Doorberekenen

Supermarkten krijgen dit jaar te maken met gestegen voedselprijzen, maar kunnen die door de hevige prijsconcurrentie maar in beperkte mate doorberekenen aan de klant.

aldus een gisteren verschenen rapport van ABN Amro. Intrigerende conclusie. Volgens onze eerstejaars Micro geldt immers dat juist bij volledige mededinging (en dus bij hevige prijsconcurrentie) prijs gelijk is aan marginale kosten en een kostenverhoging dus volledig wordt doorberekend. Een monopolist die MO gelijk stelt aan MK zal in het algemeen een prijsverhoging juist niet volledig doorberekenen. Op dat inzicht zijn bijvoorbeeld ook een aantal empirische methodes gebaseerd (zoek op Bresnahan-Lau).

Blijkbaar heeft men hier een ander model in gedachten. Iets richting kinked demand, misschien. Hoe dan ook, opmerkelijk is het wel.

Bij ons valt niet te bezuinigen

Nu de overheid aan het snoeien slaat is aan elke manager in publieke dienst de taak zich zo onmisbaar mogelijk voor te doen. Een mooi voorbeeld is deze uitlating van het hoofd van de staats-popradio.

“De kosten van het technische uitzendproces bedragen omgerekend zo’n 30 euro per uur”, zegt Mutsaers. “Als er beparingen bij de publieke omroep moeten worden doorgevoerd, is er bij 3FM dus weinig te halen.”

In zijn plaats zou ik misschien hetzelfde hebben gezegd, maar Mutsaers ziet hier wel even over het hoofd dat zijn station een frequentie gebruikt die je voor zeker een miljoen of 40 zou kunnen verkopen aan een commerciële partij.

Meer in het algemeen geldt dat bij bezuinigingen de eerste vraag zou moeten zijn: “moet de overheid deze taak nog wel uitvoeren?” Als dat niet het geval is, kan er pas echt geld worden bespaard.

Alles te koop!?

Een paar jaar geleden hadden we het regelmatig over de verhandelbaarheid van lichaamsdelen en in hoeverre dat gewenst is (zie bijvoorbeeld dit bericht). Die discussie laait nu weer op, met het verschijnen van het boek Nier te koop – Baarmoeder te huur van het Rathenau Instituut dat gisteren verscheen. In de Volkskrant van gisteren zeggen de auteurs intrigerende dingen:

Uit het boek blijkt dat mensen in toenemende mate naar het buitenland reizen om daar alsnog een nier te kopen of een draagmoeder te huren. Voor nieren worden ‘reispakketten’ betaald van 45 duizend tot 100 duizend euro, soms vergoed door de verzekering. [?¦] Het is daarom achterhaald om in Nederland zo strikt vast te blijven houden aan altruïsme, stellen de onderzoekers [?¦] ‘Je kunt wel volhouden dat je in Nederland geen vergoeding mag vragen voor een nier, maar waar blijf je met die ethiek als er mensen doodgaan op de wachtlijst?’, stelt Steegers. 

In Nederland is volgens het boek sprake van een dubbele moraal: hoewel donoren geen geld mogen verdienen met lichaamsmateriaal, mogen derden dat wel. ‘Daar zit een rare twist in’, zegt Geesink.  Donoren geven  bijvoorbeeld gratis bloed, terwijl bloedbank Sanquin via zijn commerciële tak bloedplasmaproducten tegen marktprijzen verkoopt.

[dank aan Remco]

Patatgeneratie

U betaalt belastingen maar ging ook gratis naar de basisschool. Daarnaast draagt u premie af voor de AOW maar u ontvangt ook huurtoeslag. De overheid pompt een grote hoeveelheid geld rond, zowel tussen inwoners onderling als over de tijd. Wordt u daar, alles in acht genomen, eigenlijk beter of slechter van?

Dat hangt af van uw gedrag, natuurlijk. Wie lang studeert en vervolgens tot z’n 65e een uitkering trekt heeft een netto profijt, om maar eens wat te noemen. Maar een andere factor is het moment van geboorte. Wie in de jaren 70 werkte (of werkloos was) had een ander belastingtarief (of een andere uitkering) dan de huidige werknemer. Kunnen we bepalen welke generatie uiteindelijk het meest van de overheid geprofiteerd heeft, en welke het meest betaalde?

