Iran: rantsoenering met collectieve straffen

Waren we eerder nog zo te spreken over het marktinstinct van de Iraniërs, dit is toch wel het tegenovergestelde. Er is een tekort aan elektriciteit in Teheran. Tijd om de prijs te verhogen, zou je denken, maar men heeft gekozen voor een ander systeem. De stad is verdeeld in elf sectoren die vanaf nu allemaal 10% minder stroom moeten gebruiken. Waar dat niet lukt gaat de elektriciteit er twee keer per dag twee uur af.

Het is knap: twee inefficiënties in één maatregel. Want niet alleen zal de gebruikswaarde van de stroom binnen een sector enorm variëren, maar er speelt ook nog eens een commons probleem waarbij het voor individuele afnemers niet rationeel is om te besparen. [via]

Een kwestie van surplus

Bij een transactie tussen een koper en een verkoper horen drie bedragen: het minimale bedrag waarmee de verkoper genoegen zou nemen, het maximale dat de koper zou willen betalen en de daadwerkelijke prijs. Als de eerste kleiner is dan de tweede dan gaat de transactie door, en ligt het derde bedrag ertussen in.

In dat geval is er sprake van surplus (door de echte econoom uitgesproken op z’n Frans). Producentensurplus is het verschil tussen één en drie, consumentensurplus is het verschil tussen twee en drie. Wat bepaalt de prijs, behalve de twee grenswaarden? Als er geen andere klanten of aanbieders zijn dan is dat een zaak van onderhandelen. Als beide partijen wel alternatieven hebben, dan is er een markt. De prijs wordt dan bepaald door overwegingen van schaarste. Daardoor kan het surplus van één van beide partijen flink oplopen, en dat is een goede zaak.

Deze kleine, theoretische, expositie brengt onmiddelijk het twijfelachtig niveau van dit onderzoek aan het licht. Men is erachter gekomen dat de gemiddelde werkgever een startende HBO’er veel meer betaalt dan het minimum waarvoor die HBO’er aan het werk zou gaan. Het bestaat de onderzoekers zelfs om te concluderen: “Bedrijven laten zich veel te sterk opjutten door de markt”.

De juiste conclusie is natuurlijk dat HBO’ers schaars zijn en dat hun surplus (producenten-, in dit geval) daarom oploopt. Een goede zaak. (Overigens wordt het surplusbegrip vaker niet begrepen, hetgeen zelfs economen boos kan maken. Maar ik houd mij in.)

De dieselprijs

De truckers zijn boos over de hoge dieselprijs en gaan vandaag langzaam rijden (of zijn daar al mee begonnen). In het bijzonder steekt de accijnsverhoging die de regering voor het begin van de volgende maand aangekondigd heeft. De sector wil juist dat de dieselaccijns op het Europese minimum wordt gezet.

Dit is geen Nederlandse, maar minstens een Europese kwestie. Italiaanse en Spaanse chauffeurs zijn al dagen bezig met soortgelijke protesten. De Europese commissie wil liever niet dat regeringen toegeven aan de druk en beveelt aan terughoudend te zijn met accijnsverlagingen.

De Europese Commissie heeft gelijk. En wel hierom: stel dat alle landen van de EU vandaag besluiten de dieselaccijns met 10 cent te verlagen. Wat gebeurt er dan met de prijs (inclusief accijns) aan de pomp? Die daalt tien cent, zegt de langzaam rijdende trucker. Die blijft gelijk omdat de marktprijs van diesel dan 10 cent stijgt, zegt de econoom.

Het is een verhaal waar ze in Amerika een heel verkiezingsseizoen mee gevuld hebben. De verlaging van de dieselaccijns is in wezen hetzelfde als het voorstel voor een gas tax holiday waar Clinton en McCain mee kwamen. Ik verwijs dan ook graag naar deze heldere analyse (met vraag- en aanboddiagrammen) van dat voorstel, die tot dezelfde conclusie komt: een lagere accijns leidt niet tot extra aanbod van diesel, maar wel tot extra vraag. Er is niet meer diesel, en als de accijns lager is stijgt dus de prijs net zolang tot de vraag weer afneemt.

Die analyse klopt in ieder geval als we het over een Europese accijnsverlaging hebben, omdat de Europese markt groot genoeg is om de wereldprijs te beïnvloeden. Een accijnsverlaging alleen in Nederland doet meer diesel onze kant op komen (en minder naar de rest van Europa) en kan dus wel voordelig uitpakken. Maar reken er maar niet op dat andere landen niet reageren op een Nederlandse accijnsverlaging.

Conclusie: het verlagen van de accijns betekent dat we geld naar het Midden-Oosten sturen in plaats van naar Den Haag en doet niets voor de Nederlandse vrachtwagenchauffeur.

