140 dates!

Datingwebsites zijn notoir terughoudend in het verstrekken van informatie over hoe succesvol ze nu eigenlijk zijn bij het helpen vinden van een vaste partner. Maar wie slim rekent komt een heel eind. Zo berekent Lex Borghans op het ESB blog dat de gemiddelde gebruiker van lexa.nl 58 dates nodig heeft een vaste relatie.

Ik vrees dat dat een schromelijke onderschatting is. De laatste commercial claimt op last van Maurice de Hond dat er “dankzij lexa.nl elke week 35.000 dates zijn”. Tegelijkertijd meldt de website en een eerdere commercial dat er “elke 45 minuten een nieuw succesverhaal begint op lexa.nl”, waarbij met succesverhaal klaarblijkelijk een vaste relatie wordt bedoeld.

Eens rekenen. Elke 45 minuten een relatie, dat zijn er 36 per dag, ofwel 250 per week. Zetten we dat af tegen die 35.000 dates, dan komt dat neer op een gemiddelde van 140 dates voordat je via lexa.nl dan toch de ware hebt gevonden.

Mijn hemel.

Einde aan de groei

In een vorm van economie die verdacht veel lijkt op boekhouden kun je economische groei toewijzen aan grofweg drie oorzaken: meer kapitaal, meer arbeid en meer productiviteit [eerder]. Wie iets wil zeggen over toekomstige groei moet dus uitspraken doen over verwachte ontwikkelingen in die drie grootheden. Bij arbeid en kapitaal gaat dat nog wel, maar het is nogal lastig om iets te zeggen over de toekomst van de productiviteit. Voor zover productiviteit wordt gedreven door technologische vooruitgang weten we zo ongeveer per definitie niet wat er allemaal nog mogelijk is.

Wat natuurlijk niemand ervan kan weerhouden om toch een poging te doen. Robert Gordon publiceerde recent een provocerend stuk op VoxEU waarin hij technologische vooruitgang grofweg toeschrijft aan een beperkt aantal technologische revoluties. Door de reikwijdte van die revoluties te beoordelen probeert hij het huidige tempo van de groei te verklaren en wat aan voorspelling te doen. De drie technologische revoluties zijn volgens hem de volgende:

  1. Stoommachines en spoorwegen (1750-1830)
  2. Elektriciteit, de verbrandingsmotor en nog een partij uitvindingen uit het tijdperk Edison. (1870-1900)
  3. Computers en internet (1960-nu)

De conclusie die Gordon op grond van deze classificatie bereikt is dat de tweede revolutie met afstand de meeste winst heeft opgeleverd en dat de effecten van nummer 3 nogal beperkt zijn. De korte opleving in de groei door revolutie nummer 3 was in 2004 alweer voorbij. Daarmee werpt hij de vraag op of we überhaupt nog wel productiviteitsgroei gaan zien de komende jaren.

In het wat langere paper [pdf] dat achter dit stuk schuilgaat illustreert Gordon de beperkte effecten van revolutie 3 met een gedachte-experiment. Stel, je moet een van de volgende twee verworvenheden opgeven: alle technologie van na 2002 (“Facebook, Twitter en de iPad”) of de wc en het stromende water in huis. “Gnuivend kiest het publiek altijd voor de eerste optie!” schrijft Gordon hierover.

Een iPad of water uit de kraan, dat is inderdaad geen moeilijke keuze. Maar dit lijkt me bij uitstek een bekrompen opvatting van de effecten van revolutie nummer drie. Ik ben geneigd wat positiever over de toekomst te denken, om de volgende reden. De indrukwekkende groei van de productiviteit na de eerste twee technologische revoluties werd telkens hinderlijk onderbroken door periodes waarin hele landen tot de grond toe werden afgebroken omdat er weer eens een oorlog uitgevochten moest worden. Hoewel niet altijd slecht voor de productiviteit, veroorzaakt zo’n oorlog toch een hoop ongemak. Een opmerkelijk gegeven over de tijd na 1960 is dat grote conflicten tussen ontwikkelde landen tot dusver zijn uitgebleven.

