De EK-poule

Twee jaar geleden was het WK voetbal, een evenement waar we destijds op deze site veel aandacht aan besteed hebben. Het is een kleine moeite om de berichten van toen naar de tegenwoordige tijd om te zetten, met betrekking op het aanstaande EK. Zoals dit bericht, dat meldde dat het aandeel Nederland op de WK-markt bij Tradesports 0.057 noteerde. De kans dat Nederland op het moment van schrijven de EK op zijn naam schrijft ligt, volgens dezelfde bron, tussen de 6 en de 7,5%. Duitsland is favoriet.

En mag ik ook nog even wijzen op mijn eigen commentaar van destijds? Wie maximaal gelukkig wil worden moet in zijn EK-poule, als fan van oranje, inzetten op verlies van Nederland. Dan is er namelijk altijd iets te vieren. Nog steeds een goed advies, maar luisteren, ho maar.

Marktprijzen voor taxi’s

Hoe ik afgelopen vrijdag verzeild raakte in de menigte die in de ArenA een concert van de Toppers ging bezoeken, daar moeten we het later maar eens over hebben. Het waren veel mensen, zo’n 56.000 riep de suppoost mij toe, en die moesten ‘s avonds allemaal naar huis. Degenen die op een taxi gerekend hadden kwamen van een koude kermis thuis:

Veel taxichauffeurs weigerden een ritje van de Amsterdam ArenA naar het stadscentrum omdat het te weinig opleverde. Als ze wel bereid waren het ritje aan te nemen, vroegen velen de torenhoge prijs van 40 euro

Daar gaan we weer: de taximarkt. Strikt genomen hebben de chauffeurs natuurlijk gelijk: bij zeer grote vraag moet de prijs omhoog totdat die gelijk is aan het aanbod. Maar er is een reden dat het aanbod zo klein is, namelijk de niet aflatende druk van de TCA om alleen de eigen wagens in Amsterdam toe te laten. De 40 euro die gevraagd (en gekregen) wordt voor een ritje is het directe resultaat van de monopoliemacht van de corporatie. In een werkelijk vrije taximarkt had er een vloot aan taxi’s klaargestaan uit de wijde omgeving van de hoofdstad, en had de prijs op normaal niveau gelegen.

De “aasgieren in taxi’s” waar de Telegraaf over klaagt zijn dus niet de chauffeurs die hun schaarse ritje aan de hoogste bieder verkopen, maar degenen die het aanbod van taxi’s beperken door het frustreren van de toetreding, hetzij door intimidatie, hetzij door het vragen om regels. Het publiek van de Toppers heeft een voorbeeld gekregen van de situatie met onvoldoende marktwerking, laten we hopen dat de les blijft hangen.

Het economiexamen

Och, de moderne tijd. Gisteren was het eindexamen economie voor de HAVO en nu al kunnen wij een exemplaar downloaden [pdf] voor een korte inspectie.

Voor wie is opgegroeid met economieles waarin het hoogtepunt het uitrekenen van de multiplier was is dit examen een verfrissend proefwerk. Van die oude stof is alleen iets te zien bij de vragen over structuur- en conjunctuurwerkloosheid. Wat wel opvalt is dat ongeveer de helft van de opgaven in feite rekenwerk zijn (“redactiesommen” zeiden wij vroeger) en niet zoveel met economie te maken hebben. De opdracht om een opinieartikel over marktwerking te schrijven vond ik zeer verrassend. Lastiger te beoordelen dan de sommetjes, maar wel relevant.

Alleen dit: Gebruik voor het vervolg van het artikel 120 woorden; een afwijking van 20 woorden is toegestaan. Wat is dat nou weer voor een budget constraint? Maandag het VWO.

Milieu- en prijseffecten van de vliegtax

Een tijdje geleden schreef ik over een petitie die gericht was tegen de zogenaamde vliegtax. Die petitie zei dat er nauwelijks een positief milieueffect zou zijn. Niet waar, zei ik:

Als een ticket duurder wordt, worden er minder verkocht. Minder klandizie leidt tot minder vluchten. Als dat geen positief milieueffect is dan weet ik het niet meer.