Dat kan, en het CPB publiceert vandaag zo’n studie met generatierekeningen over de hele levensloop. Daarbij worden alle betalingen in het verleden en verwachte toekomstige betalingen toegerekend aan verschillende cohorten. Het is voor het eerst dat een dergelijke berekening zo uitgebreid voor Nederland is gedaan. De belangrijkste grafiek is deze, die aangeeft hoeveel elk cohort erop vooruit ging:

De eenheid is procenten van het levensinkomen. Voor de toekomst wordt aangenomen dat de overheid de financiën houdbaar maakt. Dat kan op verschillende manieren, vandaar de verschillende lijntjes. De teneur is echter duidelijk: de generaties geboren tussen 1960 en 1990 hebben het meest geprofiteerd van de welvaartsstaat. Babyboomers spelen quitte, toekomstige generaties krijgen de helft vergeleken met hun ouders. Vooral de uitkomst van de babyboom-generatie verrast, gegeven het beeld dat op sommige plekken van deze generatie bestaat. Een voorbehoud is natuurlijk dat de grafiek alleen de relatie met de overheid beschrijft; het jaar van geboorte bepaalt bijvoorbeeld ook hoeveel het bezit van een koophuis, of van aandelen, over de tijd oplevert.

Hoe kan het dat vrijwel geen enkele generatie een netto betaler is? Dat heeft te maken met gemeenschappelijke bezittingen (denk: gas) en vooral met economische groei. Door dat laatste kan een tekort oneindig doorgeschoven worden.

Opiniepeiling

Verkiezingen! Dat geeft ons opnieuw de gelegenheid om de mening van het Nederlandse volk over economische problemen te peilen via de stemwijzer-methode. Twee jaar geleden gebruikten we hetzelfde principe: stemmers vullen de stemwijzer in om hun politieke voorkeur te bepalen, maar laten tegelijkertijd hun mening over tal van kwesties achter. Als de gemiddelde invuller overeenkomt met de gemiddelde stemmer dan hebben we een schitterende opiniepeiling.

Na de klik de stand van hedenochtend (na 292.688 stemmers) op de duidelijk economische items. We kunnen, evenals twee jaar geleden, concluderen dat de Nederlandse stemmer houdt van zekerheden en verworven rechten, en zeker niet van flexibiliteit. Nivellering is favoriet. Anders dan in 2009 worden economische onderwerpen in deze stemwijzer veruit het belangrijkst gevonden.

Lees verder “Opiniepeiling”

Output gap

We groeien alweer een tijdje sinds de Grote Recessie van 2008. Schiet het inmiddels al een beetje op? Het CBS heeft kwartaal-productiedata tot en met eind vorig jaar en, tja, kijkt u zelf maar:

201102232219.jpg

De oranje lijn is een (exponentiële) trend vanaf 2003 tot en met 2007, de blauwe is de data (constante prijzen, seizoenscorrectie). Door de crisis zijn we fors onder de trend terecht gekomen en hoewel we weer groeien, lijkt het er niet op dat we de lijn van voor 2008 weer snel gaan oppakken. Anderhalf jaar geleden schreven mijn ex-collega’s nog dat niet zeker was of de schade van de recessie permanent zou zijn. Inmiddels lijkt dat steeds meer het geval.

Maar nu het vreemde. Het gat tussen werkelijke en potentiële productie staat bekend als de output gap. Een goede schatting van de gap zou de ruimte tussen de oranje en de blauwe lijn moeten zijn. Maar als het gat zo groot is, dan zouden we niet moeten zien dat de inflatie alweer langzaam oploopt; we lopen toch nog niet tegen de grenzen van de capaciteit op? Of is de schatting van de trend te hoog?

Er zijn redenen waarom de recessie niet alleen slecht kan zijn voor de werkelijke, maar ook voor de potentiële productie. Die hebben te maken met kapitaalvernietiging:

  • Mensen die werkloos zijn geworden tijdens de crisis verliezen een gedeelte van hun kennis, ervaring, routine, zeg maar hun human capital.
  • Als bedrijven (bijvoorbeeld door gebrek aan krediet) over de kop gaan, gaat organisatorisch kapitaal verloren, en soms ook fysiek kapitaal.

