De keuze voor een nieuwe DVD-standaard

Toen honderd jaar geleden in ons dorp de eerste videotheek opende was de winkel opgedeeld in drie stukken. Links VHS, rechts Betamax. Achterin een stelling met Video 2000, de standaard van Philips. Die verdween het eerst. Tussen Betamax en VHS bleef het nog even spannend. Voor jonge toeschouwers was het duidelijk dat Betamax de betere standaard was: kleine, stevige cassettes in plaats van die onhandige plastic dozen met VHS tape. Toch verdween uiteindelijk Betamax en werd het allemaal VHS.

Netwerkexternaliteiten. Er zijn grote voordelen verbonden aan het gebruik van één standaard: de videotheek hoeft de zaak niet te splitsen en de consument hoeft niet te twijfelen over het type videorecorder. Zelfs als de inferieure standaard de enige is, is dat nog een verbetering ten opzichte van de situatie met twee standaarden. En technologisch superieure oplossingen kunnen het onderspit delven tegen standaarden met een voorsprong op de markt.

Meer voorbeelden van netwerkexternaliteiten staan in Brian Arthur’s bekende boek. Belangrijk kenmerk is de padafhankelijkheid, het idee dat toevallige ontwikkelingen de beslissing voor een standaard kunnen beïnvloeden en uiteindelijk een proces op gang brengen waarin één standaard beslissend uitloopt op de andere.

Iets dergelijks lijkt nu gebeurd in de keuze voor een nieuwe DVD-standaard, waar de keuze gaat tussen Blu-ray en HD DVD. Na de beslissing van een filmstudio om wel op de één, niet op het andere formaat uit te brengen lijkt Blu-ray het te gaan winnen. De verkopen van HD DVD units kelderden meteen. Dat er eindelijk een keuze is, is goed voor de consument. Maar het is zeker geen teken dat Blu-ray technologisch superieur is.

En daar ging de AEX

Het is pas een bloedbad als de eerste belegger van het balkon springt en zover is het volgens mij nog niet, maar de beurs gaat hard achteruit. De oorzaak daarvan ligt niet in Nederland: de conjunctuur is hier goed te noemen en onze banken zijn niet buitengewoon getroffen door de kredietcrisis. Maar omdat de bedrijven die in Amsterdam genoteerd zijn vooral in het buitenland hun geld verdienen klapte de beurs toch in.

Nu loopt de conjunctuur in Nederland alsnog gevaar. Ten eerste omdat we als land zeer afhankelijk zijn van de wereldhandel, en een recessie in andere landen ons uiteindelijk dus ook zal besmetten. En ten tweede vanwege die lagere koersen op het Damrak: dat gaat ten koste van het inkomen van Nederlandse consumenten, maakt het voor bedrijven moeilijker om kapitaal op te halen en zorgt voor hogere pensioenpremies onder de strenge regels voor dekking. Dit alles haalt de vaart uit de economie. En dat zeg ik niet alleen.

Dit slimme stuk in de NRC stelt dat die “koude douche” misschien niet eens zo erg is. Nederland leek namelijk hard op weg naar een oververhitting, stelt men, en de mogelijkheden daar iets aan te doen zijn beperkt. Nu krijgen we de afkoeling cadeau. De vraag is natuurlijk of de douche niet te vroeg is aangezet. Tekenen van oververhitting, dat zijn stijgende lonen en een hoge inflatie, en zo hard ging het daar nog niet mee.

Afijn, gebeurd is gebeurd. Groot voordeel is natuurlijk dat het nu weer mogelijk is om aandelen te kopen voor de prijzen van anderhalf jaar geleden.

Lees verder “En daar ging de AEX”

Structurele aanpassing

Onlangs sprak ik met mijn buurman over Poolse stukadoors, een onderwerp waar ik me hier ook wel eens over uitgelaten heb. Mijn buurman vond het toch wel erg oneerlijk voor die Nederlandse jongens die ineens moesten concurreren met mensen die voor de helft van het salaris wilden werken. En vond ik het dan rechtvaardig dat die jongens plots geen geld meer hadden voor hun vakantie, allemaal dankzij die Polen?

