Bruto regionaal inkomen

Ach, is het al weer mid-februari? Die tijd van het jaar dat Eurostat de BBP-cijfers van Europese regio’s publiceert? Inderdaad, die cijfers komen vandaag uit [pdf]. Zie vooral onze berichtgeving van vorig jaar deze tijd, waarin we nog eens ingingen op het verschil tussen BNP en BBP, de rol van forenzen en het verschil tussen productie en looninkomen.

Door de gestegen olie- en gasprijs is Groningen dit jaar de Nederlandse provincie met de hoogste productie per inwoner (vorig jaar stond Utrecht bovenaan). Omdat productie niet automatisch looninkomen is en sommige mensen die in Groningen werken in Drenthe wonen, zegt dat niet zoveel over het inkomen van de gemiddelde Groninger. Eens kijken wat het ANP er dit jaar van bakt.

Groningen staat op de tiende plaats van rijkste regio’s als wordt gekeken naar het bruto nationaal product (BNP) per inwoner. […] Eurostat tekent daarbij aan dat de cijfers een beeld geven van de totale economische activiteit in de Europese regio’s. Forenzen kunnen de productie sterk doen stijgen, maar dat betekent niet dat het BNP per huishouden automatisch ook zo hoog ligt. De regio Utrecht (13e) is de één-na-rijkste van de Nederlandse regio’s.

Goed, let op: per capita getallen geven géén beeld van de totale economische activiteit. Wat betreft het BNP per huishouden, dat ligt juist wel automatisch hoog als het BNP per inwoner dat ook is (tenzij er grote regionale verschillen in de gemiddelde huishoudgrootte zijn). Alleen gaan de cijfers daar niet over. Eurostat meet BBP per inwoner (zie vorig jaar). Daar heeft het huishouden weer niets aan omdat het geen inkomen is. Het is dan ook niet juist om van regionale rijkdom te spreken, want Groningen wordt niet rijk van haar aardgas. Dat is veeleer de regio Den Haag.

Volgend jaar nog maar een keer proberen? (update 13/2: de Groningers zijn er ook niet gelukkig mee. Maar klagen bij Eurostat lijkt mij niet de juiste oplossing.)
Lees verder “Bruto regionaal inkomen”

Hoeveel rijken ontvluchten Nederland?

België opgelet, want de Nederlandse rijken staan te trappelen om ons land te verlaten. Een onderzoeksbureau heeft 480 mensen gebeld met een inkomen van minimaal 2,5 tot 3 keer modaal.

Zeker 4 procent overweegt in ieder geval in 2008 fiscaal de grens over te gaan om daar belastingplichtig te worden. […] Volgens de onderzoekers zijn het vooral de allerrijksten […] ‘Zeker 9 procent trekt de grens over’

Juist. Het gaat me vandaag niet om het vrijblijvende “overweegt in ieder geval” maar om de manier waarop een statistiek de wereld ingebracht wordt. Zeker 4 procent van 480, dat moet haast wel 4.17 procent zijn, oftewel 20 rijken die telefonisch hebben aangegeven te willen verhuizen. Gebruikmakende van een binomiaalverdeling kunnen we de likelihood functie van het werkelijke percentage berekenen. Die ziet er zo uit:

Likelihood rijken

Er is enige onzekerheid rondom het werkelijke percentage, geeft deze functie aan. Die ontstaat omdat niet alle rijken zijn geïnterviewd, maar slecht 480 van hen. Afgaande op de grafiek ligt het werkelijke percentage waarschijnlijk ergens tussen de 2,5 en de 6,5 procent. Om hier het predikaat zeker 4 procent aan te hangen is wat optimistisch.

Echt speculeren wordt het bij de zogenaamde allerrijksten

Lees verder “Hoeveel rijken ontvluchten Nederland?”

Een marathon lopen

Aanstaande zondag wordt de marathon van New York verlopen. Er zijn vele manieren waarop economische inzichten toe te passen zijn in het hardlopen, dat uiteindelijk ook het efficiënt omgaan met schaarse middelen is. Jaren geleden schreef ik daar in dit stuk al eens over. Daarin ook het bekende commitment probleem van vrijwel alle sporters: hoe kun je ervoor zorgen dat je de zware trainingen volhoudt als je er, op het moment van training, prikkels zijn om het rustig aan te doen? (Helaas, ik kende destijds dit artikel van Schelling nog niet, dat een natuurlijke referentie is). Oplossing: om een meertje lopen zodat je niet af kunt snijden.

Sommige wetenschappers stellen dat het lopen van een marathon slecht is voor het lichaam. Dat is natuurlijk maar een partiële analyse. Het inschrijven voor een marathon is het doen van een commitment dat leidt tot vele uren nuttige training. Daarbij valt de schade op de dag van de race in het niet.

