De productie van de Maffia

Op diverse plekken wordt bericht over een onderzoek naar de omvang van de Italiaanse maffia. In de Volkskrant schrijft Olav Velthuis

Als haar activiteiten in de officiële statistieken werden meegenomen, zou de maffia 7 procent van het bruto binnenlands product in Italië voor haar rekening nemen.

Wat doet de maffia dan zoal?

Het geld komt voornamelijk uit gokken, afpersing, smokkel, woekerrentes, diefstal en internetpiraterij. In drie jaar tijd zouden 165.000 winkels en bedrijven na afpersing en andere maffiapraktijken de poorten hebben moeten sluiten.

Uit dat lijstje blijkt dat de opmerking over het BBP maar gedeeltelijk klopt. Het bruto binnenlands product is, zoals u misschien weet, de optelsom van de alle toegevoegde waarde in een land in een jaar. Een winkel die voor €1 miljoen inkoopt en voor €2 miljoen verkoopt voegt maar €1 miljoen toe aan het BBP en geen twee. En waar het de activiteiten afpersing, diefstal en internetpiraterij betreft kunnen we de toegevoegde waarde rustig op nul stellen: de winst van de maffia is gelijk aan het verlies van de slachtoffers.

Anders ligt dat bij gokken, smokkel en woekerrentes. Hier biedt de maffia een dienst die op de legale markt niet beschikbaar is. Het geld dat hiermee verdiend wordt zou je inderdaad in het BBP op kunnen nemen.

Overigens draagt de maffia al lang bij aan het BBP van Italië, maar op een indirecte manier. De kosten van politie, beveiligers, gevangenissen en het opstellen van het rapport maken daar allemaal deel van uit.

Lees verder “De productie van de Maffia”

Concertkaartjes duurder door downloaden

De prijs van het gemiddelde concertkaartje is flink aan het stijgen:

De meest opzienbarende cijfers in het jaarrapport betreffen die over de ticketprijzen. Deze zijn in 2006 ten opzichte van 2004 met een kwart gestegen. In verhouding tot 2005 is een stijging van 14% geconstateerd. […] Volgens Schans zullen de ticketprijzen nog flink stijgen: “Je kunt er niet om heen dat artiesten tegenwoordig met optredens hun geld moeten verdienen.”

Wat zich laat vertalen als “vanwege het p2p-downloaden gaan die prijzen voor concertkaartjes flink omhoog”. Maar klopt dat ook? In het meest simpele model van de artiest natuurlijk niet. Die zet een prijs voor het concert waarmee de opbrengst maximaal is, ongeacht wat er met z’n andere inkomsten gebeurt. Want waarom zouden artiesten al die jaren geld hebben laten liggen bij het organiseren van concerten?

Maar ik heb zo’n gevoel dat het simpele model hier niet opgaat. Een paar mogelijkheden:

  1. Geld laten liggen kan natuurlijk als concerten voorheen een loss leader waren voor de verkoop van cd’s. Nu die laatste niets meer opbrengen moet de concertprijs omhoog om de kosten te dekken.
  2. De artiest stopt de meeste moeite in de activiteit waar het meest te verdienen is. De hogere prijs van concertkaartjes weerspiegelt dus een hogere kwaliteit. Tegelijkertijd neemt de kwaliteit van cd’s af.

Dat laatste lijkt me een netto verlies voor de maatschappij, vanwege de grote aantallen kopers van cd’s versus het kleine aantal concertgangers. Verder is de vraag in hoeverre de hogere prijzen ten koste van de sfeer gaan door het rijkere en dus saaiere publiek, en of de status van de artiest als publiek bezit bedreigd wordt. Die laatste twee argumenten worden volgens ons gebruikt om de prijs van voetbalkaartjes onder de marktprijs te houden.

Een mooie formule

Het tijdschrift Edge heeft een lange pagina met de antwoorden van artiesten, schrijvers en wetenschappers op de simpele vraag wat is uw formule? Nou weet ik vrij zeker dat ik Marco eens op de gang voorbij hoorde komen, al neuriënd x accent x invers x accent y, maar staat er in déze lijst ook een economische formule? Jawel, en het is fraaie: wetenschapsjournalist Ridley biedt het principe van comparatief voordeel.

De persoonlijke formules staan bij Edge nog op A4’tjes, maar voor de theoretici onder ons is het wellicht een idee om uw formule, als de tijd daar is, in uw grafzerk te laten beitelen.

Hurwicz-Maskin-Myerson

Daar is-tie dan, de Zweedse-rijksbank-prijs in de economische wetenschap ter-ere-van Alfred Nobel 2007. Voor mechanism design theory, dat klinkt wat obscuur, maar denk incentive compatibility, revelation principle en instituties in het algemeen. Benieuwd hoe de pers dit gaat brengen. Marco noemde Maskin en Myerson in zijn (lange) lijst, de laatste zelfs als gedroomde winnaar. Gefeliciteerd!

Woekerhuur

Op de site checkjekamer.nl schrijft een medewerker van de landelijke studentenvakbond

Er zijn gelukkig wettelijke regels die de maximale huurprijs voor een kamer vaststellen: het puntenstelsel. Met dit deel van de kamercheck kun je kijken wat jouw maximumhuur is.

