De overdrachtsbelasting

In onze dynamische economie moeten werknemers makkelijk kunnen reageren op economische veranderingen. Zonder al teveel kosten verhuizen hoort daarbij, en dus is de overdrachtsbelasting een domme belasting, die nog stamt uit de tijd dat de overheid het geld op moest halen op de momenten dat er veel van over de tafel ging.

Wie de belasting verlaagt, drijft echter de huizenprijs op en dus is het beter om er iets aan te doen als de huizenprijs aan het dalen is. So far so good. Maar dan de dreiging van het terugdraaien van de verlaging, op 15 juni volgend jaar. Gaan we dan weer naar het oude, domme, systeem?

Volgens mij niet. Bij een tegenvallende economische groei zal het erg moeilijk zijn het tarief weer te verhogen en in die moeilijke omstandigheden de “woningmarkt voorgoed de nek om te draaien” (hoort u de makelaars al?). Valt het juist mee, dan zal de rijksbegroting een verlenging makkelijk toelaten. De vraag is of de Nederlandse huizenkoper dat spel doorziet – ik denk het niet, en dus kunnen de notarissen en makelaars maar beter geen meivakantie boeken.

Merkel’s strafwerk

Wie even vergeten was dat Angela Merkel opgroeide in de DDR kon daar gisteren weer kennis van nemen. Op een partijbijeenkomst stelde ze dat Europeanen allemaal eenzelfde pensioenleeftijd zouden moeten hebben, en evenveel vakantiedagen per jaar. Ik snap de redenering maar het is een slecht idee. Leest u even mee?

Politici zijn zo gek nog niet. Aan de vooravond van de Europese monetaire eenwording maakten ze zich al zorgen over mogelijk uitvretersgedrag van de deelnemers. Een land zou zijn schuld ver op kunnen laten lopen om vervolgens bij de ECB voor hulp aan te kloppen. Het reputatieverlies zou dan voor alle landen zijn. Er was al een no-bail-out clausule voor de ECB bedacht, maar dat leek de politici niet genoeg. In het verdrag van Maastricht werd daarom ook afgesproken dat landen geen al te groot tekort mochten hebben. Maar helaas waren de voorwaarden van het verdrag te zacht, zie ook hier.

Nou is het één ding dat de bestaande afspraak over tekorten niet wordt nageleefd. Dat is een oplosbaar probleem waar je in de toekomst betere regels voor kunt verzinnen. Maar een veel groter probleem is dat de maatstaf van het officiële tekort helemaal niet informatief is. Ik schreef daarover eerder op deze site. Kort gezegd: als een regering een procentje minder inkomstenbelasting heft loopt het tekort meteen op, maar als dezelfde regering belooft dat iedere burger op z’n 50e met pensioen mag is dat aan het tekort niet meteen te zien. Bekend is dat bijvoorbeeld de Grieken hiervan actief misbruik maakten.

Nu is de redenatie van Merkel waarschijnlijk dat we problemen in de toekomst moeten voorkomen door het stabiliteitspact verder uit te breiden. Niet alleen regels voor het officiële tekort maar ook regels voor alle zaken die het tekort kunnen beïnvloeden: de pensioenleeftijd, wettelijke vakanties, en ongetwijfeld ook de kinderbijslag, de salarisschalen van de politie en de regels voor bejaardenverzorgers. Het is een heilloze weg, want de mogelijkheden om dit soort regels te ontduiken zijn eindeloos. De regering die cadeautjes uit wil delen slaagt daar altijd in. En het valt te betwijfelen of veel Europeanen op dit soort betutteling uit Brussel zitten te wachten.

Hoe moet het dan? Marktwerking, natuurlijk. Door degenen die geld uitlenen mede verantwoordelijk te maken voor de rotzooi die ontstaat bij een faillisement zijn de prikkels weer goed gericht. De houders van de schuld zijn gemotiveerd om goed op te letten en Europa kan geloofwaardig zeggen dat er geen bail out komt. Er zijn ideeën genoeg om zoiets in de toekomst beter te laten werken.

Patatgeneratie

U betaalt belastingen maar ging ook gratis naar de basisschool. Daarnaast draagt u premie af voor de AOW maar u ontvangt ook huurtoeslag. De overheid pompt een grote hoeveelheid geld rond, zowel tussen inwoners onderling als over de tijd. Wordt u daar, alles in acht genomen, eigenlijk beter of slechter van?