Speculeren op voedselprijzen

De afgelopen dagen is uit twee kampen opgeroepen de handel in futures op voedsel te verbieden. Een Indiase minister deed het en, voor ons het meest relevant, ook Ieke van den Burg (MEP,PvdA). De handel is namelijk “onethisch en absoluut verwerpelijk” en maakt “winsten over de ruggen van de allerarmsten”. Maar mevrouw Van den Burg zit er deerlijk naast, haar bewering is niet alleen feitelijk onjuist maar zelfs tegengesteld aan de werkelijkheid: het verbieden van de handel in futures is schadelijk voor de allerarmsten.

Een future is een contract waarbij de prijs voor een levering in de toekomst wordt vastgelegd. Ik lever volgend jaar 1000 ton maïs tegen €5 per ton. Die afspraak staat, ongeacht wat er ondertussen met de maïsprijs gebeurt. Voor mij, de producent, is daarmee de onzekerheid over de leveringsprijs verdwenen.

Dat is nuttig. Zonder futures produceert een boer namelijk een combinatie van twee dingen: een product, zeg maïs, met een verwachte prijs en daarnaast een risico, een deelname aan een loterij, dat voortkomt uit de onzekerheid omtrent die prijs. Futures maken het mogelijk om afstand te doen van dat tweede product, terwijl het eerste product beschikbaar blijft. De tegenpartij die het risico overneemt bestaat uit beleggers die het graag willen dragen, maar die niet geïnteresseerd zijn in het eerste product.

Het is logisch dat het bestaan van futures het aanbod van voedsel vergroot: sommige boeren die niet willen produceren onder onzekerheid zullen dat wel durven als de prijs vaststaat. Verder geven future-prijzen informatie over de gewassen waar, op het moment dat ze geoogst worden, de meeste vraag naar zal zijn. Die informatie helpt tekorten voorkomen.

Wat er op dit moment gebeurt is dat de loterij een grote uitbetaling heeft gedaan: de prijzen van voedsel zijn enorm gestegen. Achteraf kun je dus zeggen dat de boeren het risico beter zelf hadden kunnen dragen. Maar dat is niet eerlijk, want die informatie was bij het aangaan van het contract nog niet bekend. De prijzen hadden ook kunnen dalen. Het is onwaarschijnlijk dat mevrouw Van den Burg dan had geklaagd over de allerarmsten die er met het geld van Westerse beleggers vandoor zijn gegaan.

Anders gezegd: je kunt speculatie niet één kant op verbieden. Wie zegt dat beleggers geen winst mogen maken op dit soort contracten, zegt ook dat boeren zelf de verliezen moeten dragen als de prijs lager uitvalt. Dat is ook het directe effect van een verbod op de handel in futures. Een boer die het risico op de prijs niet kan verkopen is in zijn keuzevrijheid beperkt en dus kan het niet anders of een aantal boeren zal dan besluiten om minder te planten. Dit verlaagt het aanbod en drijft de prijs van voedsel op, met ernstige gevolgen voor de armste mensen in de wereld. (update: meer standpunten in Trouw.)

Denkfout

Absolute niveaus en relatieve veranderingen zijn twee volstrekt verschillende dingen. Dat moge duidelijk zijn. Wanneer de economische groei in China 10% bedraagt en die in Nederland 2%, dan betekent dat natuurlijk niet dat de gemiddelde Chinees daarmee rijker is dan de gemiddelde Nederlander. Een 3-jarige groeit ook sneller dan een 33-jarige. Maar niemand zal daaruit de conclusie trekken dat een 3-jarige dus groter is dan een 33-jarige.

Toch is dat precies de denkfout die het ANP maakt in het volgende bericht:

Nederlanders die op de centen letten bij het boeken van een vakantie kunnen het beste kiezen voor een verblijf in het buitenland. De prijzen van pakketreizen naar buitenlandse bestemmingen stijgen veel minder snel dan die van dit soort reizen in eigen land.

De geschiedenis herhaald

De tulpenbollenmanie in Amsterdam aan het begin van de 17e eeuw wordt algemeen beschouwd als de eerste beurskrach. Door speculanten werd de prijs van tulpenbollen opgejaagd tot exorbitante hoogtes, waarop onvermijdelijk een koersval volgde.

Ultieme ironie. Vandaag doet het NRC uitgebreid verslag van een rechtszaak die deze week begint. De krant heeft het over “de grootste speculatiefraude […] die zich ooit in Nederland heeft voorgedaan”. Beleggers zijn voor tientallen miljoenen het schip in gegaan, in wat niet veel meer bleek dan een pyramidespel. Waar dit keer in werd gespeculeerd? Eh, tulpenbollen. Echt waar.

Het duurde even voordat ik doorhad dat ik niet een historisch verslag zat te lezen.

Meer vragen dan antwoorden

In dit artikel op de geschiedenissite Anno worden in het kort de beginjaren van Shell en directeur Deterding beschreven. Kijk of u het kunt volgen:

In die beginjaren van de oliewinning was Standard Oil (SO, tegenwoordig Esso) van John D. Rockefeller de grootste olieproducent ter wereld. Dit bedrijf produceerde veel meer olie dan er vraag was. Door het overschot tegen dumpprijzen aan te bieden, maakte SO het kleinere oliemaatschappijen bijna onmogelijk om te overleven. Deterding was tegen deze dumping. […] Door samen te werken met het Russische oliebedrijf van de Franse Rothschilds en de Britse gebroeders Samuel doorbrak Deterding de Amerikaanse machtspositie.