En dan is er nog een andere reden dat we de trend mogelijk te hoog inschatten: misschien is de top van de productie rond 2007-2008 wel een overschatting van de potentiële productie. Dat kan bijvoorbeeld omdat de waarde van allerlei financiële producten in die tijd iets te hoog is ingeschat. In al deze gevallen zijn we minder rijk dan we rond 2007 dachten.

Collectieve actie in het Midden-Oosten

Bij de revoluties in het Midden-Oosten is er veel te doen geweest over de rol van het Internet in het organiseren van de protesten. In de Volkskrant betoogt Daron Acemoglu (eerder) dat die rol er vooral een is van coordinatie in een collective action probleem. Iedereen kan wel de straat op willen, maar als niemand anders het doet ga jij ook niet want als de opkomst laag is ben jij de pineut. Via Internet kunnen deelnemers zich min of meer committeren aan deelname. Leuk stuk.

Benzineprijzen

Om nogal onduidelijke redenen maken volksvertegenwoordigers zich regelmatig druk over benzineprijzen. Benzine is namelijk best wel duur, en dat schijnt te komen door een gebrek aan marktwerking. Gisteren is er een motie aangenomen van PVV en PvdA die pleit voor een  onafhankelijk onderzoek naar de benzineprijzen. Het is immers “onbegrijpelijk dat de olieprijzen zijn gedaald maar de brandstof voor de consument duurder is geworden”.

Moment. Die olieprijs was toch juist flink aan het stijgen!? Kijk bijvoorbeeld eens naar deze plaatjes. Toch eens kijken naar wat er precies in de motie staat:

[?¦] constaterende dat de brandstofprijs vanaf 2008 met bijna 60% is gestegen bij een gelijkblijvende dollarkoers en een 33% gedaalde olieprijs’ [?¦]

Dat klinkt inderdaad schokkend. Als het waar zou zijn.

Eerst maar eens die olieprijs. Laten we voor het gemak eens uitgaan van de absolute piek in 2008. Op 11 juli van dat jaar kostte een vat olie 143.68 dollar, tegen een eurokoers van 0.632 komt dat neer op 90.81 euro. Afgelopen dinsdag kwam een vat uit op 75.91 euro (USD 102.48 maal 0.741 EUR/USD). Dat is een daling van 16%, niet van 30%. Zelfs als we uitgaan van de hoogst waargenomen prijs in 2008. De daling van 30% in de dollarprijs klopt dan namelijk wel, maar de gelijkblijvende dollarkoers zeker niet.

Dan de benzineprijs. Kijken we hier ook naar de piek van 2008 en gaan we uit van de gemiddelde landelijke adviesprijs, dan komen we op een prijs [klik op “GLA historie grafiek”] van 1.692 voor Euro 95. Op dit moment is die prijs 1.653. Dat is een daling van 2%, geen stijging van 60%.

Goed, als je het op een andere manier uitrekent (jaargemiddelden of iets dergelijks) zullen de precieze cijfers ook veranderen, maar een stijging van de brandstofprijs met 60% bij een 33% gedaalde olieprijs is sowieso volstrekte kolder.

Waarschijnlijk is een onafhankelijk onderzoek naar het economisch benul van kamerleden op dit moment dan ook meer op zijn plaats.

1000!

De vlag kan uit. Vandaag bereiken we een mijlpaal. Het bericht dat u nu leest is het duizendste in de geschiedenis van deze weblog. Ja heus. U kunt het haast niet geloven? Ik eigenlijk ook niet. Maar kijk eens in de rechter kolom en onder Distributie ziet u op het moment van publiceren Marco (514) en Thijs (486). En dat is samen precies 1000.

Wij bereikten deze mijlpaal na 5 jaar en 8 maanden bloggen. Het tempo is dus iets afgenomen ten opzichte van bericht 500, toen de prognose nog was dat dit moment al in oktober 2010 bereikt zou worden. Maar goed, uw trouwe bloggers hebben ook nog een Echte Baan, die blijkbaar drukker is dan een paar jaar geleden.

Wij danken u, beste lezers, voor de almaar stijgende aandacht voor en feedback op onze berichten. Neust u eens rustig rond in onze archieven: er is genoeg te vinden. Wij bloggen rustig verder. Op naar bericht 2000. Ergens in 2017.