Dat hangt af van uw gedrag, natuurlijk. Wie lang studeert en vervolgens tot z’n 65e een uitkering trekt heeft een netto profijt, om maar eens wat te noemen. Maar een andere factor is het moment van geboorte. Wie in de jaren 70 werkte (of werkloos was) had een ander belastingtarief (of een andere uitkering) dan de huidige werknemer. Kunnen we bepalen welke generatie uiteindelijk het meest van de overheid geprofiteerd heeft, en welke het meest betaalde?

Dat kan, en het CPB publiceert vandaag zo’n studie met generatierekeningen over de hele levensloop. Daarbij worden alle betalingen in het verleden en verwachte toekomstige betalingen toegerekend aan verschillende cohorten. Het is voor het eerst dat een dergelijke berekening zo uitgebreid voor Nederland is gedaan. De belangrijkste grafiek is deze, die aangeeft hoeveel elk cohort erop vooruit ging:

De eenheid is procenten van het levensinkomen. Voor de toekomst wordt aangenomen dat de overheid de financiën houdbaar maakt. Dat kan op verschillende manieren, vandaar de verschillende lijntjes. De teneur is echter duidelijk: de generaties geboren tussen 1960 en 1990 hebben het meest geprofiteerd van de welvaartsstaat. Babyboomers spelen quitte, toekomstige generaties krijgen de helft vergeleken met hun ouders. Vooral de uitkomst van de babyboom-generatie verrast, gegeven het beeld dat op sommige plekken van deze generatie bestaat. Een voorbehoud is natuurlijk dat de grafiek alleen de relatie met de overheid beschrijft; het jaar van geboorte bepaalt bijvoorbeeld ook hoeveel het bezit van een koophuis, of van aandelen, over de tijd oplevert.

Hoe kan het dat vrijwel geen enkele generatie een netto betaler is? Dat heeft te maken met gemeenschappelijke bezittingen (denk: gas) en vooral met economische groei. Door dat laatste kan een tekort oneindig doorgeschoven worden.

Lachwekkende belastingen

Op dit weblog mogen wij ons nog wel eens vrolijk maken over absurde douanebepalingen, zie bijvoorbeeld hier en hier. Ook de Zwitserse minister van Financiën ziet van dergelijke absurditeiten de humor wel in, getuige dit optreden in het parlement.

Volgens Google Translate zegt hij

In overeenstemming met aantekening 6 op hoofdstuk 2 van de GN, heeft de douane ook wel Zwitserse opmerkingen gepubliceerd op het douanetarief. Daarna bepaalde producten nog steeds geclassificeerd in hoofdstuk 2, die is verergerd in de productie van specerijen, op voorwaarde dat het karakter van de goederen van dit hoofdstuk niet wordt gewijzigd (bijvoorbeeld lucht gedroogd rundvlees). Uitgezonderd van dit hoofdstuk is echter vlees dat de kruiderijen distribueert op alle oppervlakken van het product met het blote oog worden waargenomen.

en dat is inderdaad vrij lachwekkend.

Een lager BTW-tarief

Het regent zo hard dat ik nog even teruggrijp op mijn vakantiefoto’s. In het zonnige Frankrijk zag ik deze zomer op menig menukaart de volgende aanduiding:

Dit product profiteert van de gehele BTW verlaging

Zelfs op vakantie wil de econoom daar graag het fijne van weten. Thuis vond ik de verklaring (oefen uw Frans) op deze website: de restaurants vallen sinds een jaar onder het lage BTW-tarief. Voor de meeste beleidsmakers houdt het daar zo’n beetje op; je wacht of de prijzen meezakken met de lagere belasting en hoopt dat de vraag dan stijgt en de werkgelegenheid toeneemt. Als er genoeg concurrentie is dan gebeurt dit alles vanzelf.

Maar dat was de Fransen kennelijk niet genoeg. Restauranthouders werden via de branche-organisatie overgehaald  om “vrijwillig” de gehele verlaging van het tarief door te rekenen op tenminste zeven producten uit een lijst van tien. Na deze minimale inspanning (zie de rest van de menukaart voor een indruk) mag een logo worden getoond en kan de toorn van de consument worden afgewend.

Schudden van het lachen, natuurlijk, vooral om die lijst met tien producten en het idee dat er contrôleurs rondlopen die dit alles gaan observeren. Wat vertrouwen in de vrije prijsvorming zou niet gek zijn. Tegelijkertijd kan ik mij de zorgen wel voorstellen: vaak gaat bij dit soort dingen in ieder geval het gerucht dat ondernemers elk voordeel onmiddellijk in de eigen zak steken. Zou dat hier anders ook gebeuren?