Natuurlijk protesteerde ik dat er veel meer mensen profiteren van goedkope stukadoors dan er last van hebben, maar het is een moeilijk te verkopen verhaal. De winsten zijn diffuus, de verliezen makkelijk aan te wijzen. En wie met burgers in plaats van economen praat heeft een hoop uit te leggen.

Goed, ik deed mijn best maar was niet zo hard line als Steven Landsburg in dit artikel over compensatie voor hen die door handel zonder werk zitten, een belangrijk onderwerp in de Amerikaanse politiek. Landsburg zegt: dikke pech, we compenseren de kruidenier ook niet als ernaast een supermarkt opent. Reacties alom van bloggende economen, de meesten hebben toch meer medelijden met de verliezers. Het verschil, zo lijkt het, is dat sommige schokken verwacht zijn en sommige niet. Slachtoffers van onverwachte schokken kunnen rekenen op mededogen.

Wat betreft de stukadoors kun je onze Nederlandse bouwvakkers moeilijk aanwrijven dat ze de val van de muur niet aan hebben zien komen. In die zin is er wel een zaak voor bescherming. Maar, en zo kwam ik er toch nog uit met mijn buurman: als je niet kunt concurreren op prijs, concurreer dan op kwaliteit. Op die manier kan de schade alsnog beperkt worden.

What’s in a name?

Economen hebben zeer sterk de gewoonte om achternamen in alfabetische volgorde te zetten als er meerdere auteurs bij een artikel zijn betrokken. Bij andere wetenschappen schijnt het veel vaker te gebeuren dat de auteur die de grootste bijdrage heeft geleverd voorop staat. Economen doen dat in veel mindere mate. Maar bij het citeren van artikelen, vooral van meer dan twee auteurs, wordt vaak alleen maar de eerste auteur genoemd, gevolgd door een hatelijk “et al.”.

Het gevolg? Volgens dit artikel, zojuist gepubliceerd en geschreven door twee auteurs die gelukkigerwijs allebei van Praag heten, zijn auteurs met een achternaam voor in het alfabet produktiever en hebben ze een betere reputatie dan auteurs met een achternaam achter in het alfabet.

Ik denk dat ik de eerste letter van mijn achternaam maar eens ga schrappen.

[dank aan Linda].

Manpower werft anoniem

Misschien weet u het nog. In juni berichtten wij (hier en hier) over het initiatief van Manpower om de effectiviteit van anoniem solliciteren te onderzoeken. Vandaag heeft de organisatie de resultaten bekend gemaakt. Het onderzoek blijkt degelijker dan de aanvankelijke berichtgeving suggereerde. Manpower gebruikte het om 20 nieuwe werknemers te werven:

Ieder CV dat via internet bij ons binnenkwam, is beoordeeld door ‘ziende’ en ‘blinde’ lezers. De ‘blinde’ lezers zagen van de personalia alleen de woonplaats. Naam, geslacht, leeftijd, geboorteplaats en huwelijkse staat waren onzichtbaar gemaakt.

De uitkomst? Volgens Manpower dat anoniem solliciteren geen invloed heeft op de kans op een vervolggesprek. Het persbericht staat vol met cijfers, maar jammer genoeg nu net niet de cijfers die nodig zijn om te beoordelen of die conclusie valide is. Bij hoeveel sollicitanten trokken de ziende en blinde lezers een andere conclusie? Hoe vaak waren de blinden positiever over een allochtoon? Hoe vaak juist niet? En hoe vaak over een autochtoon? Hoe vaak juist niet? Van die dingen. Ook is de vraag hoeveel ‘lezers’ er nu eigenlijk bij het onderzoek betrokken waren. Als beide commissies uit twee lezers bestonden, dan kunnen we hooguit conclusies trekken over die vier medewerkers van Manpower, niet over de arbeidsmarkt in het algemeen.

Meer vragen dan antwoorden

In dit artikel op de geschiedenissite Anno worden in het kort de beginjaren van Shell en directeur Deterding beschreven. Kijk of u het kunt volgen:

In die beginjaren van de oliewinning was Standard Oil (SO, tegenwoordig Esso) van John D. Rockefeller de grootste olieproducent ter wereld. Dit bedrijf produceerde veel meer olie dan er vraag was. Door het overschot tegen dumpprijzen aan te bieden, maakte SO het kleinere oliemaatschappijen bijna onmogelijk om te overleven. Deterding was tegen deze dumping. […] Door samen te werken met het Russische oliebedrijf van de Franse Rothschilds en de Britse gebroeders Samuel doorbrak Deterding de Amerikaanse machtspositie.