Mijn stelligheid werd door onze oplettende commentatoren al betwijfeld:

Het is helemaal de vraag of er wel zoveel minder tickets zullen worden verkocht als deze tax wordt ingevoerd. Wie zegt dat mensen niet opeens vanaf Brussel, Frankfurt of Bremen gaan vliegen?

Dat kan, natuurlijk. Er bestaan vast mensen die zonder tax vanaf Schiphol vliegen maar met tax vanuit Duitsland. Er bestaan ook mensen die met tax helemaal niet meer vliegen en dus is het milieueffect nog steeds positief. Dacht ik.

Maar nu dit. Het blijkt dat het aanmerkelijk voordeliger kan zijn (zelfs voor mensen die in Amsterdam beginnen) om met de auto naar Düsseldorf te rijden, terug te vliegen naar Schiphol en vanaf daar de geplande vlucht naar, bijvoorbeeld, New York aan te vangen. Dat scheelt honderden euro’s en dat verschil loopt nu op omdat transferpassagiers geen vliegtax betalen. En zo leidt de vliegtax tot extra vluchten.

Op het eerste gezicht lijkt dit de doodsteek voor de huidige belasting. Maar wacht eens even – waarom verkoopt de KLM haar vluchten naar New York eigenlijk zoveel goedkoper als de reiziger in Düsseldorf begint? Zou dat een kwestie van concurrentie zijn? Als de marktmacht van KLM op Schiphol groter is dan in Duitsland, dan heeft de vliegtax op termijn een positief effect: de aanbieder betaalt een gedeelte van de belasting en dus zullen de prijzen voor vluchten vanaf Schiphol (ex-belasting) gaan dalen (zie de theorie). Dat zal een gedeelte van de uitwijk naar Duitsland voorkomen. Maar of het milieueffect uiteindelijk positief is, dat weet ik niet meer.

Concurrentie!

Hoe hebben we dit nu weer kunnen missen? De FEW van de Erasmus Universiteit doet al negen maanden de blog:

EconomieOpinie.nl is een initiatief van de Faculteit der Economische Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De website is een opinieplatform met nieuwswaardige en actuele opiniestukken over economische onderwerpen in binnen- en buitenland.

Misschien moet de afdelingen Marketing (wie heeft dit nog meer gemist?) en IT (waar is de RSS, bijvoorbeeld?) er ook nog even naar kijken. Maar de inhoud is gevarieerd en interessant, hoewel soms wat aan de lange kant. Zoals dat gaat is de consument bij een extra toetreder beter af (ook al is de prijs nul), kortom, goed nieuws.

[Dank aan Bert]

Sparen voor het prepensioen

Werknemers jonger dan 58 jaar kunnen hun vroegpensioen wel vergeten, schrijft de Volkskrant. Financiën maakt bijsparen via pensioenfondsen onmogelijk door een strikte interpretatie van de belastingregels.

  • Waar gaat het over? Laten we eerst duidelijk stellen: iedereen is vrij om met pensioen te gaan wanneer hij of zij wil. Gewoon je baan opzeggen en lekker thuis gaan zitten. Het gebrek aan inkomen vang je op door van tevoren flink te sparen. Maar daar zit ‘m de kneep: als je via een pensioenfonds spaart, levert dat twee belastingvoordelen op: er wordt pas bij uitbetaling inkomstenbelasting geheven, vaak in een lagere schaal (scheelt zo’n 10 procent-punt) en tot die tijd is er geen vermogens-rendementheffing (scheelt 1,2% per jaar). Wie op z’n 55e een zelf een bedrag spaart houdt een kwart [xls] minder over dan wie via een pensioenfonds spaart. De hoeveelheid die via een pensioenfonds bijgespaard mag worden is nu beperkt.
  • Waarom? Twee goede redenen: ten eerste haalt de staat zo meer belastingen binnen. Ten tweede moedigt dit mensen aan langer door te werken, waarmee een tekort aan arbeid de komende jaren bestreden wordt. Dat is hard nodig.
  • Protest! Inderdaad, 4 jaar geleden was er massaal protest tegen ingrepen in de vervroegde uittreding. Met het akkoord dat daarna gesloten werd dacht men de prepensioenen nog tijden te kunnen aanbieden. Dat valt nu tegen en dus maken de uitvoerders zich boos. Maar destijds ging het om een grote beleidsoperatie; het is een stuk moeilijker om massa’s op de been te krijgen omdat de staatssecretaris een strikte interpretatie aan de fiscale ouderdomspensioenruimte geeft.
  • Wie wint? Als de belastingvoordelen gewoon zouden blijven, krijgt de overheid minder geld binnen. Dat betekent dat er minder uitgegeven kan worden, of dat iemand anders meer moet betalen. Iedereen die niet met vroegpensioen wil maar wel belastingen betaalt, heeft hier dus voordeel bij. Dat zijn met name de jongere generaties.