Dat kan toeval zijn, maar wellicht heeft het iets te maken met het gemak waarmee informatie uitgewisseld kan worden, via elektronische media zoals radio, televisie en internet. Dat maakt het moeilijker om de bevolking voor te liegen, en op die manier conflicten te beginnen. Bovendien zorgt de toegenomen stroom informatie voor sterkere economische banden, wat het voeren van oorlogen weer minder aantrekkelijk maakt. Als we de grote kosten van oorlogvoeren meenemen denk ik dat de communicatietechnologie een behoorlijk veel grotere impact op onze productie heeft gehad dan nu wordt aangenomen. Daarmee is niet gezegd dat we er ook nog een grote toekomstige groei mee kunnen creëren, maar ik ben zeer tevreden met het idee dat mijn iPad en ik voorlopig niet de schuilkelders in hoeven.

Nonconcurrentiebeding

Intrigerende aflevering van Zembla afgelopen vrijdag: hoge Nederlandse hypotheekrentes zouden met name veroorzaakt worden door het feit dat ING en ABN Amro na het krijgen van staatssteun werd opgelegd dat ze voorlopig niet de laagste prijs in de markt mogen voeren. Met staatssteun de concurrent uit de markt drukken, dat kan immers niet de bedoeling zijn. Maar in een markt met drie grote spelers waarvan er twee zo’n beding hebben heeft niemand nog reden om scherpe prijzen te zetten.

Nog het meest fascinerend: de ING zou er bij het Ministerie van Financien zelf op aangedrongen hebben om zo’n beding opgelegd te krijgen. Wanneer een groot bedrijf gaat vragen om in zijn prijszetting belemmerd te worden, moet je je natuurlijk minstens drie keer achter je oren krabben.

Politieke Aandelenmarkt: De Einduitslag

Op onze Politieke Aandelenmarkt waren 21 handelaren actief, die samen verantwoordelijk waren voor 717 transacties. Iedereen bedankt voor de deelname. Maken wij een ranglijst van de nettowinst die de deelnemers hebben gemaakt, dan komen we tot het volgende lijstje.

1 pamkijker 1066.16   8 doubledutch 123.61   15 thijsco -128.81
2 Lammertjan 681.09   9 _pierre 122.65   16 Boelaars -131.59
3 henkm 381.65   10 thomasfaber923 56.39   17 RikH -277.50
4 MarcP 342.55   11 Muldrossi 35.01   18 loes -311.45
5 noppus 184.44   12 JorgD -35.82   19 mwolters -377.27
6 JasperVanEldik 148.43   13 robvandervelde -46.58   20 DRNippler -640.10
7 MarkyMark 130.38   14 Europeaan -128.40   21 premier -667.51

 

Glorieus winnaar is dus pamkijker, die vooral een stevige positie had in de PvdA, en een stevige shortpositie in PVV en SP.  Dat bleek een gelukkige keuze. Graag had ik gebruiker pamkijker gefeliciteerd met deze bijzondere prestatie, de eerlijkheid gebiedt echter op te biechten dat ik dat zelf ben. Hadden we nu toch maar een hoofdprijs ingesteld.

Marktfalen

Tja. Allemaal leuk en aardig zo’n Politieke Aandelenmarkt, maar uiteindelijk zaten onze handelaren er natuurlijk flink naast. Zacht uitgedrukt. In onderstaande tabel de uitslag en de laatste prognoses van markt, Politieke Barometer en Maurice de Hond. In de laatste kolom de som van absolute verschillen tussen voorspelling en uitslag.

  VVD PvdA PVV CDA SP D66 GrnL ChrU Ov Vrs
Uitslag 41 38 15 13 15 12 4 5 7  
PAM 32 31 18 14 25 13 5 5 7 32
PolBar 37 36 17 13 21 10 4 5 7 16
MdeH 36 36 18 12 20 11 4 5 8 18

We kunnen nog proberen er een positieve draai aan te geven door bijvoorbeeld te stellen dat we toch maar mooi de eerste waren die de opkomst van de PvdA voorspelden, maar zo’n spin is natuurlijk haast net zo ongeloofwaardig als de SP die beweert dat ze het best wel goed gedaan hebben omdat er geen zetels verloren zijn.