Alsof ik nog in de horeca was werd ik een paar dagen geleden op mijn wenken bediend: een vriendelijke Fin presenteerde dit onderzoek [pdf] naar de effecten van een lagere BTW op kappers in Finland. Geen verdere ingrepen en zie, de prijsvorming werkt redelijk: de kappers rekenden vanzelf rond de 50% van de verlaging door in de prijs. Zorgelijk is dat de (netto) omzet eigenlijk niet reageert. De belastingverlaging wordt gedeeld door de burger en de winkelier, maar extra banen komen er niet bij. Althans, niet bij de kappers.

[Eerder over de Franse interventiedrift.]

De VVD en de Anti-Pigou Club

Vaak zijn belastingen verstorend. Maar soms zijn ze welvaartsverhogend: als er een belasting wordt geheven op goederen met negatieve externe effecten dan wordt er minder van geconsumeerd zodat we dichter bij het maatschappelijk optimum komen. En ze leveren nog geld op ook. Wat wil een mens nog meer. Een belasting op vervuiling is er zo eentje. Of een kilometerheffing. In vaktermen staan ze bekend als Pigou belastingen, we schreven er eerder over.

Greg Mankiw houdt op zijn weblog zelfs het ledenbestand bij van de Pigou Club: iedereen die zich in de VS uitspreekt voor belastingen die een marktverstoring corrigeren, wordt automatisch lid.

In Nederland zal die club toch ook leden hebben? De VVD misschien, toch de partij die er prat op gaat zo economisch verantwoord te zijn? Vergeet het maar.  Tweede Kamerlid Anne Mulder laat er vandaag in het AD geen enkele twijfel over bestaan:

Mulder is sowieso tegen belastingen die goed gedrag, zoals rijden in een schonere auto, moeten belonen. ‘Levensgevaarlijk’ noemt ze dat in de krant [sic]. "Belastingen zijn er niet om gedrag te veranderen maar om geld binnen te halen.”

[dank aan Eelco]

Update: Mathijs Bouman is ook met stomheid geslagen door de domheid van deze VVD-er: http://blogs.z24.nl/boumans_blog/2010/08/domste-opmerking-van-de-week-komt-van-de-vvd.html

Peuterleidsters in een potje

Goed nieuws: de peuter- en kleuterleidsters worden nageschoold. En het kost helemaal niets, want het geld wordt gehaald uit de aardgasbaten. Plannetje van onze oude bekende Sharon Dijksma, die erg enthousiast schijnt te zijn.

Ik haal even de eerdere voorbeelden aan: hier en hier. Want u herkende natuurlijk al de bekende overtreding van het potjesdenken waarbij uitgaven en inkomsten op oneigenlijke gronden gekoppeld worden. Het zal deze keer wel niet aan mevrouw Dijksma liggen, maar voor de opsteller van het persbericht dan maar: alle stijgingen in de overheidsuitgaven moeten ooit worden opgebracht door hogere belastingen. Door aardgasbaten op deze manier te besteden lossen we minder van de staatsschuld af, en die moet echt ooit betaald.

Dat laat onverlet dat als dit een rendabele investering is, we het zeker moeten doen. Maar dan hoort het niet af te hangen van de aardgasinkomsten.

Suikerfeest

In de min of meer vrije economie van de Verenigde Staten is er in ieder geval één product waarvan de consument door een kleine groep producenten in de tang wordt genomen. De markt voor suiker is al sinds 1812 “beschermd” waardoor producenten meer dan de wereldmarktprijs krijgen. Dat heeft allerlei maffe gevolgen, bijvoorbeeld dat Coca Cola in thuisland Amerika slechter smaakt dan in Europa omdat er geen suiker maar mais inzit (echt waar!).

Maar lachen om deze toestand is voor Europeanen geen goed idee. Lees dit artikel in de New York Times voor een beschrijving van de situatie op de Europese suikermarkt waar alles nog tien keer erger is. Uiteraard doet de EU ook aan subsidies en quota. En dat leidt tot de gebruikelijke verstoringen (Finland, jawel, Finland breidde de productie van suiker uit na een stelselhervorming) en een heleboel fraude. En de rechtbanken zijn er maar druk mee.

One 2004 case in the Netherlands involved a Belgian company that mixed sugar with dried peas. The peas could later be easily separated out, leaving only the sugar. A Dutch court rejected the company’s argument that this was a processed food subject to lower tariffs.

Verspilling, we hadden het er al eerder over. Behalve een beperkt aantal boeren zou heel Europa beter af zijn als we hier eens mee op zouden houden.

Bevroren tenen

Het leukste van het NRC geldblog is de volstrekt absurdistische belastingrechtspraak die daar met enige regelmaat langskomt. Brachten wij u eerder al het Geval van de Heidense Kerstversierselen, vandaag aandacht voor de Zaak van de Bevroren Knoflookteen.