In New York doen traditiegetrouw veel Nederlanders mee, waaronder vaak onze royalty. Je zou zeggen dat al die pop- en tv-sterren het niveau van het Nederlandse contingent naar beneden halen, maar dat valt erg mee. De Nederlanders doen het in New York beter dan de gemiddelde deelnemer. Dat is misschien wel te verklaren met het Alchian-Allen theorema.

Lees verder “Een marathon lopen”

De productie van de Maffia

Op diverse plekken wordt bericht over een onderzoek naar de omvang van de Italiaanse maffia. In de Volkskrant schrijft Olav Velthuis

Als haar activiteiten in de officiële statistieken werden meegenomen, zou de maffia 7 procent van het bruto binnenlands product in Italië voor haar rekening nemen.

Wat doet de maffia dan zoal?

Het geld komt voornamelijk uit gokken, afpersing, smokkel, woekerrentes, diefstal en internetpiraterij. In drie jaar tijd zouden 165.000 winkels en bedrijven na afpersing en andere maffiapraktijken de poorten hebben moeten sluiten.

Uit dat lijstje blijkt dat de opmerking over het BBP maar gedeeltelijk klopt. Het bruto binnenlands product is, zoals u misschien weet, de optelsom van de alle toegevoegde waarde in een land in een jaar. Een winkel die voor €1 miljoen inkoopt en voor €2 miljoen verkoopt voegt maar €1 miljoen toe aan het BBP en geen twee. En waar het de activiteiten afpersing, diefstal en internetpiraterij betreft kunnen we de toegevoegde waarde rustig op nul stellen: de winst van de maffia is gelijk aan het verlies van de slachtoffers.

Anders ligt dat bij gokken, smokkel en woekerrentes. Hier biedt de maffia een dienst die op de legale markt niet beschikbaar is. Het geld dat hiermee verdiend wordt zou je inderdaad in het BBP op kunnen nemen.

Overigens draagt de maffia al lang bij aan het BBP van Italië, maar op een indirecte manier. De kosten van politie, beveiligers, gevangenissen en het opstellen van het rapport maken daar allemaal deel van uit.

Lees verder “De productie van de Maffia”

Prutsers

Het ANP meldde dit weekend, op last van onderzoeksstichting FOM:

Natuurkunde is wereldwijd het meest invloedrijke vakgebied van de Nederlandse wetenschap. In internationale vaktijdschriften worden artikelen van in Nederland werkzame fysici 56 procent vaker geciteerd dan gemiddeld.

Leuk natuurlijk voor de natuurkundigen, maar uiteraard wij zijn meer geinteresseerd in hoe de economen het doen. Niet best, zo blijkt als we verder lezen:

Van de 22 geïnventariseerde disciplines eindigden alleen neurowetenschappen en de combinatie economie en bedrijfskunde onder het wereldgemiddelde.

Wat door Nederlandse economen/bedrijfskundigen wordt geschreven, wordt gemiddeld door vakbroeders dus minder geciteerd dan wat door buitenlanders wordt geproduceerd. Met andere woorden: wij produceren teveel nietszeggend geneuzel.

Toch lijkt de conclusie van FOM (let wel: een lobbyclub van fundamenteel natuurkundigen) wat kort door de bocht. Lees verder “Prutsers”

Naar de stad

Vorig jaar zijn binnen Nederland 652.302 mensen verhuisd. Wat is de trend? Leest u even mee:

Een op de zeven mensen die vorig jaar zijn verhuisd, verkaste naar een van de vier grote steden.

Aha. Dan zal het wel druk worden in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, zo onderhand? Dat blijkt reuze mee te vallen. Want hoewel het persbericht van het CBS dezelfde strekking heeft, kan de echte geïnteresseerde de achterliggende cijfers zo naar boven halen. (Hetgeen overigens fantastisch is, maar dat terzijde).

Bent u er klaar voor? Totaal aantal mensen dat vorig jaar naar de grote stad verhuisde: 90.276. Totaal aantal mensen dat uit de grote stad verhuisde: 90.203. Netto stroom naar de stad, immigratie, geboorte en sterfte daargelaten: 73 personen.

Statistiek in de trein

Ik typ dit verhaal in de trein. In het openbaar vervoer is weinig te doen, terwijl je er veel tijd doorbrengt. Dat verklaart de veelheid van theorieën over het OV.

Neem bijvoorbeeld het psychologische effect van vertragingen, dat veel groter is dan dat van een file in het autoverkeer. Vijf minuten later met de trein en iedereen zit te zuchten; vijf minuten file en je hoort er nooit iemand over. Dat heeft te maken het feit dat de opportunity costs in het OV zo in het oog springen. Een trein komt te laat binnen en je hebt je voor niks naar het station gehaast. Als je daarentegen vast staat op een plek waar 5 minuten geleden nog geen file was, dan kom je daar nooit achter.