Dit gedrag van SO kan moeilijk optimaal geweest zijn, en de beschreven situatie kun je samenwerken wat je wilt maar hoe helpt dat tegen een dumpende marktpartij? Van dit verhaal klopt duidelijk niet veel.

Er is gelukkig een uitgebreider artikel beschikbaar waaruit bovenstaande slechte samenvatting voortkomt. Het blijkt dat SO de Amerikaanse markt beheerste en bij een te groot aanbod het teveel aan olie buiten Amerika aanbood om te voorkomen dat de prijs op de thuismarkt zou zakken. Dat is nog steeds niet optimaal – waarom de olie niet opgeslagen? – maar in ieder geval begrijpelijk. Ook wordt duidelijk hoe SO bestreden werd: door zelf een grote speler op de Amerikaanse markt te worden en dus te kunnen dreigen daar de prijs te beïnvloeden. Als SO inziet dat er zaken gedaan moeten worden dreigt (in 1927) nog even een OPEC avant la lettre opgericht te worden, maar het kartel houdt geen stand.

Grabbelton

  1. Wie de Tragedy of the Commons niet begrijpt, kan het online zelf naspelen middels de Tragedy of the Bunnies. Economie voor de lagere school. Geinig. Al zou het toch leuk zijn geweest als er na de eerste ronde op z’n minst nog een paar konijnen zouden overblijven in de Public Game. [via]
  2. Alweer een oplossing voor uitstelgedrag: deze wekker, de SnūzNLūz, schrijft volautomatisch minimaal 10 dollar over naar uw meest gehate goede doel, elke keer als u op de snooze-knop drukt. [via]
  3. In Mexico schijnt een heus interactief economiemuseum te zitten. Dit is de nogal vermoeiende website. Tyler Cowen is niet onverdeeld positief.

Politieke druk op de centrale bank

Het zou te ver voeren om ieder bericht dat de Nederlands/Engelse econoom Willem Buiter op zijn blog zet hier onmiddelijk door te plaatsen, maar laten we afspreken dat iedere keer als ik in lachen uitbarst (in de trein zelfs, vanochtend), ik er hier melding van maak.

Vanochtend dus. Het betreft dit verhaal over een schaamteloze poging van de Engelse politiek om de rentebeslissing van vandaag te beïnvloeden. Het is een belangrijk inzicht van de economie dat politici niet vertrouwd kunnen worden met monetair beleid en dat is de reden dat veel centrale banken (de ECB, maar ook de Bank of England) daar onafhankelijk over mogen beslissen. Dat weerhoudt politici uiteraard niet van periodiek gemopper, maar een echte centrale bankier gaat daar niet op in. Sterker nog,

[E]very red-blooded member of the MPC must have experienced a momentary urge to stick up two fingers at the forces of darkness by raising Bank Rate by 50 basis points just to teach them the meaning of central bank independence.

aldus Buiter. We zullen eens zien: nog anderhalf uur zo, die zit: geen rentedaling.

Europees economieonderwijs

Dit artikel in het blad Foreign Policy schetst een verschrikkelijk beeld van het economieonderwijs in Duitsland en Frankrijk. Over die laatste hadden we het eerder. Er wordt teveel nadruk gelegd op nadelen van kapitalisme, rechten van werklozen en de gevaren van een vrije markt, vindt de auteur. In tegenstelling met de Amerikaanse opleidingen, waar straightforward, classical economics op het menu staat.

Ik ben niet overtuigd. Volgens de auteur leidt dit onderwijs tot een aversie tegen het ondernemerschap, maar ondernemingen zijn er in Frankrijk en Duitsland genoeg. En om meteen de lijn door te trekken naar heel Europa is wel erg snel geredeneerd. Het economieonderwijs in Nederland wordt opgezet volgens de lijnen van dit rapport, en die zien er zeer verantwoord uit (zie vooral sectie 3.2). En op de universiteit? Daar worden grotendeels Amerikaanse boeken gebruikt. [via]