Pardon!? Tja. Er schijnt in dit land voor verse knoflook een hoger invoertarief te gelden dan voor knoflook in bevroren staat. In Haarlem diende een zaak tegen een importeur die tenen invoerde bij minus 1,5 graad Celsius en vervolgens beweerde dat ze bevroren waren. De belastingrechter wist wel beter:

Water bevriest bij nul graden, maar hoe zit dat bij knoflook? Dat bestaat voor tweederde uit water, maar er zit ook zout in. Door dat zout bevriest een knoflookteentje pas door en door bij minus tien graden celcius, zo verklaarde een deskundige in de rechtzaal. Hij had het speciaal voor deze rechtszaak uitgeprobeerd.

Uiteindelijk zit het absurde natuurlijk niet zo zeer in dergelijke rechtzaken, maar veel meer nog in de regels die ze mogelijk maken. Deze kwestie is een aardige illustratie van dat er maatschappelijk gezien aan regelgeving en belastingheffing soms veel meer kosten zijn verbonden dan alleen het verstoren van consumptie- en productiebeslissingen. Die hele rechtsgang zal een kostbare zaak zijn geweest en maatschappelijk gezien volstrekte verspilling. Daarnaast zijn er blijkbaar in dit land belastingambtenaren die zich bezighouden met het vaststellen van de temperatuur van ingevoerd knoflook, ook al niet een heel productieve bezigheid. Bovendien moet er ooit een bevrorenknoflooktenenlobby zijn geweest die er met succes in geslaagd is het tarief van ingevroren knoflook naar beneden te krijgen. Ook die mensen, en de regelgevers die overstag zijn gegaan, hadden vanuit maatschappelijk oogpunt hun tijd wel beter kunnen besteden.

En juist omdat het zo’n onbeduidend onderwerp is waar verder niemand zich druk over maakt blijft dergelijk onrecht maar voortduren. Het lijkt me tijd voor kamervragen.

Internetheffing: een heel slecht idee

Deze dagen schrijven de kranten over twee voorgestelde heffingen op specifieke producten. De ene kennen we al een tijdje, de heffing op harddisk-recorders en MP3-spelers die muzikanten schadeloos moet stellen voor illegaal gekopieerd werk. In onze archieven staat waarom dit een slecht idee is (1,2,3). Het nieuwe voorstel is een heffing op internetgebruik, deze keer om kranten te helpen de digitale revolutie te overleven.

Beide heffingen zijn gebaseerd op hetzelfde idee en kennen hetzelfde probleem. Het idee is dat sommige consumenten het werk van anderen gebruiken zonder te betalen, door middel van een nieuwe technologie. Een heffing op die technologie moet het onrecht bestrijden, maar het probleem is onnauwkeurigheid: ook gebruikers die niets verkeerd doen betalen mee.

Uit fiscaal economisch oogpunt zijn er twee overwegingen bij dit soort heffingen. Ten eerste wil je, als je besloten hebt dat een belasting nodig is, zoveel mogelijk de gebruikers laten betalen en de niet-gebruikers vrijstellen. Daarom grijpt men naar de heffing en niet in de algemene kas. Dat sommige niet-gebruikers toch meebetalen is jammer, maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor de wegenbelasting: ik betaal mee aan wegen waar ik nooit van mijn leven op zal rijden. Anders wordt het als vrijwel iedereen in Nederland een gebruiker is, dan wordt een heffing inefficiënt. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het voormalige kijk- en luistergeld. Als iedereen een televisie heeft, is controleren op het bezit ervan onnodig duur.

De tweede overweging is de verstoring die een heffing introduceert. Door de hogere prijs van internet zullen minder mensen een abonnement nemen, en dat leidt tot welvaartsverlies. De elasticiteit van van de vraag bepaalt hoe groot dit verlies is.

Er zijn drie redenen waarom een heffing op internetgebruik een slecht idee is. Ten eerste komt het, net als het kijk- en luistergeld, neer op een heffing voor vrijwel iedereen. Een aparte heffing is dan niet efficiënt. Ten tweede is te verwachten dat de vraagelasticiteit, en dus het welvaartsverlies, vooral hoog is bij mensen die het meeste baat van nieuws via internet hebben: de arme Nederlanders. Maar het belangrijkste probleem is volgens mij dit: het argument voor de heffing is gebaseerd op de maatschappelijke taak van kranten om de samenleving (en vooral de overheid) te controleren. Daarom zijn de gebruikers van het gestolen nieuws ook niet alleen diegenen die de krant op internet lezen, maar alle burgers van Nederland. Een heffing op alleen de internetgebruikers is dan niet rechtvaardig.