een leeftijd en een bedrag. Op al deze grenzen verandert het tarief enorm: woningen van €399,999 gaan zonder belasting weg, een huis van €400,001 kost opeens €8,000 extra – tenzij het februari is, maar mits de koper niet in januari 1985 is geboren.

Grote marginale effecten veranderen het gedrag. En dus moeten “andere kopers” hun slag slaan voor Oud en Nieuw, jonge mensen met dure woonwensen daarna, maar absoluut vóór 1 april, en wie bijna 35 is liefst voor zijn of haar verjaardag. Naast het prijsopdrijvend effect van de vrijstelling (zie eerder) ligt het voor de hand dat dit gaat leiden tot overhaaste beslissingen, alsmede tot rare streken om het bedrag onder de vier ton te houden. Dat gaat ongetwijfeld tot mooie verhalen leiden, maar de economie is daarmee niet gediend.

Update maart 2021: wie had dat nou kunnen voorspellen?

De Volkskrant 13-3

Een waterdicht BTW-systeem

En nu iets leuks uit mijn vakantie. Elke bon die ik kreeg van een Kroatische verkoper, of het nou de serveerster op het terras was, of de beheerder van de grote glijbaan langs de kant van de weg, was voorzien van een mysterieuze code. Mijn Kroatisch is niet geweldig, zodat mij de aanduiding “JIR” niet meteen iets zei, maar ik moest erachter komen wat de getallen voorstelden.

kroabon

Gelukkig was er Wifi en zo kwam ik op dit paper [pdf], dat in het Engels kort uitlegt waar het hele systeem voor bedoeld is. Op het moment van verkoop maakt de verkoper contact met een computer van de overheid en meldt de transactie aan; hij/zij krijgt de code terug als bewijs dat dit gebeurd is, en print die op de bon. Om er zeker van te zijn dat de verkoper geen codes uit zijn duim zuigt, kan de klant thuis (of op zijn telefoon) checken of de overheid ook echt van de transactie weet, door de code op een website te valideren.

Waarom dit alles? Wel, als de overheid op de hoogte is van alle transacties, zelfs als die met cash worden voldaan, is het heffen van BTW een stuk simpeler. Waar andere landen vertrouwen op een bonnetje zonder code (zie #24 hier) of met enigszins vreemde plannen komen, lijkt dit systeem behoorlijk waterdicht. Dat veronderstelt wel dat de klanten af en toe hun code checken (32 getallen lang – da’s veel voor mensen met dikke vingers) en de ambtenaren onkreukbaar. Maar ambtieus is het systeem zeker. Het zal niet toevallig zijn dat ik het aantref in een land dat pas recent bestaat: een mooi voorbeeld van leapfrogging.

Money! Money! Money!

Dat belastingen gedrag beinvloeden wist u natuurlijk al lang. Dat betreft zelfs de meest essentiele gebeurtenissen des levens: geboorte en dood.

Nu we het toch over het Eurovisie Songfestival hebben: eerder dit jaar onthulde Björn Ulvaeus waarom Abba in de jaren ’70 en ’80 zulke extravagante kleding droeg: voor de Zweedse belastingen was hun kleding slechts fiscaal aftrekbaar als het met goed fatsoen niet op straat gedragen kon worden.

Stimulus 2.0

Welja, nemen we even een paar weken vakantie van dit economische weblog, zit meteen de hele economie in een liquiditeitsval. Werkloosheid torenhoog, investeringen in het putje. Het zou helpen als de bestedingen eens lekker aan zouden trekken.

Maar helaas. Net nu het geld in beweging zou moeten komen zijn de burgers plots bevangen door een grote spaar- en ontschuldzin. In normale gevallen verlaag je dan de rente, maar die staat al zo dicht bij nul dat zelfs sparen in een oude matras aantrekkelijk begint te worden. Is er dan niemand die raad weet?

De traditionele econoom merkt op dat de nominale rente misschien niet verder omlaag kan, maar de reële rente best nog wel wat kan zakken. Als we nou, om te beginnen, de inflatiedoelstelling eens richting de vier procent konden krijgen. Dan verdwijnt, bij nul procent rente, ieder jaar een fors gedeelte van de koopkracht van het spaartegoed. Dat zal die luie rijkaards wel naar de P.C. Hooftstraat jagen!

Een nadeel is natuurlijk dat zoiets zich eerst helemaal in de verwachtingen van consumenten moet werken. Die waren net lekker verankerd, en voordat zo’n nieuwe doelstelling een beetje effect heeft ben je jaren verder.

Nee, dan de minder traditionele economen. Een slimme beweging, die wordt geleid door een dappere Galliër, heeft zich laten inspireren door mijn eerdere blog “dreigen is genoeg”. Hun wapen: een boek van 970 pagina’s dat in lezers het onbedwingbare verlangen losmaakt om belasting te gaan heffen op vermogen. Het werk, dat wordt uitgebracht op hetzelfde moment dat in heel Europa het bankgeheim wordt opgeheven, heeft zijn effect op vermogende consumenten niet gemist.

De kracht van de suggestie doet hier zijn Keynesiaanse werk. Zonder dat er feitelijk iets hoeft te gebeuren wordt de burger richting het winkelcentrum gedirigeerd, om ons daar snel uit de liquiditeitsval te verlossen. Met een beetje geluk wordt Thomas Pikkety daarmee de Roosevelt van de 21e eeuw.