Waar het allemaal mis ging? Het lijkt er toch op dat veel handelaren te kampen hadden met bindende budgetbeperkingen aan het einde van de rit, en daardoor niet meer in staat waren nog meer aandelen PvdA en VVD op te kopen. Volgende keer dus toch maar met echt geld.

De uitslag volgt.

VVD toch de grootste

Vanochtend om half acht openden de stemlokalen en sloot de Politieke Aandelenmarkt. Wachten op exit-polls of de einduitslag, het hoeft allemaal niet. Met gepaste trots brengen wij u nu al de einduitslag van de Kamerverkiezingen 2012. Volgens onze markt dan toch. In onderstaande tabel staan ook de percentages, want dat is wat er echt op de markt is bepaald. Voor de volledigheid ook de laatste peilingen van de Politieke Barometer en Maurice de Hond.

  VVD PvdA PVV CDA SP D66 GrnL ChrU Ov
PAM 32 31 18 14 25 13 5 5 7
% 20.81% 20.48% 12.17% 9.50% 16.31% 8.98% 3.15% 3.24% 5.33%
PolBar 37 36 17 13 21 10 4 5 7
MdeH 36 36 18 12 20 11 4 5 8

Ook onze handelaren voorzien een nek-aan-nek race tussen PvdA en VVD. Meest opvallend is dat beide partijen rond de 32 zetels blijven hangen, terwijl ze bij de peilers zijn doorgeschoten naar boven de 35. Al is een mogelijke verklaring voor dat verschil natuurlijk ook dat het virtuele geld van onze handelaren inmiddels op was. We zullen zien wie er gelijk heeft.

De oplettende lezer merkt op dat de zetelverdeling net iets anders is dan wat nu nog in de rechterkolom staat. Als we namelijk netjes rekening houden met lijstverbindingen (wat we in de rechterkolom niet doen), schuift er nog net een restzetel van D66 naar GroenLinks (dank).

Morgen gaan we evalueren. Daarna is het eindelijk weer tijd voor andere dingen.

PvdA de grootste

Nog twee dagen voor de verkiezingen. En dat levert heftige koerswisselingen op op onze Politieke Aandelenmarkt. Hieronder de stand van hedenochtend, waar de PvdA duidelijk de grootste is. In onderstaande tabel de virtuele zetelverdeling, in de rij ‘Verschil’ het verschil met het vorige beursbericht. Voor de volledigheid ook de laatste peilingen van de Politieke Barometer en Maurice de Hond. Nog steeds blijft de VVD op de markt hardnekkig achterlopen bij de peilingen, ondanks een winst van 3 zetels.

  VVD PvdA PVV CDA SP D66 GrnL ChrU Ov
PAM 30 33 19 14 23 14 5 5 7
Verschil + 3 + 6 + 1 – 3 – 3 – 2   – 1 – 1
PolBar 35 35 19 13 21 11 4 6 6
MdeH 33 32 19 12 23 13 4 5 9

Denkt u dat u het beter weet? U kunt nog net meedoen. Het is leuk en kost niets. Volg de instructies op deze pagina.

Als de stembussen opengaan, sluit de markt. Woensdagochtend de eindstand.

Nek aan nek aan nek

Spectaculaire ontwikkelingen op onze Politieke Aandelenmarkt, waar de PvdA stug door blijft groeien en vanochtend met 27 zetels zelfs nipt de grootste is. De VVD gaat fors onderuit en staat nu ook op 27 zetels, maar met een half procentje minder dan de sociaaldemocraten. Een neuslengte daarachter de SP, met 26 zetels.

In onderstaande tabel de virtuele zetelverdeling op basis van de koersen van hedenochtend, in de rij ‘Verschil’ het verschil met vorige week. Voor de volledigheid ook de laatste peilingen van de Politieke Barometer en Maurice de Hond. Vooral het verschil bij de VVD tussen peiling en markt is opvallend. Die zetels komen met name ten goede van CDA en D66.