Dit gedrag van SO kan moeilijk optimaal geweest zijn, en de beschreven situatie kun je samenwerken wat je wilt maar hoe helpt dat tegen een dumpende marktpartij? Van dit verhaal klopt duidelijk niet veel.

Er is gelukkig een uitgebreider artikel beschikbaar waaruit bovenstaande slechte samenvatting voortkomt. Het blijkt dat SO de Amerikaanse markt beheerste en bij een te groot aanbod het teveel aan olie buiten Amerika aanbood om te voorkomen dat de prijs op de thuismarkt zou zakken. Dat is nog steeds niet optimaal – waarom de olie niet opgeslagen? – maar in ieder geval begrijpelijk. Ook wordt duidelijk hoe SO bestreden werd: door zelf een grote speler op de Amerikaanse markt te worden en dus te kunnen dreigen daar de prijs te beïnvloeden. Als SO inziet dat er zaken gedaan moeten worden dreigt (in 1927) nog even een OPEC avant la lettre opgericht te worden, maar het kartel houdt geen stand.

De Jopie 2007!!

Gelukkig nieuwjaar! Trouwe lezertjes weten inmiddels dat wij het jaar traditiegetrouw afsluiten met de feestelijke uitreiking van de Jopie Award, een prijs die gaat naar uitspraken, voorstellen en soortgelijke media-uitingen die getuigen van Groot Economisch Onbenul, of waar uw redactie het anderszins grondig mee oneens is. Trouwe lezertjes van het eerste uur kennen ook de oorsprong van de Jopie. De eerste award ging in 2005 naar de Vereniging Eigen Huis, die de mogelijkheid van een belastingvrije gift van 250,000 euro van ouders aan kinderen voorstelde, mits de kinderen daarmee starten op de woningmarkt. Inmiddels is de VEH tot inkeer gekomen en begrijpt de vereniging ook dat het op een dergelijke manier sleutelen aan de woningmarkt alleen maar averechts werkt. Vorig jaar ging de prijs naar Minister Joop Wijn, voor zijn Verzamelde Werk. Inmiddels is de man geen minister meer. U merkt het: de invloed van een Jopie valt nauwelijks te onderschatten.

Genoeg gepraat. Tijd voor de nominaties. Lees verder “De Jopie 2007!!”

De irrationele patiënt

Stel ik bied u de volgende deal aan. U krijgt vandaag van mij 100 euro. Echter, als tegenprestatie moet u mij ergens in het komende jaar een nader te bepalen bedrag terug betalen dat ergens tussen de 0 en 100 euro zal liggen. Gaat u akkoord met deze deal? Dat lijkt mij wel. Zelfs in het meest ongunstige geval hoeft u nog steeds maar 100 euro terug te betalen, en verliest u dus niets. In alle andere gevallen gaat u er op vooruit.

Op haar economische pagina heeft de Postbank elke dag een “Vraag van vandaag”, waarin de bezoeker een poll mag invullen. Gisteren luidde de vraag: “Wilt u 100 euro extra eigen risico in ruil voor 100 euro minder zorgpremie?” Inderdaad, het scenario is precies hetzelfde als dat in mijn eerste alinea: in het meest ongunstige geval gaat u er niet op vooruit, in alle andere gevallen wordt u er alleen maar beter van. Financieel gezien dan.

De uitkomst? Een verbijsterende 49,6% van de ruim 39.000 respondenten gaat niet akkoord met deze deal. Nog eens 6,5% weet het niet. Slechts 43,9% laat geen geld op straat liggen en gaat akkoord. Goed, het is nu niet bepaald verantwoord wetenschappelijk onderzoek, maar toch. Het economisch bureau van de Postbank geeft de volgende verklaring:

Verzekerden die kiezen voor de korting moeten honderd euro apart houden voor het geval dat. Het kan zijn dat sommige consumenten zichzelf niet vertrouwen om van dit potje af te blijven. Liever betalen zij verspreid over het hele jaar iets meer dan dat zij plotseling honderd euro moeten ophoesten.

Maar het lijkt mij dat het aantal Nederlanders dat niet in staat is om in noodgevallen 100 euro op te hoesten, aanzienlijk lager is dan die 49,6%.

[dank aan Gerhard]

Triest

Ik kan het ook niet laten. De tranen schieten spontaan in je ogen als je ziet wat de Nederlandse pers er allemaal van bakt, die Nobelprijs. Het FD meldt:

De mechanism design theory heeft volgens de Nobelprijsorganisatie het begrip voor instituten vergroot. Daarbij wordt rekening gehouden met individuele initiatieven en persoonlijke informatie.

U begrijpt niet wat hier staat? Wees gerust, de dienstdoende journalist heeft zelf ook geen flauw benul. De Volkskrant slaagt er niet eens in om de gelauwerden correct weer te geven: