Is Sinterklaas efficient?

Economen zijn nooit te beroerd om andermans feestje te vergallen. Neem nu Joel Waldfogel. In een inmiddels klassieke studie laat hij zien dat de waardering van zijn studenten voor hun kerstkadootjes gemiddeld ongeveer 15% onder de aanschafwaarde ligt. Met andere woorden: in plaats van dat kado van 100 dollar waren ze net zo gelukkig geweest met 85 dollar contant. The Deadweight Loss of Christmas, noemde hij dat. Vorige week had de Volkskrant er nog een aardig artikel over, compleet met beleidsimplicaties voor Sinterklaas. Een alternatief is natuurlijk om kadobonnen te geven, maar helaas, ook die gaan op eBay van de hand voor 85% van hun nominale waarde, zo meldt Tim Harford.

Een beetje flauw is het natuurlijk wel. Waldfogel gaf zijn studenten expliciet opdracht om “sentimentele waarde” buiten beschouwing te laten, terwijl het daar vaak juist om gaat. Bovendien deden Solnick en Hemenway een soortgelijke studie onder gewone burgers en vonden daar een positief rendement van kado’s dat meer dan 100% bedraagt (zie bijvoorbeeld hier).

Vooralsnog luidt onze conclusie derhalve:Laat Die Goede Sint Maar Komen.

Herengrachtindex

Mooi onderzoek: Piet Eichholtz van de Universiteit van Maastricht keek naar historische transactieprijzen van huizen aan de Herengracht in Amsterdam, en is zo in staat om een prijsindexcijfer te berekenen dat terug gaat tot 1650. Het NRC besteedde er afgelopen zaterdag een paginagroot artikel aan (hier is het plaatje), plus een artikel op de voorpagina. Volgens die index zijn, gecorrigeerd voor inflatie, de huizenprijzen namelijk op het hoogste niveau sinds 1736.

Natuurlijk is het maar de vraag of dat zo schokkend is. Eerlijk gezegd valt het me zelfs nogal mee. Een andere manier om er tegenaan te kijken is dat sinds 1736 de prijsontwikkeling van grachtenpanden precies hetzelfde is geweest als de prijsontwikkeling van consumptiegoederen, maar zo’n constatering leidt tot krantenkoppen die aanzienlijk minder pakkend zijn.

Ook wordt in het begeleidende artikel gesteld dat die grachtenpanden een goede maatstaf zijn om de prijzen te vergelijken, omdat de kwaliteit van die grachtenpanden niet is veranderd. Natuurlijk is dat niet waar. Je mag hopen dat er sinds 1736 wel het een en ander verspijkerd is. Bovendien: in 1736 waren die dingen waarschijnlijk grote pakhuizen, terwijl ze nu zijn omgebouwd tot vier of vijf luxe appartementen, en dat is wel heel iets anders.

Maar het blijft een mooi plaatje.

Verwarmde terrassen, externe effecten

Is het erg dat alles in Nederland later gebeurt dan elders in de wereld? Soms wel, maar het heeft zijn voordelen. Dit initiatief van GroenLinks om verwarmde terrassen in Utrecht te verbieden (in verband met de uitstoot van broeikasgassen-nou ja) komt zo’n twee en een halve maand nadat hetzelfde geval in Engeland speelde.  Mooi, want dan hoef ik hier niet te verhalen over de inefficiëntie van een verbod vergeleken met een corrigerende Pigou-belasting: er is namelijk al een Engelsman die deze sterke argumenten in heeft zitten typen. Vertaalt u het zelf even?

De gemiddelde verzekerde

Vorig jaar klaagde ik op deze plek over de manier waarop de pers over de wijzigingen in de basisverzekering schreef. Die wijziging is een overheveling van geld van gezonde mensen naar zieke mensen, maar de pers had het uitsluitend over de gemiddelde verzekerde. Daarmee sloeg zij de bal behoorlijk mis. Binnenkort gaat de wijziging daadwerkelijk in, en veranderen er drie dingen:

  1. De no-claim wordt afgeschaft. Wie geen kosten maakt krijgt toch geen geld terug. Dit maakt de gemiddelde premie lager. Gezonde mensen betalen echter meer en zieke mensen minder.
  2. Het verplicht eigen risico gaat omhoog naar €150. Dit is nadelig voor mensen die weten dat ze sowieso €150 gaan claimen en dat bedrag liever verzekeren (al weten ze dat niet altijd). Ook dit maakt de gemiddelde premie lager. Zieke mensen gaan meer betalen, maar voor gezonde mensen maakt het niet veel uit omdat hun eigen risico waarschijnlijk al boven de €150 lag. Zij profiteren wel mee van de besparingen die uit het hogere eigen risico voortkomen.
  3. De dekking wordt uitgebreid. Ook dit pakt voor iedereen verschillend uit, afhankelijk van de kwalen die men heeft. Over het algemeen is dit positief voor zieke mensen en negatief voor gezonde mensen.