Een andere manier om dit te zeggen is deze: Er zijn gelukkig regels die ervoor zorgen dat studenten die een kamer gevonden hebben er niet teveel voor betalen, en die er tevens voor zorgen dat grote groepen studenten helemaal geen kamer kunnen vinden. Want wie een maximumprijs onder de marktprijs introduceert, zorgt voor een vraagoverschot. Oftewel, wie blij is met het huurplafond moet zich niet druk maken over kamernood.

Maar wie een maximumprijs introduceert roept tegelijk een zwarte markt in het leven. Immers, er bestaan volwassen vragers en aanbieders die het best eens kunnen worden over een prijs die weliswaar boven het maximum ligt, maar toch voor beiden acceptabel is. Wie die verhuurders vervolgens wegzet als woekeraars, die zorgt ervoor dat het aanbod van kamers nog verder opdroogt.

De zwakke dollar

Voor €0,71 heeft u een dollar, tegenwoordig. Wat betekent dat?

  1. Is dit een historische grens? Tien dagen geleden werd een voorlopig dieptepunt bereikt op €1 = $1,4273. Dat is een verlies van 11 dollarcent sinds begin dit jaar en eigenlijk gaat dat al zo sinds Sinterklaas 2002, toen een dollar nog 1 op 1 voor een euro kon worden geruild. Misschien is het goed om, voor één keer, terug te gaan naar guldens. De dollarkoers is nu fl.1,54 en zo laag was hij in 1995 ook. (link) Over de bijna 9 jaar dat we de euro hebben is de dollarkoers eerst omhoog (1.17 -> 0.84) gegaan en vanaf juli 2001 omlaag. (link) Er zijn mensen die 1,40 een “psychologische grens” noemen, maar dat kun je van 1,50 en 1,60 ook wel zeggen.
  2. Wat gaan wij er van merken in onze portemonnee? Dingen die door Amerikanen gemaakt worden, die worden goedkoper. Voor veel artikelen wordt de prijs niet dagelijks aangepast (meestal wordt de koers al eerder door de handel bepaald) maar op termijn werkt het wel door. Ik zeg “door Amerikanen gemaakt” omdat veel Amerikaanse producten (sportschoenen, MP3 spelers) eigenlijk in Azië gemaakt worden. Wat vooral goedkoper wordt zijn vakanties in de VS en zogenaamde “verhandelbare diensten” zoals bijvoorbeeld internethosting.
    Voor de Nederlandse consumenten is het dus uitverkoop. Het nadeel van een dalende dollar is dat onze producten duurder worden in de VS. Bijvoorbeeld, een vliegtuig van Airbus wordt nu duurder ten opzichte van een Boeing en dat kost klanten en leidt hier tot banenverlies.
  3. Is het slecht voor Nederlandse bedrijven in Amerika? (en is dat dan slecht voor de consument?) Ja: Nederlandse bezittingen in de VS worden op deze manier minder waard, en Nederlandse bedrijven die aan de VS verkopen krijgen het moeilijker. De consument merkt dit via een omweg, namelijk doordat zijn investeringen in de VS erop achteruitgaan. Dat raakt meer mensen dan je zou denken, want iedereen investeert via pensioenfondsen en soms via een beleggingshypotheek. Het is niet zo dat multinationals een slecht resultaat in Amerika hier proberen te compenseren.
  4. Gaan de prijzen van grondstoffen die in dollars worden verhandeld nu ook omlaag? Oftewel: hoe zit het met de benzineprijs. Helaas gaat die niet 1-op-1 mee omlaag, maar een zwakkere dollar is in dit geval zeker niet slecht. De Amerikanen moeten nu meer betalen voor olie en gebruiken daardoor (hopelijk) minder. Minder vraag naar olie leidt tot een lagere prijs dan we anders gezien zouden hebben. Maar wat er in absoluut niveau gebeurt hangt van veel meer zaken af.

Morgenochtend, 11:30, Radio 1. Doe ik iets vreselijk fout, dan graag voor die tijd in het commentaar!. Te laat, hier is de MP3 (6.7Mb).

Overigens, dit is een aardig stukje geschiedenis om de huidige situatie in perspectief te zien.

Chipkaart: minder reizigers, prijs omhoog

Sommige berichten raken kant noch wal (of in dit geval trein noch perron):

De aanbieders van openbaar vervoer verwachten dat het aantal reizigers met 7 procent zal afnemen door de introductie van de OV-chipkaart. Ze willen dat verlies compenseren door de prijs per afgelegde kilometer met 7 procent te verhogen.

Okay, we hebben het hier over een beschuldiging en dus weten we niet zeker of de aanbieders ook zo zullen handelen, maar toch. Zou het aantal reizigers niet nóg verder afnemen als de prijs met zeven procent stijgt? En, als men dan toch zo graag de huidige omzet wil houden, waarom gaat de prijs dan niet met 7,53% omhoog?