  VVD PvdA PVV CDA SP D66 GrnL ChrU Ov
PAM 27 27 18 17 26 16 5 6 8
Verschil – 5 + 3 + 2   – 3 + 1 + 1   + 1
PolBar 35 30 18 14 24 14 3 4 8
MdeH 35 25 18 12 29 13 5 6 7

Denkt u dat u het beter weet? U kunt nog steeds meedoen. Het is leuk en kost niets. Volg de instructies op deze pagina.

Wat het volk wil

Bij de stemwijzer vullen kiezers hun mening in over 30 stellingen, waarna zij een stemadvies krijgen. Een aardig bijproduct van deze site is de statistiek over de voorkeuren van de verzamelde deelnemers. Als iedereen één keer meedoet en zijn/haar oprechte mening invult is dit een geweldige opiniepeiling. Dat komt vooral door de omvang van de steekproef. Toen ik vanochtend op de site keek waren er al 1.553.927 stemwijzers ingevuld.

Natuurlijk wordt aan de voorwaarden voor een echte steekproef niet voldaan. Ik vul de stemwijzer zelf minstens twee keer in, één keer voor een stemadvies en één keer met andere antwoorden om te kijken met welke partijen ik het helemaal niet eens ben. Als iedereen dat doet zijn de statistieken waardeloos. Aan de andere kant heeft een gewone enquête ook zo zijn nadelen, en heeft de stemwijzer als voordeel dat een eerlijk antwoord voor de deelnemer tot een nuttig advies leidt. Dat motiveert wellicht om open kaart te spelen.

In het verleden heb ik resultaten van eerdere stemwijzers gebruikt om te kijken hoe Nederlanders over economische onderwerpen denken (hier en hier). De conclusie was beide keren dat die gedachten nogal afwijken van de standaard economische wijsheden: liever geen lump sum, geen flexibiliteit of concurrentie. De kiezer heeft ook niet veel op met vrij verkeer van arbeid of een onafhankelijke centrale bank.

De aankomende verkiezingen geven de mogelijkheid om te kijken of er ook beweging zit in die meningen. Anderhalf jaar geleden waren er Provinciale Statenverkiezingen; er was er toen een stemwijzer Eerste Kamer beschikbaar. In de huidige stemwijzer is aantal stellingen (vrijwel) gelijk gebleven. Daarmee kunnen we zien of Nederlanders van mening veranderd zijn.

Kiezers kunnen bij elke stelling kiezen voor eens of oneens, of  voor geen mening. Ook kunnen ze achteraf aangeven welke stellingen voor hen belangrijk zijn. In de tabel hieronder staan de percentages eens en oneens (die dus niet optellen tot 100) en de positie in de top-30 belangrijke stellingen (1 wordt het belangrijkst gevonden) die ik vanochtend op de site las. Ik licht de economische stellingen eruit:

Jaar Stelling Eens Oneens Belangrijk
2012 De leeftijd waarop iemand AOW krijgt moet 65 jaar blijven, in ieder geval tot 2020. 50% 42% 2
2011 De leeftijd waarop iemand een AOW-uitkering krijgt moet 65 jaar blijven 54% 37% 2
2012 Het moet voor werkgevers gemakkelijker worden om werknemers te ontslaan. 32% 59% 4
2011 Het moet voor werkgevers gemakkelijker worden om werknemers te ontslaan. 33% 54% 7
2012 De aftrek van de hypotheekrente moet niet verder worden beperkt. 53% 34% 1
2011 De hypotheekrenteaftrek moet de komende jaren onaangetast blijven. 53% 34% 1
2012 De hoogte van de kinderbijslag moet afhangen van het inkomen. 75% 21% 8
2011 De hoogte van de kinderbijslag moet afhankelijk worden van wat iemand verdient. 74% 21% 5
2012 De regering moet de studiebeurs afschaffen. Studenten moeten voortaan geld lenen voor hun studie. 17% 77% 3
2011 Het collegegeld moet fors omhoog voor studenten die meer dan een jaar extra over hun studie doen. 33% 56% 3

