Deze dagen schrijven de kranten over twee voorgestelde heffingen op specifieke producten. De ene kennen we al een tijdje, de heffing op harddisk-recorders en MP3-spelers die muzikanten schadeloos moet stellen voor illegaal gekopieerd werk. In onze archieven staat waarom dit een slecht idee is (1,2,3). Het nieuwe voorstel is een heffing op internetgebruik, deze keer om kranten te helpen de digitale revolutie te overleven.
Beide heffingen zijn gebaseerd op hetzelfde idee en kennen hetzelfde probleem. Het idee is dat sommige consumenten het werk van anderen gebruiken zonder te betalen, door middel van een nieuwe technologie. Een heffing op die technologie moet het onrecht bestrijden, maar het probleem is onnauwkeurigheid: ook gebruikers die niets verkeerd doen betalen mee.
Uit fiscaal economisch oogpunt zijn er twee overwegingen bij dit soort heffingen. Ten eerste wil je, als je besloten hebt dat een belasting nodig is, zoveel mogelijk de gebruikers laten betalen en de niet-gebruikers vrijstellen. Daarom grijpt men naar de heffing en niet in de algemene kas. Dat sommige niet-gebruikers toch meebetalen is jammer, maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor de wegenbelasting: ik betaal mee aan wegen waar ik nooit van mijn leven op zal rijden. Anders wordt het als vrijwel iedereen in Nederland een gebruiker is, dan wordt een heffing inefficiënt. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het voormalige kijk- en luistergeld. Als iedereen een televisie heeft, is controleren op het bezit ervan onnodig duur.
De tweede overweging is de verstoring die een heffing introduceert. Door de hogere prijs van internet zullen minder mensen een abonnement nemen, en dat leidt tot welvaartsverlies. De elasticiteit van van de vraag bepaalt hoe groot dit verlies is.
Er zijn drie redenen waarom een heffing op internetgebruik een slecht idee is. Ten eerste komt het, net als het kijk- en luistergeld, neer op een heffing voor vrijwel iedereen. Een aparte heffing is dan niet efficiënt. Ten tweede is te verwachten dat de vraagelasticiteit, en dus het welvaartsverlies, vooral hoog is bij mensen die het meeste baat van nieuws via internet hebben: de arme Nederlanders. Maar het belangrijkste probleem is volgens mij dit: het argument voor de heffing is gebaseerd op de maatschappelijke taak van kranten om de samenleving (en vooral de overheid) te controleren. Daarom zijn de gebruikers van het gestolen nieuws ook niet alleen diegenen die de krant op internet lezen, maar alle burgers van Nederland. Een heffing op alleen de internetgebruikers is dan niet rechtvaardig.