Hoe staat het er dit jaar voor? Lees mee in dit artikel in de Volkskrant.

Amsterdam – Nederlanders betalen volgend jaar gemiddeld 167 euro meer voor hun zorgverzekering.

Dat begint weinig hoopgevend. Dit bedrag is irrelevant omdat de gemiddelde patiënt niet bestaat. Gelukkig is de tweede zin beter:

Gezonde verzekerden die niet of nauwelijks gebruikmaken van de zorg, gaan er gemiddeld 222 euro op achteruit.

En zo gaat het nog even door. De vermelding van de verschillende effecten voor meer en minder gezonde mensen is een plus ten opzichte van vorig jaar. Meer kranten na de klik.
Lees verder “De gemiddelde verzekerde”

Triest

Ik kan het ook niet laten. De tranen schieten spontaan in je ogen als je ziet wat de Nederlandse pers er allemaal van bakt, die Nobelprijs. Het FD meldt:

De mechanism design theory heeft volgens de Nobelprijsorganisatie het begrip voor instituten vergroot. Daarbij wordt rekening gehouden met individuele initiatieven en persoonlijke informatie.

U begrijpt niet wat hier staat? Wees gerust, de dienstdoende journalist heeft zelf ook geen flauw benul. De Volkskrant slaagt er niet eens in om de gelauwerden correct weer te geven:

Opsplitsing ABN Amro had voorkomen kunnen worden

De berichtgeving omtrent de overnamestrijd van ABN Amro blijft wat merkwaardig. Zo meldde de Volkskrant zaterdag dat het opsplitsen van de bank volgens Invloedrijke Ingewijden “niet nodig was geweest”. Die formulering suggereert dat de krant het vanzelfsprekend vindt dat die opsplitsing iets slechts is, maar dat is natuurlijk absoluut niet evident. Welk alternatief was er dan geweest?

De opsplitsing [… had] op twee momenten vermeden kunnen worden door achter de schermen te interveniëren. Eerst begin dit jaar, toen ABN Amro en ING bijna gefuseerd waren. Zo’n ‘nationale kampioen’, die de tweede bank van Europa had opgeleverd, zat vast op ‘de poppetjes’. Een interventie van het kabinet had dat kunnen verhelpen.

Helaas verzuimt de krant om duidelijk te maken hoe de Nederlandse consument gebaat zou kunnen zijn bij de vorming van zo’n nationaal bankenmonopolie. Inderdaad, in het geheel niet.

Brussel let op broodprijs

Af en toe kom je van die berichten tegen die veel meer vragen oproepen dan ze beantwoorden. Zo meldt nu.nl dat “De Europese Commissie er scherp op toe ziet dat de broodprijs niet ongerechtvaardigd stijgt.” Hoezo? Is Neelie Kroes misschien een Europa-breed broodbakkerskartel op het spoor gekomen? Dat blijkt niet het geval. Integendeel, brood bakken lijkt me een vrij concurrerende bezigheid, waarbij de tucht van de markt er voor zorgt dat aanbieders niet zo maar ongestraft hun prijs omhoog kunnen gooien. Hoe en vooral waarom de Europese Commissie dan toezicht gaat houden, dat blijft onduidelijk.

Maar dan het leukste. Welke noeste Europese consumentenbelangenbehartiger zit er achter deze waarschuwende vinger? Wie blijkt er niet te beroerd om zich hard te maken voor een fatsoenlijke broodprijs voor de Europese burger? Eh, de landbouwcommissaris. Precies, dezelfde instantie die er al decennia lang middels door de belastingbetaler gefinancierde landbouwsubsidies voor zorgt dat de prijzen van landbouwprodukten in Europa kunstmatig hoog worden gehouden.

Transfer

Terwijl de geruchtmakende transfers in de voetbalwereld doorgaan blijkt ook de illustere NRC-rubriek Economie voor jou (eerder op deze site) een transfer te hebben gemaakt. Sinds een dikke week schrijven de auteurs voor de internetsite van De Volkskrant.

