De gemiddelde verzekerde

Vorig jaar klaagde ik op deze plek over de manier waarop de pers over de wijzigingen in de basisverzekering schreef. Die wijziging is een overheveling van geld van gezonde mensen naar zieke mensen, maar de pers had het uitsluitend over de gemiddelde verzekerde. Daarmee sloeg zij de bal behoorlijk mis. Binnenkort gaat de wijziging daadwerkelijk in, en veranderen er drie dingen:

  1. De no-claim wordt afgeschaft. Wie geen kosten maakt krijgt toch geen geld terug. Dit maakt de gemiddelde premie lager. Gezonde mensen betalen echter meer en zieke mensen minder.
  2. Het verplicht eigen risico gaat omhoog naar €150. Dit is nadelig voor mensen die weten dat ze sowieso €150 gaan claimen en dat bedrag liever verzekeren (al weten ze dat niet altijd). Ook dit maakt de gemiddelde premie lager. Zieke mensen gaan meer betalen, maar voor gezonde mensen maakt het niet veel uit omdat hun eigen risico waarschijnlijk al boven de €150 lag. Zij profiteren wel mee van de besparingen die uit het hogere eigen risico voortkomen.
  3. De dekking wordt uitgebreid. Ook dit pakt voor iedereen verschillend uit, afhankelijk van de kwalen die men heeft. Over het algemeen is dit positief voor zieke mensen en negatief voor gezonde mensen.

Hoe staat het er dit jaar voor? Lees mee in dit artikel in de Volkskrant.

Amsterdam – Nederlanders betalen volgend jaar gemiddeld 167 euro meer voor hun zorgverzekering.

Dat begint weinig hoopgevend. Dit bedrag is irrelevant omdat de gemiddelde patiënt niet bestaat. Gelukkig is de tweede zin beter:

Gezonde verzekerden die niet of nauwelijks gebruikmaken van de zorg, gaan er gemiddeld 222 euro op achteruit.

En zo gaat het nog even door. De vermelding van de verschillende effecten voor meer en minder gezonde mensen is een plus ten opzichte van vorig jaar. Meer kranten na de klik.
Lees verder “De gemiddelde verzekerde”

Klimaatverandering en het aanbod van fossiele brandstoffen

Vorige week verscheen het paper al in de rechter kolom van interessante economie maar het is de moeite waard nog wat uitgebreider stil te staan bij het werk van de Duitse econoom Hans-Werner Sinn aan de economie van de klimaatverandering. Sinn schreef een prachtig verhaal dat de lezer de ogen opent en het klimaatprobleem in een compleet ander licht zet.

Kern van zijn betoog is de markt voor fossiele brandstoffen: olie, gas en kolen. Zolang de brandstoffen in de grond zitten dragen ze niet bij aan klimaatverandering, maar worden ze opgestookt dan stijgt de concentratie CO2 en begint de ellende. Het beleid in Westerse landen is op dit moment om de vraag naar fossiele brandstoffen terug te dringen door zuiniger productie, andere energiebronnen, belastingen, etcetera. De doelstelling van het kabinet is dan ook geformuleerd in termen van het terugdringen van de Nederlandse CO2-uitstoot. Het belangrijke punt in de analyse van Sinn is dat hij duidelijk maakt hoeveel dit beleid oplevert voor de wereldwijde uitstoot van CO2. Zijn schatting houdt het midden tussen

  • Helemaal niets. Olie kan voor ongeveer $10 per vat gewonnen worden. Zolang er meer voor een vat wordt betaald zullen de eigenaren van de ondergrondse olie het oppompen. De aanbodcurve loopt bijna verticaal: als Europa minder vraagt verlagen we de prijs voor andere gebruikers. One country’s green policies just help the other country buy energy at lower prices, and the speed of global warming is unchanged.

en

  • De uitstoot gaat omhoog. U leest het goed: als we morgen overstappen op windenergie en biomassa gaat het verbruik van fossiele brandstoffen omhoog. Dat heeft te maken met het optimale extractiepad, druk op meer onder dit bericht voor een korte uitleg.

