Vuurwerkaccijns

Het jaar loopt op zijn einde op de gebruikelijke wijze: terugblikken, gedoe met vuilnisbakken, geknal in de straat en de jaarlijkse ingezonden brief van een oogarts. Die gaat vandaag weer flink los:

In Nederland krijgen we het voor elkaar om door privé-pretvuurwerk in twee jaarwisselingen meer oogletsels te veroorzaken dan alle 512 oogtrauma’s opgelopen door Amerikaanse troepen gedurende vier jaar militaire vijandelijkheden in Irak. […] Als er ergens in de wereld een reisbestemming zou zijn met een zo hoog risico op letsel door explosieven als ons eigen land rond oud en nieuw, dan zou onze regering voor een dergelijk land een negatief reisadvies afkondigen.

De man wil uiteraard een verbod op het afsteken van vuurwerk. Dat gaat er niet komen, vanwege de “maatschappelijke weerstand” (zie artikel en reacties hier voor een voorbeeld, en is deze man serieus?). Er zijn nou eenmaal veel mensen die graag het risico op medische schade lopen voor hun pleziertje. Hoogstens kun je je afvragen of de externe effecten (vervuiling, zorgkosten, lawaai) niet wat groot zijn.

Wie er even over nadenkt ziet de overduidelijke parallel tussen vuurwerk en dat andere volksvermaak: de sigaret. Slecht voor de gezondheid, ook voor die van anderen, vervuilend, verslavend, geliefd en gehaat. En niet verboden; de negatieve effecten van het roken worden alleen beperkt door een Pigou-belasting, de accijns op tabak. Een forse heffing die de externe effecten beprijst, de overheid veel geld oplevert en de welvaart verhoogt.

Nou ben ik geen expert, maar vijf minuten googelen (naar hier en hier) geven aan dat er in Nederland slechts BTW op vuurwerk wordt geheven, maar geen accijns. Dat lijkt me een mooie inkopper voor de volgende begroting: er is geen reden waarom vuurwerk (omzet 2010: 65 miljoen) niet minstens onder hetzelfde tarief als tabak (accijns: zo’n 50%) zou moeten vallen. Zowel direct als via de bespaarde zorgkosten zou dat miljoenen opleveren.

Het volgende jaar

Een oud-collega van mij mocht graag onderscheid maken tussen open loop en closed loop modellen. Het verschil tussen de twee is of het model de reactie van, laten we zeggen, omstanders meeneemt in de berekeningen.

Een simpel voorbeeld van een open loop model is het volgende: ik laat in mijn bedrijf de kraan in de wc openstaan en stop papier in de afvoer. Na een paar minuten loopt het water over de vloer, een uurtje later is de hele gang drijfnat en na een paar weken is het hele gebouw volgelopen. Mooi model, maar in werkelijkheid komt er waarschijnlijk een collega voorbij die snel de kraan dichtdraait. In het closed loop model reageren omstanders op onacceptabele omstandigheden.

Ik schrijf weinig op deze site de afgelopen tijd. De euro-crisis eist zijn tol: iedere avond val ik uitgeput op de bank en staat het me tegen om nog maar weer iets zinnigs over de Europa te schrijven. Tegelijkertijd is het de periode er niet naar om pietluttige dingetjes aan de kaak te stellen. Ik doorbreek deze cyclus met behulp van, jawel, Barry Eichengreen (eerder) die in een verstandig stuk het volgende punt maakt: als u een voorspelling voor volgend jaar wilt doen, zorg dan dat uw model closed loop is.

Veel experts die hun zegje over de huidige crisis mogen doen, komen met analyses van het type “als er nu niets gebeurt, kan er iets vre-se-lijk misgaan”. Mooi, denk ik dan, dan zal er dus wel iets gebeuren. Op het laatste moment grijpt de ECB toch in; stemt de regering toch voor; komen de schuldeisers toch over de brug, etcetera. Omdat de alternatieven niet te pruimen zijn. Zolang er nog iets te redden valt, mogen we ervan uit gaan dat dat ook gebeurt. Volgens Eichengreen gaat het daarom volgend jaar nog niet grandioos mis. Het is natuurlijk wel zaak om die tijd verstandig te gebruiken. Het voorgoed oplossen van de problemen gaat namelijk langzaam, wat ook een reden is om geen wonderbaarlijk jaar te verwachten. Conclusie: geen ramp, maar ook geen voorspoed in 2012. Wat de economie betreft dan. Ik ga ervan uit dat u er gewoon een fantastisch jaar van maakt.