De Volkskrant is er blij mee, zo blijkt, de NRC lijkt nog niet helemaal op de hoogte (zie de huisvlijt in dit laatste artikel). Maar wat zit er achter de transfer? Ik gok voorlopig op meer geld.

Boeren vs. Bakkers

Intrigerend bericht van het ANP:

De bakkers, supermarkten en meelindustrie maken misbruik van de relatief hoge graanprijs. Ze verhogen de prijs van brood met een onevenredig percentage en als de prijs van graan zakt, zakt de prijs voor een brood nooit mee. Dat vindt de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV).

Inderdaad, asymmetrische prijsaanpassingen, een fenomeen dat overigens voor veel meer sectoren is aangetoond. Maar de boeren suggereren dat het ook op de lange termijn geldt. Dat zou betekenen dat naarmate de graanprijs sneller op en neer beweegt, de broodprijzen hoger zijn. Dat klinkt wat vreemd.

Het bericht roept nog veel meer vragen op. Allereerst: waar maken die boeren zich eigenlijk druk om!? De graanprijs wordt bepaald op de wereldmarkt, dus de hoogte van de broodprijzen zal niet of nauwelijks van invloed zijn op het inkomen van boeren. De boeren zelf denken daar anders over, zo suggereert het persbericht:

Voor ons als akkerbouwers is het moeilijk te verteren dat speculanten, handelaren, supermarkten en bakkers nu misbruik maken van de graanprijsstijging […] Ik noem dat misbruik maken van de hogere graanprijs over de rug van akkerbouwers.

Bovendien: in feite suggereren de boeren dat de bakkers een kartel vormen dat de broodprijs kunstmatig hoog houdt. Maar als bakkers gezamenlijk zo’n monopolieprijs zouden kunnen zetten, dan zouden ze dat altijd doen, en niet pas als de graanprijs stijgt. En als bakkers altijd al een monopolieprijs zetten, lijkt er weinig reden om een graanprijsstijging meer dan evenredig door te berekenen.

Laat Nederland rijden

De Telegraaf probeert deze week het fileprobleem op te lossen. Met dagelijkse berichten over het leed dat file heet en de partijen die eronder lijden probeert de krant de druk op de politiek op te voeren.

Mooi om te lezen is het bericht “wat is UW oplossing?”, dat op het moment van schrijven 416 reacties heeft. Natuurlijk ontbreken de gebruikelijke tirades over de stoet vrouwelijke ministers op Verkeer en Waterstaat niet en is er de roep om gratis openbaar vervoer, maar de meerderheid zoekt de oplossing in capaciteitsuitbreiding. Bredere wegen, extra rijstroken bovenop de huidige, vrachtwagens naar de nacht, op- en afritten groter maken. Over rekeningrijden wordt zeven keer gerept; zes zijn tegen en één is voor.

Is dit een geruststellend of gekmakend schouwspel? Ik twijfel: aan de ene kant maakt zoveel beperkt denkvermogen angstig, aan de andere kant is er kennelijk nog werk genoeg voor economen. De grote denkfout, voor wie het niet ziet, is deze: met voldoende uitbreiding van de capaciteit zou de huidige verkeersstroom zonder problemen kunnen worden verwerkt. Wie ’s ochtends vaststaat en denkt “een grotere afrit zou een hoop schelen”, die heeft gelijk.

Maar de omvang van de huidige verkeersstroom wordt mede veroorzaakt door de huidige files. Ik ben ervan overtuigd dat grote aantallen autobezitters ’s ochtends de trein nemen of eerder weggaan omdat ze niet in de file willen staan. Op het moment dat de wegcapaciteit toeneemt en de files oplossen, neemt dus automatisch de verkeersdrukte toe. Er gaan meer auto’s rijden, en wel totdat de files weer zo lang zijn dat de volgende, marginale, autobezitter begint te ontwijken. Een grotere capaciteit zal iets uitmaken (de marginale berijder is een ander) maar bij lange na niet zoveel als de lezers denken.

Rekeningrijden heeft als voordeel dat de marginale kosten van spitsrijden, die nu in tijd en geld worden geheven, helemaal in geld worden uitgedrukt. Dat is efficiënt omdat verspilde tijd verloren is, maar geïnde tol kan worden gebruikt om de wegenbelasting te verlagen. Misschien moet ik ook maar een reactie plaatsen…