Zo, die zit. En het gekke is, hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik Sinn gelijk moet geven. Lees vooral zijn paper, of de korte samenvatting en probeer maar eens tot een andere conclusie te komen. Wat kunnen we dan wel doen aan het klimaat? Sinn zet in op het opslaan van CO2 onder de grond, bijvoorbeeld in de lege Nederlandse gasvelden, en in herbebossing.

Ik zie nog wel enige rol voor de vermindering van de vraag naar fossiele brandstoffen: het levert ook een directe besparing van lokale vervuiling (fijnstof, lawaai) en het overschakelen op duurzame energie is een proof of concept: als wij het kunnen, kan iedereen het. Daarmee bereiden we de weg naar een oplossing waarbij een groot gedeelte van de fossiele brandstoffen onder de grond blijft. Hoe dat afgedwongen kan worden is dan nog steeds de vraag.

Lees verder “Klimaatverandering en het aanbod van fossiele brandstoffen”

Een marathon lopen

Aanstaande zondag wordt de marathon van New York verlopen. Er zijn vele manieren waarop economische inzichten toe te passen zijn in het hardlopen, dat uiteindelijk ook het efficiënt omgaan met schaarse middelen is. Jaren geleden schreef ik daar in dit stuk al eens over. Daarin ook het bekende commitment probleem van vrijwel alle sporters: hoe kun je ervoor zorgen dat je de zware trainingen volhoudt als je er, op het moment van training, prikkels zijn om het rustig aan te doen? (Helaas, ik kende destijds dit artikel van Schelling nog niet, dat een natuurlijke referentie is). Oplossing: om een meertje lopen zodat je niet af kunt snijden.

Sommige wetenschappers stellen dat het lopen van een marathon slecht is voor het lichaam. Dat is natuurlijk maar een partiële analyse. Het inschrijven voor een marathon is het doen van een commitment dat leidt tot vele uren nuttige training. Daarbij valt de schade op de dag van de race in het niet.

In New York doen traditiegetrouw veel Nederlanders mee, waaronder vaak onze royalty. Je zou zeggen dat al die pop- en tv-sterren het niveau van het Nederlandse contingent naar beneden halen, maar dat valt erg mee. De Nederlanders doen het in New York beter dan de gemiddelde deelnemer. Dat is misschien wel te verklaren met het Alchian-Allen theorema.

Lees verder “Een marathon lopen”

TomTom vs. Garmin

Het Nederlands-Belgische bedrijf Tele Atlas is onderwerp geworden van een biedingsstrijd. Garmin, de Amerikaanse producent van navigatiesoftware, heeft een bod uitgebracht op de leverancier van digitale kaarten. Eerder deze maand bracht TomTom ook al een bod uit op het bedrijf. […] Garmin is ervan overtuigd dat de ‘combinatie met Tele Atlas de meeste waarde oplevert voor alle belanghebbenden’, zo liet het weten in een persbericht.

zo meldt de Volkskrant. Daar kon Garmin wel eens gelijk in hebben. Als buitenstaander krijg je de indruk dat TomTom toch al in het bezit is van uitstekende digitale kaarten van Nederland. De enige reden om Tele Atlas over te nemen, zo zou je denken, is dan om mogelijk concurrenten zoals Garmin buiten de deur te houden. Op die manier kan TomTom zijn vrijwel-monopolie op de Nederlandse markt in stand houden. Tele Atlas zou dan helemaal niets aan TomTom toevoegen, maar wel aan Garmin.

Maar natuurlijk betekent dat niet dat Garmin de overnamestrijd ook gaat winnen. Integendeel. Stel dat Garmin wint. Dan ontstaat er een duopolie van navigatiesystemen. Als TomTom wint, dan blijft TomTom monopolist. Maar dat betekent dat TomTom meer te verliezen heeft (namelijk: het verschil tussen monopoliewinst en duopoliewinst) dan er voor Garmin valt te winnen (namelijk: het verschil tussen duopoliewinst en helemaal niets), en dat daarom TomTom ook bereid zal zijn om meer te betalen. Voorlopig lijkt het daarom het meest waarschijnlijk dat TomTom deze strijd gaat winnen.