Prijzen fixen

Het was gisteren smullen voor mededingingseconomen. ’s Ochtends kwam het bericht dat de EU onderzoek doet naar prijsafspraken voor e-boeken. Interessant geval, de EU is wat vaag, maar hier staat een analyse.

Nog smeuiger is het bericht later op de dag dat de NMa invallen heeft gedaan bij KPN, Vodafone en T-Mobile, wegens verdenking van prijsafspraken en het verdelen van de markt. Aanleiding is de verklaring van een klokkenluider, hier en hier. Nieuwsuur wijdt er een item aan.

Rekeningponyrijden

Peak load pricing. We kennen het allemaal wel. Wanneer, bijvoorbeeld in het geval van electriciteit, de vraag hoog is gaat de prijs omhoog om de schaarse capaciteit optimaal in te zetten. We zijn dan ook verheugd dat Ponypark Slagharen nu volgens deze principes opereert:

Als eerste attractiepark ter wereld hanteert Attractie- & Vakantiepark Slagharen een systeem van flexibele toegangsprijzen. De entreeprijs kan per dag verschillen, afhankelijk van de bezetting die dag, de verwachte drukte en het aantal dagen voor aankomst. De toegangsprijs kan hierdoor uiteenlopen van € 12,50 op een rustige dag tot € 24,50 op een drukke dag. [?¦] Deze prijs is flexibel en kan dus naarmate de dag dichterbij komt aangepast worden.

Uiteraard zijn consumenten er niet onverdeeld blij mee. Achterop de laatste Consumentengids beklaagt mevrouw de Vries uit Papendrecht zich.

Dus je moet meer betalen wanneer er een rij staat voor attracties? Dat is toch vreemd!

Tja. Toch een beetje een argument in de categorie “met rekeningrijden betaal je alleen maar om in de file te staan" dat het effect van prijsprikkels volledig ontkent [dank aan Peter].

De toegevoegde waarde van de financiële sector

Anekdote van achter de handelsschermen: een hedgefonds-manager maakte jarenlang mooie winsten met een arbitragehandeltje. Hij had ontdekt dat product A en B te combineren vielen tot product C, en dat de prijs van A+B een stuk lager was dan die van C. Het gratis geld rolde binnen en de manager reed een mooie auto. Tot op een dag de handel helemaal stilviel en zijn inkomsten opdroogden. Wat was er gebeurd? De firma Bloomberg, verantwoordelijk voor de getallen op vrijwel alle handelsschermen, had een update rondgestuurd waarin de arbitragemogelijkheid voor iedereen in één oogopslag te zien was. Weg inkomsten, weg auto; Bloomberg bedankt.

Het is nuttig om eens na te denken wat dit akkefietje betekent voor de totale productie zoals gemeten in het Bruto Binnenlands Product. In de jaren dat de manager geld verdiende aan de ongelijke prijzen liep zijn omzet het BBP binnen. Als de kopers van C consumenten waren daalt in de nieuwe situatie het BBP. Waren het bedrijven, dan daalt in ieder geval het aandeel van de financiële sector in het BBP. En dat terwijl de totale welvaart na afloop hoger is. De prijzen van A+B en C zullen dichter bij elkaar liggen (want het fonds zit er niet meer tussen) wat goed is voor producenten van A en B en gebruikers van C. Dat is herverdeling; verder zullen de veranderde prijzen ook nog leiden tot extra handel, wat de totale welvaart verhoogt.

Goed, BBP is dus een slechte maatstaf van de welvaart, dat wisten we al. Maar het aandeel van de financiële sector is dus ook een slechte maatstaf voor de welvaart die de sector in een economie creëert. Om allerlei voor de hand liggende redenen is er plots veel belangstelling voor de omvang van die gecreëerde welvaart. Wouter Den Haan runt een aardige discussie op Vox en dit is CPB-econoom Michiel Bijlsma. Wij schreven er eerder dit over.

EEA/ESEM online

Voor wie zoals ik niet in staat was de laatste bijeenkomst van de European Economic Association en Econometrics Society in Oslo bij te wonen: de videos van alle plenaire sessies staan nu integraal online: Krusell, Holmstrom, Pissarides, Athey, Wright, Acemoglu en een Nobel sessie. En dat is erg mooi. Alle videos staan op 1 pagina wat het ook mogelijk maakt ze tegelijkertijd af te spelen hetgeen een nogal desorienterend effect geeft. Maar dit terzijde.

