Scrabble

Het kwartaalblad van het IMF heeft een profiel van Jacques Polak, monetair econoom afkomstig uit Nederland, opgeleid aan de UvA en langdurig werkzaam bij het IMF.

Verreweg het interessantste op zijn publicatielijst blijkt echter een artikel uit 1955 in de American Economic Review over de Economie van Scrabble. Beginnende spelers, zo betoogt hij, proberen het aantal punten in een beurt te maximaliseren. Niet verstandig, je moet immers intertemporeel maximaliseren. Concreet leidt dat tot de volgende beleidsaanbevelingen: gebruik letters met 4 of 5 punten alleen als ze leiden tot een dubbele score, en gebruik letters met 8 of 10 punten alleen als ze leiden tot een driedubbele score. Wie toegang heeft tot JSTOR vindt het artikel hier.

Overigens meldt het IMF dat zijn vrouw hem toch regelmatig versloeg. [via]

Nibud en levensloop

Hoe moet je als rationeel denkend burger je consumptie over je hele levensloop uitsmeren? Simpel. Zodanig dat je verwachte nut over je hele leven gemaximaliseerd wordt. Concreet betekent dat dat je je niet zo zeer laat leiden door hoeveel je vandaag verdient, maar meer door hoeveel je in je hele leven denkt te verdienen. Inderdaad, de permanent income hypothesis. Nog concreter betekent dat voor een doorsnee burger dat hij op jonge leeftijd schulden maakt, die hij op latere leeftijd weer aflost. Voor de meeste mensen zal hun inkomen immers stijgen met hun leeftijd, en op die manier kunnen ze daar als ze jong zijn alvast een voorschot op nemen.

Het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) denkt daar duidelijk anders over. Het instituut kwam vorige week met een bufferberekenaar, die ook uitgebreid in de pers was. Tik je persoonlijke gegevens in en de bufferberekenaar rekent precies uit hoeveel geld je als buffer achter de hand moet houden. Dingen kunnen immers kapot gaan en dan, zo vindt het Nibud, moet je altijd genoeg geld achter de hand hebben om dat te kunnen opvangen. Immers, “het is dan niet nodig om een dure lening aan te schaffen”.

Dat suggereert dat het Nibud mikt op een consumptiepatroon waarbij de kans op schulden gelijk is aan nul. Dat klinkt niet heel erg optimaal.

Examen

Na het havo-examen was het deze week tijd voor het VWO examen economie. De liefhebber vindt het hier [pdf], wie er niet uitkomt vindt hier de uitwerkingen.

Snelle indruk: veel vragen over het interpreteren van de betekenis van cijfers (op zich nuttig), buitensporig veel macro en openbare financien, en zelfs de vragen over micro beperken zich tot mechanische begrippen zoals prijselasticiteit. Prikkels komen nauwelijks voorbij, toch een niet onbelangrijk onderdeel van ons vakgebied. Denken als een econoom lijkt wat dat betreft vrij onbelangrijk. Behalve misschien in de laatste vraag, dat is een aardige, over wanneer en waarom binnenlandse producenten zich tegen een invoertarief zullen verzetten. Verder: werkloosheid is inderdaad een belangrijk onderwerp, maar muggenziften over de verschillen tussen structuur- en frictiewerkloosheid (opgave 1), lijkt me tot weinig inzicht over die kwestie te leiden.

Coase in Groningen

Externe effecten hoeven op zich geen probleem te zijn, zo leerde Coase ons. Als er vrij onderhandeld kan worden, dan komt er toch wel een efficiënte uitkomst tot stand, ongeacht de verdeling van eigendomsrechten. De fractie van de PvdA in de Provinciale Staten van Groningen wil het gaan proberen:

Volgens de Groningse PvdA is het soms lastig om windmolenparken aan te leggen in de provincie Groningen omdat gemeenten en buurtbewoners vrezen voor geluids- of slagschaduwoverlast. ‘We willen deze mensen graag tegemoet komen door hen recht te geven op goedkopere strooom. Technisch is dat straks heel goed mogelijk omdat iedereen binnen een paar jaar een ‘slimme’ meter in huis heeft. Die meter kan registreren wanneer de windmolens draaien zodat de korting op de stroomprijs uitsluitend geldt wanneer de windmolens draaien en dan dus voor overlast zorgen’, aldus Rijploeg.

(Deel 3 in de serie Coase is overal. Deel 1. Deel 2.)

