Op de pof

De rente op mijn spaarrekening bedraagt op dit moment 2,75%. Wie bij mijn bank leent betaalt 10%. Het is duidelijk hoe mijn bank, en alle andere banken in Nederland, hun geld verdienen.

Kan het anders? Ja: ik had degene die bij mijn bank leent direct kunnen benaderen (als ik wist wie het was) en mijn geld voor voor, zeg, 6,5% weg kunnen zetten. Daar hebben we beide voordeel bij, zo lijkt het. Dat is ongeveer het idee achter Boober, de nieuwe financiële broker: de site brengt individuele leners en investeerders bij elkaar. Ze pakken ook nog een procent commissie mee, maar er blijft genoeg winst over, lijkt het. Goed idee?

Dat hangt ervan af. Hoewel het hierboven lijkt of de bank niets doet voor zijn geld, heeft de financiële sector wel degelijk een functie. De kredietnemers worden gescreend en door het poolen van leningen worden de verliezen op dubieuze debiteuren uitgemiddeld. De vraag is of die dienst de marge van 7,25% waard is. Boober denkt van niet: de site spreekt over “mooie bankgebouwen en bonussen” alsof er overwinsten gemaakt worden. Dat impliceert dat er te weinig concurrentie in de banksector zou zijn, iets dat mij niet heel waarschijnlijk lijkt. Maar goed, de rendementen zijn mooi en er is enig onderzoek naar de leners (kredietbureau, verplichte spreiding). De wet is er nog niet klaar voor, de kamer huiverig, maar we zullen eens zien. Ik breng mijn geld er niet heen totdat de eerste wanbetaler succesvol is aangeklaagd.

Winststijging

Goed nieuws voor het Brits-Nederlandse Shell: de winst is in het afgelopen jaar met 12% gestegen. De winst in Amerikaanse dollars, om precies te zijn.

In de Britse pers neemt men die kwalificatie in acht: daar schrijft men dat de winst vorig jaar met 1% gestegen is. Logisch, want in het afgelopen jaar daalde de dollar ten opzichte van het pond met zo’n 10%.

Hoe zit het in de Nederlandse pers? Immers, de dollar verloor ook zo’n 8% op de euro het afgelopen jaar. Maakt niks uit: alle bronnen die ik kan vinden houden het op een winststijging van 12%.

(zie eerder ook dit staaltje.)

Corus

Stel, u bent een bedrijf. U wilt graag samengaan met een ander bedrijf. U heeft geluk. Er zijn meerdere liefhebbers. Met wie gaat u in zee? Uiteindelijk natuurlijk met die partij waarmee u de meest sterke, gezonde en winstgevende combinatie kunt vormen. Nu kunt u met iedereen om de tafel gaan zitten, eindeloos gaan praten en kijken of u er zo achter kunt komen wie voor u de meest aantrekkelijke partner is. Maar natuurlijk is er een veel slimmere manier. Degene met wie u de sterkste combinatie kunt vormen, heeft daar zelf ook het meeste baat bij, en is dus ook degene die bereid is het meest te betalen om met u te mogen samengaan. U houdt dus een veiling. Zeker als u werknemer bent, zult u daar een voorstander van zijn. Immers: bij een veiling weet u zeker dat de sterkste combinatie uit de bus komt. Als uw baas de gesprekken voert en de beslissing neemt, dan moet u dat nog maar afwachten. Hij heeft immers andere belangen dan die van het bedrijf. Zijn eigen topsalaris bijvoorbeeld.

De vakbond was dus een groot voorstander van de veiling van staalbedrijf Corus? Eh, nee. Sterker nog, FNV-bestuurder Jos Duijnhoven heeft het over “verkwanseling” en “ware koehandel”. Volgens voormalig Hoogovens-topman Olivier van Royen is het “een schande” en “een Uitwas van het Kapitalisme”.
Lees verder “Corus”

Stuitend

Al vaak genoeg schreven wij over zogenaamde beleggingsexperts. Daarom moet iemand het wel heel bont maken om nog het vermelden waard te zijn. Gelukkig is daar Adriaan Hiele. Columnist bij het NRC, een krant waar verder best wel zinnige dingen in staan. In zijn laatste column van afgelopen zaterdag (“Mijd de index”, pg. 27, niet gratis online) ageert hij tegen indexbeleggen. Indexfondsen worden steeds populairder, en dat is niet voor niets. Door te beleggen in een fonds dat nauwgezet de index volgt, hoef je niet te betalen voor dure fondsbeheerders die denken het beter te weten en door een actief beleggingsbeleid alleen maar hogere transactiekosten genereren die ten koste gaan van jouw winst. Immers, de markt valt niet te verslaan. Maar dat is grote onzin, weet Hiele. En de economen hebben het gedaan:

[Over een lange periode de markt verslaan] kan in ieder geval niet volgens de geleerden van de universiteiten. Die lui beschikken over tijd, geld en geduld om historische koersen (en andere indicatoren) te bestuderen en daarop een pakkende theorie te baseren. Als het een beetje meezit, kan je met zo’n bedenksel een Nobelprijs winnen. Vaak ben je dan al op leeftijd en drukker met je gezondheid in de weer dan met de centen. Helaas. Volgens die geleerden kan je de markt niet verslaan.

Goed. Inderdaad, kant noch wal. Dat je de index niet kunt verslaan is dus maar een theorietje om een Nobelprijs te winnen. Die stelling is op zijn minst inconsistent. Wie een Nobelprijs wil winnen, zal toch met iets nieuws moeten komen. Waarom hollen al die economen dan achter deze ene theorie aan? Economen kunnen immers geen geld verdienen met informatie die al bekend is. Net zo min als beleggers trouwens.
Lees verder “Stuitend”

Handel met voorkennis!?

Wie iets weet wat anderen niet weten, kan proberen met die kennis op financiele markten zijn voordeel te doen. Nadeel van dergelijke handel met voorkennis kan wel zijn dat juist door die handel die voorkennis algemeen bekend wordt.

Reuters meldt dat Britse bookmaker William Hill geen weddenschappen meer accepteert dat Prins William gaat trouwen op 19 juli 2007. Er bleek namelijk een aantal weddenschappen van opvallend hoge bedragen op die datum te zijn afgesloten.

Natuurlijk is het mogelijk dat iemand, om wat voor reden dan ook, juist die weddenschappen op die datum heeft afgesloten om iedereen te laten geloven dat de bruiloft dan plaatsvindt, terwijl het niet zo is. Maar zo’n afleidingsmanoeuvre is behoorlijk kostbaar, terwijl de weddenschappen juist veel geld opleveren als er op 19 juli wel getrouwd gaat worden.

Beursgoeroe

Hij blijft leuk, die economie van beleggingsanalisten. Op de site van de Financiele Telegraaf staat vandaag weer een hele fijne. Een fragment, en houdt u zich vooral goed vast:

De krachtige oplevingen waren vorig jaar […] eigenlijk alleen maar te verklaren door de globalisering. […] Globalisering leidde ertoe dat de wereldeconomie ook in 2006 weer buitengewoon goed presteerde en de hoogste groeicijfers sinds het begin van de economische statistiek vertoonde. Dat grenzen door de globalisering verdwijnen verhoogt de productiviteit, waardoor de winsten van bedrijven sterker stijgen dan de toename van de conjunctuur. Dat komt vooral omdat vele miljoenen goedkope arbeidskrachten in de wereldarbeidsmarkt zijn opgenomen.

Het is haast knap om in zo’n korte tijd zo’n hoeveelheid economische wetmatigheden te suggereren die op zijn zachtst gezegd nogal dubieus zijn. De analist in kwestie voorspelt dat de koersen het komende jaar ook zullen stijgen. Immers: de globalisering zal ook weer toenemen. Dat de globalisering al sinds de jaren ’50 toeneemt, maar de beurskoersen niet, dat doet er even niet toe. Nog los van het feit dat die verwachtingen natuurlijk al in de koersen zijn verwerkt.