Ontslag

dsc01409.jpgNu het de komende weken in de Nederlandse politiek lijkt te gaan draaien om de aanpassingen aan de ontslagwetgeving is het voor de geïnteresseerde burger goed om eens wat meer te weten te komen over de economie daarachter. Inzet van de schermutselingen is een plan dat het makkelijker maakt om iemand te ontslaan.

Zoals wel vaker in de economie is het niet de vraag óf ontslagbescherming goed is, maar hoevéél. Worden werknemers teveel beschermd, dan is het voor een werkgever risicovol om iemand in dienst te nemen. Hoe raak je een slecht functionerend persoon immers weer kwijt? Hierdoor loopt de werkloosheid op. Er ontstaat dan een insider-outsider situatie: wie werk heeft vindt het prima zo, degenen zonder werk zouden graag wat minder bescherming zien.

Is er te weinig ontslagbescherming dan nodigt dat uit tot willekeur of zelfs machtsmisbruik bij werkgevers, zijn werknemers niet meer bereid om bedrijfsspecifieke vaardigheden op te doen en worden sociale voorzieningen misbruikt als afvalputje.

Het gaat hier dus om een afruil: hoeveel werklozen accepteren we om de werkenden te beschermen? Het plan is om wat bescherming in te ruilen voor minder werkloosheid. Gratis winst is er niet te behalen, de free lunch is al jaren op. Wie dat onthoudt heeft een goed inzicht in de politiek van de komende weken. Vergeet overigens niet dat dit kabinet het “ontslagrecht” in een goed vergelijkbare situatie eerder juist verzwaarde.

En wie echt alles wil weten over de voors en tegens van de ontslagbescherming die leze dit verhelderende stuk [doc] van vier CPB’ers over de materie.

Vliegtax in een potje

Onderzoek wijst uit: tenminste 13.000 Nederlanders maken een economische denkfout. Dat is namelijk het aantal mensen dat inmiddels een petitie van de consumentenbond tekende en daarmee onder meer de volgende twee bezwaren tegen de belasting op vliegen (€25 tot €100 per ticket) steunde:

  • Er is nauwelijks een positief milieueffect.
  • De opbrengsten van de belasting worden niet ingezet om het werkelijke probleem, de bijdrage van luchtvaart aan het broeikaseffect, aan te pakken.

Puh. Als een ticket duurder wordt, worden er minder verkocht. Minder klandizie leidt tot minder vluchten. Als dat geen positief milieueffect is dan weet ik het niet meer. Vooruit, er zijn misschien andere, betere, manieren om het milieu te sparen maar dat is niet wat men beweert.

En dan de tweede, het geld dat de overheid op deze manier ophaalt moet worden besteed aan milieu. Dat is een rare vorm van potjesdenken. Het effect van een hogere ticketprijs is namelijk, zie hierboven, dat het milieu wordt gespaard. Voor de uitgavenkant geldt dat, als de overheid op kosteneffectieve wijze iets kan doen aan de uitstoot van vliegtuigen, ze dat moet doen ongeacht de inkomsten uit vliegbelasting.

Lagere cijfers voor het eindexamen

Als alleen wordt gekeken naar het centraal schriftelijk examen, zou rond een kwart van de leerlingen in het voortgezet onderwijs zakken. In werkelijkheid zakt slechts zo’n 10 procent. Dat verschil zit ‘em in het schoolexamen, dat meestal hogere cijfers oplevert dan het centraal schriftelijk.

Het systeem is bekend aan iedereen die eindexamen heeft gedaan. In het laatste jaar wordt de leerling door de school getoetst (heette dat niet het schoolonderzoek?) en krijgt daarna het centraal schriftelijk afgenomen. Volgens dit bericht is het zo dat scholen hun leerlingen een makkelijke toets geven om de slagingskans te verhogen. Dit zou blijken uit het lagere gemiddelde eindexamencijfer.

Hier staan de working papers, die wat mij betreft verre van overtuigend zijn. De onderzoekers meten netjes de gemiddeldes van beide soorten examens en toetsen op een verschil. Maar dat veronderstelt dat de leerlingen op het centraal schriftelijk net zo hard hun best doen als op de schoolexamens. Als een leerling minder hard zijn best doet op het, latere, eindexamen zou dat ook de lagere cijfers kunnen verklaren zonder dat er een verschil is in moeilijkheid.

Waarom zou een leerling dat doen? Ik kan wel twee redenen bedenken:

  • De zesjescultuur. Wie een zeven staat voor scheikunde mag op het eindexamen een vijf halen. Leerlingen die zich op die manier op hun gemak gesteld voelen studeren minder hard.
  • Selectieve aandacht. Stel een leerling is slecht in wiskunde en staat daar onvoldoende na het schoolexamen. De rest van de vakken staan voldoende. De leerling bestudeert alleen nog maar het wiskundeboek en sleept er een zes uit. Door de verminderde aandacht gaat het bij de rest van de vakken niet goed.

In beide gevallen is het eindexamencijfer minder hoog dan dat voor het schoolexamen. Ach, u weet het wel, endogeen gedrag. Wie dus echt iets wil bewijzen over het niveau van schoolexamens moet naar individuele cijfers (per leerling, per vak) kijken.