Belastinggarantie

Er is opnieuw onderhandeld en hopelijk slikt u de plannen deze keer wel. Toch staan de gezichten in Nieuwspoort serieus, want uiteraard zal ook deze keer niet de hele puntenwolk getemd zijn. Zo hoorde ik Halbe Zijlstra net zeggen dat er voor niemand in Nederland een koopkrachtgarantie is. Eerder vandaag schreef de Volkskrant ook al iets dergelijks in het commentaar:

Koopkrachtplaatjes zijn bedoeld om een gemiddeld effect van beleid te berekenen. Bij gemiddelden horen onvermijdelijk uitschieters. En gemiddelden kunnen per definitie niet worden doorberekend in 7,3 miljoen individuele huishoudboekjes.

Dat lijkt me wat weinig ambitieus. Natuurlijk kan de overheid voor niemand de koopkracht garanderen, maar een garantie op de belastingdruk, is dat teveel gevraagd? Ik moest denken aan de VS, waar ze eind jaren zestig met het omgekeerde probleem worstelden. Bij de onvermijdelijke uitschieters hoorden daar 155 huishoudens van de categorie zeer rijk, die door allerlei omstandigheden toch geen cent belasting betaalden. Om dit soort uitwassen te voorkomen voerde de regering daarop de Alternative Minimum Tax in, een parallel belastingsysteem dat meestal lager uitkomt dan de reguliere belasting. Maar mocht iemand op de reguliere wijze minder betalen dan de AMT, dan treedt de regel in werking dat alsnog de AMT betaald moet worden.

Wat let de Nederlandse regering om een Alternatieve Maximum Belasting in te voeren? We bewaren de software om de inkomstenbelasting voor 2012 te berekenen en vergelijken het bedrag waar de burger in 2013 op uitkomt met dat wat hij onder de oude regels zou moeten betalen. Vervolgens kan de wetgever beslissen dat niemand, ten opzichte van 2012, meer dan 4%-punt meer belasting mag betalen. Of een ander, politiek aanvaardbaar, getal. De puntenwolk wordt zo van onderen afgeplat.

Ontegenzeggelijk wordt het belastingstelsel er daarmee niet simpeler op, maar de provisie hoeft niet voor altijd te gelden. Al na het eerste jaar is duidelijk of er geen belangrijke groepen burgers benadeeld worden door de nieuwe regels. Het risico voor die gevallen ligt, in dat eerste jaar, bij de overheid. Die kan dat makkelijk dragen, en het bevrijdt burgers van onzekerheid die leidt tot terughoudendheid bij economische beslissingen.

Hoeveel belasting betaal je in je leven?

Dat is de leukste vraag die het blad Quest dit jaar binnenkreeg van zijn lezers. Ze lieten het uitrekenen door het Nibud en het antwoord blijkt te zijn: 1,1 miljoen euro.

Dat getal roept meer vragen op dan het beantwoordt. Goed, het gaat kennelijk om een modelgezin en de accijnzen, BTW en de overdrachtsbelasting worden ook meegenomen. Maar alle belasting over een mensenleven, die betaal je over een periode van decennia. Hoe wordt al dat geld contant gemaakt? Of is een gulden die ik in 1980 aan BTW betaalde hetzelfde waard als de 45 eurocent die ik vandaag inleverde? We moeten wachten tot het tijdschrift uitkomt, maar ik ben er niet gerust op.

Geïnteresseerden kunnen beter even even dit paper van Harry ter Rele en Claudio Labanca van het CPB ophalen. In figuur 3.3 laten de auteurs precies zien hoeveel belasting Nederlanders van alle leeftijden gemiddeld betaalden in het jaar 2008: Lees verder “Hoeveel belasting betaal je in je leven?”

Lachen en huilen met multipliers

Het is natuurlijk een treurige crisis waar we met z’n allen inzitten. Gelukkig valt er af en toe nog wat te lachen. Van de week bijvoorbeeld. Het begon, zoals zo vaak, met een tweet:

Slightly wonkish, dat klinkt als een lekkere versnapering tussen het serieuze wonk-werk door. Lees verder “Lachen en huilen met multipliers”

Gemeente/Gevangene

In het Prisoner’s Dilemma (zie eerder hier) is er een gemeenschappelijk belang en een prikkel om daartegen in te gaan. Doen er meer dan twee mensen mee, dan ontaardt het probleem in een Tragedy of the Commons (hier). In beide gevallen heeft het iets tragisch, eigenbelang verpest het voor iedereen, de goeden moeten maar onder de kwaden lijden, u kent het wel.

Nou is een Commons in sommige gevallen een natuurlijk gegeven (zie: het leegvissen van de zee) maar er zijn er ook die met opzet zo bedacht zijn. Wist u bijvoorbeeld dat, als Nederlandse gemeentes gemiddeld genomen de belastingen teveel verhogen, de centrale overheid ze allemaal straft met een korting? Voor een enkele gemeente is een verhoging van de ozb dus alleen nuttig als anderen het niet doen. Drie keer raden wat er gebeurt.

De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt dit jaar met 4,0 procent. Dat is meer dan de 3,75 procent die als bovengrens was afgesproken.

en

Wethouder financiën Ruud Luchtenveld van Lelystad hoopt ook dat de sanctie uitblijft. Lelystad heeft dit jaar de ozb-inkomsten juist verlaagd met 6%. ‘Het zou toch niet eerlijk zijn als wij de dupe worden van lastenverhoging in andere gemeenten.

Nou is het al onfortuinlijk als de natuur ons opscheept met een Commons, maar gegeven dat het gedrag van alle gemeentes toch al geobserveerd wordt, moet dit vast slimmer kunnen.