De paternalistische vakbond

‘Afkoop pensioen dupeert tienduizenden Nederlanders’ roept FNV Bondgenoten. Dat klinkt alarmerend. En de pensioenfondsen hebben het gedaan:

Tienduizenden Nederlanders dreigen na hun pensionering tot 2000 euro per jaar mis te lopen als gevolg van plannen van pensioenfondsen om op grote schaal kleine pensioenen af te kopen. Dat stelt vakbond FNV Bondgenoten donderdag.

Wat is er precies aan de hand? Pensioenfondsen hebben meer dan 5 miljoen pensioenen in de boeken staan die stuk voor stuk minder dan 400 euro per jaar waard zijn. Om dat decennia lang te administreren en bij te houden, dat gaat flink in de papieren lopen. Daarom mogen ze die pensioenen nu in een klap afkopen, door het geld nu al op de rekening van de pensioengerechtigde te storten. Dat lijkt me een zinnig plan dat de totale maatschappelijke welvaart flink verhoogt. Pensioengerechtigden krijgen gewoon waar ze recht op hebben, pensioenfondsen hebben een aanzienlijke besparing. Waarom is de bond dan zo opgewonden?

Hoofdbestuurder Willem Noordman van de vakbond waarschuwt voor de gevolgen van afkoopplannen. ?žMet name jonge mensen hebben de neiging om die paar honderd of duizend euro te incasseren en er iets leuks van te kopen. Verstandig is dat niet, want het gaat ten koste van de hoogte van je pensioen.”

Aha. De bond slaat dus niet alarm omdat de pensioenfondsen de zaak zouden flessen, maar omdat ze er geen vertrouwen in heeft dat de burger het uitgekeerde geld daadwerkelijk spaart voor het pensioen. Die tienduizenden Nederlanders worden dus niet de dupe van de afkoop, maar van het feit dat ze volgens de bond zelf niet verstandig genoeg zijn om het uitgekeerde geld te sparen. Dat is op zijn zachtst gezegd nogal vreemd.

Het gaat steeds minder beter

Premier Balkenende vindt dat er in Nederland te veel geklaagd wordt. Als je in de Volkskrant van vanochtend leest over de laatste werkloosheidscijfers, zou je hem haast gelijk gaan geven.

De werkloosheid is sinds 2002 niet meer zo laag geweest. Dat is goed nieuws, zou je zeggen. Maar de Volkskrant weet er toch nog een negatieve draai aan te geven:

Het tempo waarmee de werkloosheid daalt, neemt af. […] In de eerste helft van 2007 telde Nederland elke maand 7.000 werklozen minder. Dit jaar zijn dat er 3.000 per maand. […] De daling van de werkloosheid per maand is met 57 procent verminderd. Volgens Michiel Vergeer, econoom van het CBS, had dat nog erger [sic] kunnen zijn als de kredietcrisis in Nederland diepere sporen had nagelaten.

Moet Duitsland Europees kampioen worden?

Volgens economen is er sprake van een efficiente allocatie als goederen terecht komen bij degene die er de hoogste waardering voor heeft. Wat betekent dat voor het komende EK voetbal? De ING heeft het uitgezocht [pdf, zie ook hier] . De gemiddelde Nederlander heeft er 30 euro voor over als Nederland kampioen wordt. Een verrassend laag bedrag, overigens. Met 16.5 miljoen inwoners [bron], waarbij we voor het gemak alle zuigelingen en anderszins niet handelsbekwamen ook maar even meerekenen, komt dat op een totale nationale willingness to pay van een half miljard euro. ING heeft het ook uitgezocht voor een aantal andere Europese landen. Via een soortgelijke berekening komen we dan op 300 miljoen voor Belgie (30 per inwoner), 790 miljoen voor Frankrijk (13), 3 miljard voor Engeland (59), 3,5 miljard voor Italie (60) en een verpletterende 6,7 miljard voor Duitsland (80 per inwoner). Andere landen zijn helaas niet onderzocht, maar komen vast niet hoger uit.

Op basis hiervan lijkt het wel duidelijk wie er Europees kampioen moet worden. Hoewel. Stel nu eens dat we alle niet-Duitse Europeanen vragen hoeveel zij er voor over hebben als Duitsland geen Europees kampioen wordt. Ik vrees dat dat een behoorlijk bedrag gaat opleveren, misschien nog wel meer dan wat de Duitsers bereid zijn op te hoesten voor een titel. En natuurlijk moeten we ook dat bedrag meenemen als we de totale Europese welvaart berekenen. De Engelsen en Italianen hebben ook zo hun vijanden, zij het waarschijnlijk in wat mindere mate dan de Duitsers. Bijna iedereen, daarentegen, vindt het Nederlands elftal sympathiek.

Misschien kunnen we zo toch nog op economische gronden argumenteren dat het Nederlands elftal de Europese titel moet winnen.