Zo ongeveer. Om 11:35, op Radio 1, probeer ik deze subtiele zaken helder aan het volk door te geven. Commentaar? Graag voor die tijd! Te laat. Hier de hele uitzending, hier uw blogger, [2.6Mb MP3] hees en via de telefoon.

Speculeren op voedselprijzen

De afgelopen dagen is uit twee kampen opgeroepen de handel in futures op voedsel te verbieden. Een Indiase minister deed het en, voor ons het meest relevant, ook Ieke van den Burg (MEP,PvdA). De handel is namelijk “onethisch en absoluut verwerpelijk” en maakt “winsten over de ruggen van de allerarmsten”. Maar mevrouw Van den Burg zit er deerlijk naast, haar bewering is niet alleen feitelijk onjuist maar zelfs tegengesteld aan de werkelijkheid: het verbieden van de handel in futures is schadelijk voor de allerarmsten.

Een future is een contract waarbij de prijs voor een levering in de toekomst wordt vastgelegd. Ik lever volgend jaar 1000 ton maïs tegen €5 per ton. Die afspraak staat, ongeacht wat er ondertussen met de maïsprijs gebeurt. Voor mij, de producent, is daarmee de onzekerheid over de leveringsprijs verdwenen.

Dat is nuttig. Zonder futures produceert een boer namelijk een combinatie van twee dingen: een product, zeg maïs, met een verwachte prijs en daarnaast een risico, een deelname aan een loterij, dat voortkomt uit de onzekerheid omtrent die prijs. Futures maken het mogelijk om afstand te doen van dat tweede product, terwijl het eerste product beschikbaar blijft. De tegenpartij die het risico overneemt bestaat uit beleggers die het graag willen dragen, maar die niet geïnteresseerd zijn in het eerste product.

Het is logisch dat het bestaan van futures het aanbod van voedsel vergroot: sommige boeren die niet willen produceren onder onzekerheid zullen dat wel durven als de prijs vaststaat. Verder geven future-prijzen informatie over de gewassen waar, op het moment dat ze geoogst worden, de meeste vraag naar zal zijn. Die informatie helpt tekorten voorkomen.

Wat er op dit moment gebeurt is dat de loterij een grote uitbetaling heeft gedaan: de prijzen van voedsel zijn enorm gestegen. Achteraf kun je dus zeggen dat de boeren het risico beter zelf hadden kunnen dragen. Maar dat is niet eerlijk, want die informatie was bij het aangaan van het contract nog niet bekend. De prijzen hadden ook kunnen dalen. Het is onwaarschijnlijk dat mevrouw Van den Burg dan had geklaagd over de allerarmsten die er met het geld van Westerse beleggers vandoor zijn gegaan.

Anders gezegd: je kunt speculatie niet één kant op verbieden. Wie zegt dat beleggers geen winst mogen maken op dit soort contracten, zegt ook dat boeren zelf de verliezen moeten dragen als de prijs lager uitvalt. Dat is ook het directe effect van een verbod op de handel in futures. Een boer die het risico op de prijs niet kan verkopen is in zijn keuzevrijheid beperkt en dus kan het niet anders of een aantal boeren zal dan besluiten om minder te planten. Dit verlaagt het aanbod en drijft de prijs van voedsel op, met ernstige gevolgen voor de armste mensen in de wereld. (update: meer standpunten in Trouw.)