Ik zit trouwens alleen op deze plek, net naast de deur aan het begin van de coupé. Daar is namelijk de optiewaarde van het verder zoeken naar een rustige zitplaats het grootst. Mensen die binnenkomen en mij hier zien zitten kunnen erbij gaan zitten of verder lopen door de rest van de coupé, op zoek naar een plek met meer ruimte. Hoe groter de rest van de coupé, hoe eerder men dat doet en dus zit ik altijd meteen aan het begin, zoals dat heet, pontificaal.

Lees verder “Statistiek in de trein”

Regiorijkdom

Economen meten de totale productie in een land en noemen dat BBP: bruto binnenlands product. De opbrengst van de productie wordt onder de eigenaren van de productiefactoren (de werknemers en aandeelhouders, onder meer) verdeeld en vormt voor hen een inkomen.

Er is nog een andere maatstaf: BNI, of bruto nationaal inkomen. Daarbij kijk je niet naar het land waar de productie plaatsvindt, maar naar de nationaliteit van degene die het inkomen verdient. Soms maakt dat verschil, bijvoorbeeld als een buitenlands bedrijf een fabriek in Nederland heeft. Het Nederlands BNI is hoger dan ons BBP omdat we veel in het buitenland investeren en netto eigenaar zijn van buitenlandse factoren. Maar veel scheelt het niet en dus maakt men zich in de pers niet zo druk over dit onderscheid.

Wat je voor landen kunt doen, kan ook voor provincies. Kijk maar: Eurostat heeft voor alle Europese `provincies’ het BBP per inwoner berekend. In ons land wordt in Utrecht het meest geproduceerd per inwoner, in Flevoland het minst. Maar op provincieniveau speelt het BBP-BNI probleem veel meer dan op landelijk niveau. Immers, in Flevoland wonen veel mensen die overdag in Noord-Holland of Utrecht werken. Zij tellen wel mee in de noemer, maar niet in de teller van het Flevolands product per inwoner.

Dat zie je duidelijk als je het zeer hoge BBP per inwoner van Groningen (net onder Utrecht, gelijk met Noord-Holland) bekijkt. Daarin zit onder meer de opbrengst van de gaswinst, die wordt toegerekend aan het inkomen van de Groningers zelf. Helaas voor hen liggen de werkelijke eigendomsverhoudingen anders. Het is dus niet juist om te schrijven dat inwoners van Utrecht in Nederland het meeste geld verdienen als het om deze statistieken gaat. Iets waar Eurostat overigens ook voor waarschuwt.

update: Inmiddels heeft nu.nl het bericht geactualiseerd en verbeterd (behalve de kop). Voor de geschiedenisboeken hieronder het origineel.

Lees verder “Regiorijkdom”

Correlatie en oorzaak

Steve Dubner, een van de auteurs van Freakonomics, is enthousiast over de nieuwe service Swivel. Op die site kunnen gebruikers data uploaden, waarna anderen het ook kunnen bekijken, er grafieken van gemaakt worden en, en daar gaat het om, er automatisch gecorreleerd wordt met andere data.

Op die manier kun je, zo is de gedachte, interessante patronen ontdekken. Zoals deze: als de temperatuur heel hoog of heel laag is, gaat het energieverbruik omhoog. Maar dan natuurlijk iets onverwachts.

Aan de ene kant opent dit de deur voor de amateur-analyticus, zoals Google Earth dat deed voor de amateur-archeoloog. Dat lijkt inderdaad goed nieuws. Aan de andere kant kun je zo weinig afleiden uit correlatie, het gegeven dat twee grootheden met elkaar meebewegen. Als eerstejaars student kreeg ik, om dat duidelijk te maken, grafieken te zien van het Nederlands geboortecijfer over de jaren en van het jaarlijks aantal geobserveerde ooievaars. Perfecte correlatie: beiden gingen sinds 1950 strak naar beneden. Het probleem zat ‘m in de interpretatie.

Geld-erland

De Lotto keert, op basis van een willekeurige trekking, geldbedragen uit. Waar vallen de meeste prijzen?

Zuid-Holland staat op nummer één als het gaat om het aantal winnaars van minstens een miljoen. De afgelopen drie jaar kregen dertien bewoners van die provincie een bedrag met zes nullen op hun rekening bijgeschreven. Noord-Holland staat op nummer twee met negen miljonairs in dezelfde periode, Gelderland op nummer drie met acht miljonairs. (de Volkskrant)

Niet verrassend, natuurlijk, want Zuid Holland is ook de provincie met de meeste inwoners. Als daarvoor corrigeert zie je pas wie er echt geluk heeft. In Zuid-Holland heeft één op de 200,506 inwoners de afgelopen drie jaar een miljoen in de Lotto gewonnen; in Noord-Holland is dat één op de 130,143, en in Gelderland één op de 46,443. De kans om in het Gelderse via de Lotto miljonair te worden is dus 4,3 keer zo groot als in Zuid-Holland. Of Gelderlanders spelen vaker mee, natuurlijk.