Overigens staat hier de theorie achter dergelijke veilingen met externaliteiten. Van een Duitse, een Franse en een Italiaanse econoom.

Adverteren bij Google

Wie een zoekterm intikt bij Google, krijgt vaak ook een paar advertenties te zien. Die advertenties worden via een veiling verkocht, zo legt huiseconoom Hal Varian uit in een recente bijdrage aan Google’s eigen blog. Adverteerders kunnen bieden op zoektermen, en de winnaar betaalt het bod van de op 1 na hoogste bidder. Inderdaad, een Vickrey veiling.

Nu betalen adverteerders Google niet voor elke advertentie, maar pas als er iemand ook daadwerkelijk klikt op zo’n advertentie. Dat levert problemen op bij de organisatie van de veiling. Een adverteerder kan wel bereid zijn een hoog bedrag per klik te betalen, maar als er vervolgens niemand op die advertentie klikt, dan levert dat nog niets op.

Natuurlijk is daar rekening mee gehouden. Bij de veiling speelt ook de kwaliteit van de advertentie mee. In de praktijk is die kwaliteit gedefinieerd als hoe vaak iemand die zo’n advertentie voor z’n neus krijgt, er daadwerkelijk op klikt. Google houdt z’n veilingen vervolgens niet op basis van het hoogst geboden bedrag per klik, maar op het hoogst geboden bedrag per klik maal de kwaliteit van de advertentie. Op die manier gaat die adverteerder winnen, die voor Google de hoogste verwachte advertentieopbrengst genereert. Slim.

Economie!? Voor jou!?

Afgelopen vrijdag wees Thijs op een nieuwe concurrent. Een goede gelegenheid om weer eens te kijken hoe het staat met dat soortgelijke initiatief: Economie voor jou, de rubriek die een tijdje geleden transfereerde van NRC naar Volkskrant.

Antwoord: niet zo best. De laatste bijdrage is een warm pleidooi voor de vaste boekenprijs, gespeend van ook maar enig economisch argument of inzicht;

Wie de nieuwste Harry Potter wil, betaalt daarvoor €19,90. Of je nu bij boekhandel Broese Kemink in Utrecht komt, de Ako in IJmuiden, Bol.com op internet of de Albert Heijn in Heerhugowaard. […] De vaste boekenprijs verhindert dat bijvoorbeeld supermarktketens of internetbedrijven gaan stunten met de boekenprijs. Daardoor is de boekhandelaar in staat een breed assortiment te voeren. Dat is in het belang van auteurs die anders nooit een kans zouden hebben gekregen. […] Zonder vaste boekenprijs zou het boekenaanbod flink verschralen. Geen Paul Auster, geen Russische klassieken. Om van dichtbundels nog maar te zwijgen.

Tja. Markten zijn efficient als de prijs dicht ligt bij marginale kosten, en dat is bij een vaste boekenprijs zeker niet het geval. Zo’n vaste boekenprijs werkt ook nog eens denivellerend. Bijstandsmoeders die hun laatste dubbeltje moeten omdraaien om voor hun koters Harry Potter aan te schaffen, geven indirect een subsidie aan hoogleraren die een dichtbundel kopen. Als dergelijke kruissubsidies echt plaatsvinden tenminste, en dat betwijfel ik. Waarom zou een winstmaximerende uitgever immers de winst op Harry Potter gebruiken om een verliesgevende dichtbundel te financieren!? Als de overheid cultuur wil stimuleren zijn daar sowieso aanzienlijk efficientere instrumenten voor dan een vaste boekenprijs, bijvoorbeeld een directe subsidie, of, nog beter, het uitloven van prijzen.

Het argument dat nieuwe aanbieders op deze manier een kans krijgen, zou je in vrijwel elke andere sector ook kunnen hanteren om een vaste hoge prijs voor de zittende aanbieders te legitimeren. Maar dat doen we niet. En daar zijn goede redenen voor. Redenen die net zo goed gelden voor de boekenmarkt.

NMa Goes YouTube

Jawel. De Nederlandse Mededingingsautoriteit gaat met haar tijd mee en plaatste onlangs dit filmpje op YouTube “om de kijker een eerste indruk van de gang van zaken bij en volgend op de indiening van een clementieverzoek” te geven. Onder de clementieregeling krijgt de karteldeelnemer die als eerste klikt geen boete.



Best informatief en aardig gedaan, zij het hier en daar misschien een tikje te dramatisch. Wie prijsafspraken maakt weet nu dat hij op moet passen als tijdens kartelbesprekingen iemand zenuwachtig uit het raam gaat staan staren.

Wie overtuigd is door het filmpje kan hier zijn kartel opbiechten.