Vrije dagen

Zo, ik zit weer in mijn kantoor na een week van verplichte vrije dagen. Het is een verwarrende tijd voor wie een afspraak wil maken, boodschappen wil doen of een bedrijf probeert te bereiken. Zou het beter zijn om al die collectieve vrije dagen op te heffen en ze als gewone verlofuren terug te geven? Columnist Frank Kalshoven denkt van wel. Zijn belangrijkste economische argument is een betere spreiding van de vraag naar vrijetijds-goederen en -diensten en een uitbreiding van de keuzevrijheid.

Dat zijn lovenswaardige zaken, maar de eerlijkheid gebiedt mij te melden dat de economie in dit geval ook een argument vóór collectieve vrije dagen geeft. Dit artikel van Steven Landsburg geeft een goede samenvatting, hier is een academisch paper. Het idee is dat de verplichte vrije dagen een belangrijke coördinerende functie hebben die waardevol is omdat vrije tijd meer opbrengt als anderen op dezelfde dag óók vrij zijn. Het is teveel gedoe om met al je vrienden af te spreken om dezelfde dag vrij te nemen, maar als iedereen met Hemelvaart toch thuis zit is dat een prima gelegenheid voor een barbecue. Of zoiets.

Zoals gebruikelijk gaat het niet om de extremen van helemaal geen, of uitsluitend, collectieve vrije dagen maar om de vraag welk percentage collectieve vrije dagen optimaal is. Voor mijn eigen gevoel is de balans tussen collectief en vrij op dit moment eigenlijk wel goed. Maar die afweging zal anders zijn voor ouders met oudere kinderen, die hun keuzevrijheid ernstig beperkt zien door de schoolvakanties. Voor hen zou het afschaffen van Hemelvaart en Pinksteren zeker een verbetering zijn. Maar het spreidingsargument van Kalshoven gaat voor hen pas op als verschillende scholen daarvoor in de plaats verschillende vrije dagen geven.

Langer leven

Stel, je hebt een hekel aan sporten maar overweegt om eraan te beginnen omdat het leidt tot een langer leven. Maar stel ook dat Midas Dekkers gelijk heeft en de lengte van je leven (in verwachte waarde) exact toeneemt met de tijd die je aan sporten besteedt. Is er dan nog sprake van een opbrengst?

Ik zou zeggen: ja. Ik weet niet hoe het met u is, maar ik brand van nieuwsgierigheid over de gebeurtenissen in 2060. Als ik, door vandaag een rondje hard te lopen, de kans groter maak dat ik de Olympische Spelen van dat jaar kan zien (als ze nog bestaan) dan is dat een opbrengst. Idem voor het meemaken van mijn achterkleinkinderen en de Linux kernel versie 12.2.0. Je kunt zeggen: ik hecht waarde aan absolute tijd.

In de bovenstaande simplificatie van het effect van sporten kun je, als het ware, je leven even op pauze zetten. Als zo’n techniek echt bestond, dan was er vast wel vraag naar. Maar nu de economie. Want als ik een standaard intertemporele nutsfunctie maximaliseer met een positieve tijdsvoorkeurvoet, dan wil ik helemaal geen pauze in het leven. Alles wat verder weg ligt is immers minder waard. Klopt dat model eigenlijk wel?

(Onbegrijpelijke anecdote voor theoretici volgt.)
Lees verder “Langer leven”

Hendrik Houthakker

Vandaag wordt bekend dat op 15 april Hendrik Houthakker is overleden. De in Amsterdam geboren econoom werkte sinds 1952 in de Verenigde Staten en werd door Nederlandse journalisten steevast omschreven als “volledig ver-Amerikaanst”. (pronounced HOW-tak-er, staat er in het bericht over zijn dood). Houthakker is tot nu toe de enige Nederlander die ooit de fameuze John Bates Clark medaille voor economen onder de 40 heeft gewonnen (zie eerder hier). Wikipedia heeft een verrassend technische samenvatting van zijn belangrijkste resultaat.