Verborgen kosten

Woekerpolissen zijn de afgelopen weken flink in het nieuws. Verborgen kosten komen niet alleen voor bij beleggingspolissen. In de New York Times van afgelopen weekend staat een stuk over David Laibson, die eerder dit jaar een theoretisch verhaal met Xavair Gabaix over het onderwerp publiceerde in de Quarterly Journal of Economics. Korte samenvatting (volgens de NYT): sommige mensen zijn zich bewust van verborgen kosten, anderen niet. Als producent heeft het dan weinig zin om consumenten er op te wijzen dat de concurrent hoge verborgen kosten heeft: de slimme consumenten hebben dat toch al door (en komen toch al naar jou toe als jouw verborgen kosten lager zijn), de naieve consumenten wil je liever niet informeren, want hoe meer mensen slim zijn, des te scherper moet je gaan concurreren. En dus blijven de verborgen kosten in stand. [via]
Het artikel is nauw verwant met een artikel van Glenn Ellison dat vorig jaar in hetzelfde tijdschrift verscheen, en dat gaat over de absurd hoge prijzen van extra service (zoals de minibar in een hotel). Ellison laat zien dat verborgen kosten ook leiden tot hogere prijzen voor het basisprodukt. Korte samenvatting: er zijn consumenten die erg prijsbewust zijn, en consumenten voor wie dat niet geldt. Als een producent zijn basisprijs verlaagt ten opzichte van een concurrent, dan trekt het juist die consumenten die prijsbewust zijn en dus ook niets uit de minibar halen. En dat wil je niet.

Alles is relatief

Iedereen maakt zich momenteel druk om de zwakke dollar. De dollar is weinig waard en wordt steeds minder waard. Een Amerikaanse economenweblog geeft verhelderende plaatjes. Kijk eens naar het volgende plaatje, dat de ontwikkeling van de trade weighted exchange index van de dollar geeft (de wisselkoers van de dollar ten opzichte van een mandje met andere valuta, gewogen met het belang van de onderlinge handelsstromen) sinds 2002:

exr1.png

Bent u inmiddels overtuigd dat de dollar historisch laag staat? Goed. Kijk dan eens naar het volgende plaatje met dezelfde reeks, maar dan sinds 1975:

exr.png

Weinig aan de hand dus.

Meer over PAM en peilingen

Net als Thijs was ik ook aan het rekenen geslagen met de prestaties van de Politieke Aandelenmarkt, en die van de opiniepeilers. Voor de PAM ben ik, op basis van de grafiekjes op de website, uitgegaan van de meest voorkomende koers in de vooravond van de 22e november (dus een paar uur voor het sluiten van de stembussen). Dat vermenigvuldigen met anderhalf geeft ruwweg het voorspelde aantal zetels. De SP laat ik buiten beschouwing, omdat de PAM daarvoor een te lage bovengrens had gesteld. Ook kijk ik niet naar de kleinste partijen, waarvoor de PAM oplegde dat ze minstens 1% van de stemmen moesten halen. Ik vergelijk de prestaties met de exit-polls van De Hond en TNS/Nipo zoals die op de verkiezingsavond bekend zijn gemaakt. Tenslotte kijk ik naar de som van de absolute verschillen tussen peiling en uitslag. Daar gaan we, met natuurlijk de kanttekening dat de einduitslag nog niet definitief is:

Lees verder “Meer over PAM en peilingen”

Politieke aandelenmarkt stelt teleur

Deze verkiezingen werd de stemming onder de bevolking gevolgd door de Politieke Aandelenmarkt van de Volkskrant. We schreven er eerder over, onder meer over een ontwerpfout: door uitsluitend in hele centen te werken kon de markt niet voorspellen dat een partij niet in de kamer zou komen.

Hoe is het afgelopen met de markt? Drie observaties:

  1. “Om speltechnische redenen” was voor alle partijen een maximumkoers vastgesteld. Voor de SP stond die op 15 cent. De SP haalde (afgerond) 17% van de stemmen, waardoor handelaren die short stonden er goedkoop vanaf komen. De voorspelling voor de SP is uiteraard te laag. Idem voor Wilders’ partij, een maximum van 5%, een resultaat van 6%.
  2. Anders dan ik verwachtte stopte de handel niet om 21:00, het moment dat de stembussen sloten en de eerste exit-poll bekend werd. Op dat moment werd er zeer driftig gehandeld, waardoor het systeem down ging. Mooie screenshots van falende markten na de klik.
  3. De voorspelling van de markt was voor elke partij slechter dan de laatste peiling voor de verkiezingsdag. Mogelijk door de ontwerpfouten (hele centen, te lage maxima). Voor de volgende keer is er een hoop te verbeteren.

Toch is de markt niet helemaal mislukt. Het grote voordeel van het spel blijft dat er real time gereageerd wordt op informatie: zo snel er nieuws is verspringen de koersen. Ook al zit de voorspelling er uiteindelijk naast, dat aspect blijft waardevol.

Lees verder “Politieke aandelenmarkt stelt teleur”