Oh ja, ook niet onbelangrijk; de sessie over hoe je je werk gepubliceerd kan krijgen is ook te bekijken.

Hoe is het nu met?

Bij gebrek aan belangrijk economisch nieuws vandaag een korte terugblik op de onderwerpen van eerdere berichten op deze site.

  • De Z24-conjunctuurindicator heeft z’n eerste confrontatie met de werkelijkheid overleefd. Helemaal te vergelijken met de CBS-cijfers is het niet, maar toch: het derde kwartaal bleek de Nederlandse economie gekrompen ten opzichte van Q2, een resultaat dat de indicator al voor september voorspelde.
  • De econoom de even in het wereldwijde spotlicht stond met zijn bizarre working paper over groeitheorie heeft over die ervaring, welja, een working paper geschreven.
  • En vandaag horen we dat Google de stekker trekt uit de eigen enyclopedie Knol. Dat betekent helaas dat Hilco Knol de miljoenen aan zich voorbij heeft laten gaan. We wensen hem desondanks veel succes met zijn stofzuigeronderneming.

Italianen

Nu Italië in het brandpunt van de belangstelling staat zie je steeds meer artikelen als deze verschijnen, over de rotte structuur van de Italiaanse economie:

Daarbij frustreren veel ouderen de carrière van de nieuwe generatie. Zij menen recht te hebben op een baan-voor-het-leven, terwijl jongeren van rotbaantje naar rotbaantje moeten hoppen. Jonge mensen die iets van hun leven willen maken, vluchten naar het buitenland.

Ik weet niet hoe het met u is, maar dit komt precies overeen met mijn eigen ervaring. Op elke plek waar ik de afgelopen 15 jaar gewerkt heb, kwam je steevast een stuk of vijf jonge Italianen tegen. Slim, goed opgeleid en niet zelden last van een behoorlijke dosis heimwee. Als je vroeg waarom ze dan niet liever naar huis gingen kreeg je een mismoedig antwoord over de onmogelijkheid om geschikt werk te vinden.

En dat is misschien het goede nieuws voor de Italianen: over heel Europa verspreid zit een leger bekwame arbeidskrachten te wachten tot het land klaar is voor hun terugkeer. Om maar niet te spreken van de andere Europeanen die wel eens een tijdje in de zon zouden willen werken. Daar zit een behoorlijk stuk potentiële groei.

Tegelijkertijd realiseer ik me dat ik in al die jaren nooit een Griek ben tegengekomen.

Strengere eisen, minder geslaagden

Voor wie eindexamen doet aan de middelbare school zal het ene vak belangrijker zijn dan het andere. Wie dreigt te zakken op een vijf voor wiskunde zal meer belang hechten aan het examenresultaat bij dat vak, dan aan vakken waar de voldoende al zeker is. Toch heeft dit geen enkel effect op de moeite die de scholier voor verschillende vakken doet.

Dat is althans de veronderstelling van de VO-raad, die de gevolgen van de strengere exameneisen heeft doorgerekend. De methode: de gehaalde cijfers onder het oude regime worden opnieuw beoordeeld onder het nieuwe regime. Daar komt een mooi bangmaak-resultaat uit: er komen 18.000 extra zakkers.

Wie wel eens een echte middelbare scholier heeft gezien weet dat dit een idiote voorstelling van zaken is. De scholier weet precies hoeveel er nodig is om marginaal aan de minimale eisen te voldoen. Het is ondenkbaar dat een verzwaring van die eisen geen gevolgen heeft  voor het gedrag. Wie getallen publiceert over de gevolgen van zwaardere eisen en daar geen rekening mee houdt, heeft de plicht die tekortkoming in de methode prominent te melden. Nu zien we in het persbericht precies één bijzin, die de krant niet haalt (en ook nog eens erg onaardig is tegen leerlingen van het vmbo): “Daar komt bij dat calculerend gedrag zich voornamelijk zal voordoen bij havo en vwo-leerlingen en minder bij vmbo-leerlingen.”

Een matig onderzoek. Toch geeft deze fout wel aan wat er mis aan het huidige systeem: het examen kent maar twee uitkomsten (slagen of zakken). Extra moeite doen om het cijfer boven de zes op te krikken loont niet. Dat leidt tot de bovenstaande onderschatting van wat de middelbare scholier potentieel zou kunnen, maar het geeft ook aan hoe het beter kan: als meer belang wordt gehecht aan de cijferlijst, en niet alleen het diploma, gaan scholieren ook beter hun best doen. [Eerder hier]