Als eerste valt op dat er maar weinig beweging zit in de percentages. Iets minder kiezers willen de AOW-leeftijd handhaven, ondanks de minder scherpe stelling. Over ontslagrecht, hypotheekrente en kinderbijslag zijn de meningen vrijwel exact hetzelfde verdeeld als vorig jaar, alleen het aantal tegenstanders van een minder streng ontslagrecht loopt iets op, met stemmers uit het kamp “geen mening” zo te zien. De laatste stelling is wat aangescherpt, wat het hogere percentage tegenstanders wellicht verklaart. In alle gevallen stemt meer dan de helft tegen wat ik de economische orthodoxie* zou noemen (AOW omhoog ivm. hogere levensverwachting, flexibele arbeidsmarkt, afbouwen HRA, zoveel mogelijk lump sum uitkeringen, en investeringen in menselijk kapitaal zelf  bekostigen). En dat niet uit desinteresse, want deze stellingen worden ook nog eens het belangrijkst gevonden.

Het volk tegen de economen? Dat beeld wordt wat afgezwakt als we naar de andere economische stellingen kijken, degenen die vorig jaar niet op de lijst stonden:

Stelling Eens Oneens Belangrijk
Het tekort op de begroting mag in 2013 niet meer dan 3% bedragen. 58% 24% 7
Gemeenten moeten zelf kunnen bepalen of de winkels op zondag open mogen zijn. 82% 14% 26
Er moet Europees toezicht op banken komen. 75% 16% 10
De periode dat iemand een WW-uitkering krijgt moet veel korter worden, maar het bedrag moet de eerste maanden wel omhoog. 33% 50% 11
Verhuurders van woningen moeten zelf kunnen bepalen hoeveel huur ze vragen. 32% 62% 16
Er moet meer concurrentie tussen zorginstellingen (marktwerking) komen. 35% 55% 12

Over het tekort kun je van mening verschillen, afhankelijk van de waarde die je hecht aan Europese regels (voor ons en andere landen) maar de kiezer gaat hier niet voor het makkelijke antwoord. Zondags winkelen is populair maar niet belangrijk, Europees bankentoezicht wel. Voor die twee stellingen  is waarschijnlijk wel een groot  aantal economen te vinden. Verder graag niets veranderen: de WW moet zo blijven, geen vrije huurmarkt en geen vrije zorgmarkt.

Het behoudzuchtige beeld dat opstijgt uit deze statistieken is misschien wat geflatteerd. De kiezer mag aangeven hoe het moet, maar er is geen beperking op de mogelijkheden. Een echte afruil wordt niet gevraagd, wat het makkelijk maakt om voor hoge uitkeringen en lage belastingen te kiezen. Een stemwijzer die rekening houdt met schaarste zou misschien een beter beeld geven.

* Het is mij bekend dat er voor elke mening ook een econoom bestaat – ik probeer hier aan te geven wat men, op grond van het wereldbeeld dat in de standaard economische theorie geschetst wordt, zou kunnen vinden.

PvdA rukt op

Daar is ie weer, ons onregelmatig verschijnend overzicht van de laatste verschuivingen op onze Politieke Aandelenmarkt. De PvdA is bezig met een opvallende opmars, met 2  zetels winst ten opzichte van de vorige keer. Die winst gaat rechtstreeks ten koste van de SP.

In onderstaande tabel de virtuele zetelverdeling op basis van de koersen van hedenochtend, in de rij ‘Verschil’ het verschil met het vorige beursbericht, alweer een kleine maand geleden. Voor de volledigheid ook de laatste peilingen van de Politieke Barometer en Maurice de Hond. En TNS NIPO hebben we er ook maar eens bijgezet.

  VVD PvdA PVV CDA SP D66 GrnL ChrU Ov
PAM 32 24 16 17 29 15 4 6 7
Verschil + 1 + 2 – 1   – 2 + 1 – 1    
PolBar 34 22 19 14 30 14 5 6 6
MdeH 32 18 18 14 35 14 5 7 7
TNS Nipo 36 24 15 13 30 12 4 7 6

Uiteraard kunt u nog steeds meedoen. Het is leuk en kost niets. Volg de instructies op deze pagina.