Vrijdag de 13e

Op vrijdag de 13e blijven brokkenpiloten thuis, of rijden ze zachter. Daardoor zijn er die dag minder ongelukken. De redenen waarom men denkt op de 13e extra pech te hebben zijn onduidelijk, maar waarschijnlijk irrationeel.

Is het aantal ongeluksdagen optimaal? Ten eerste betekent vrijdag de 13e natuurlijk opbrengsten en kosten: er worden minder brokken gemaakt maar doordat bijgelovige mensen minder risico nemen (thuis blijven, bijvoorbeeld) loopt de productiviteit ook terug. Laten we aannemen dat het effect op dit moment positief is, dat de opbrengsten hoger zijn dan de kosten.

Is het aantal ongeluksdagen dan hoog genoeg? Stel dat we de mogelijkheid hebben om ook vrijdag de 14e en vrijdag de 15e als ongeluksdag in de boeken te krijgen, moeten we dat dan doen? Of moet juist de reputatie van de 13e verbeterd worden? Twee effecten werken tegen elkaar in: de (veronderstelde) positieve opbrengsten van extra ongeluksdagen zijn goed, maar ook de kosten van irrationaliteit nemen toe: één keer in de zeven maanden voorzichtig aan doen is een stuk minder vermoeiend dan om de andere maand. Bij meer ongeluksdagen zullen er dus minder mensen geloof aan hechten, waardoor de totale opbrengst afneemt.

Het probleem lijkt wel wat op de optimale prijs voor een monopolist. Een hogere prijs zorgt voor meer opbrengst per klant, maar voor minder klanten. Het optimum hangt af van de elasticiteit van de vraag. In dit geval gaat het om de elastiticiteit van geloof: hoe moeilijk kun je het iemand maken voordat hij/zij er niet meer intrapt? Mensen houden van hun bijgeloof, zoveel is duidelijk. Een extra ongeluksdag kan er zeker af. Maandag de 1e?

Voor de bakker

We zullen iets moeten zeggen over het rapport van de commissie Bakker, dat vandaag uitkomt (samenvatting, rapport, argumentenkaart, alles pdf). Dat is haast niet te doen: er staat enorm veel in het rapport en toch is het een product van een commissie, met alle compromissen en vaagheden van dien. Een paar observaties dan maar.

  • Opmerkelijk is de toonzetting. Er is genoeg werk voor iedereen, de vraag is hoe vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Veel kan met pijnloze maatregelen: de scholen langer open, flexibel werken, een electronisch vaardighedendossier. Dat klinkt vriendelijk en opbouwend, de toonzetting is een stuk minder confronterend dan dan die van Minister Donner.
  • Een andere manier om meer mensen te laten werken is door uitkeringen en marginale belastingen te verlagen. Dat gebeurt ook, al wordt het niet zo aangeduid. De belangrijkste marginale werknemer is volgens Bakker de part-time werkende vrouw. Die ziet het de overdraagbare heffingskorting sneuvelen (minder uitkering) terwijl de staatsbijdrage in de kinderopvang niet afneemt als ze meer gaat werken. Stok en wortel moeten tienduizenden FTE’s opleveren.
  • Ouderen moeten ook meer werken, maar dat was in feite al langer aan de orde. De kranten koppen “werken tot 67 voor hetzelfde pensioen”, dat lijkt een verslechtering maar het valt wel mee, er hoeft ook minder premie betaald te worden. De verminderde aftrekbaarheid daarvan is alleen slecht voor wie er per se met 65 uit wil.

Misschien is het nuttig om ook nog eens naar het alternatieve scenario te kijken. Gebeurt er niets, dan hebben we straks een tekort aan beschikbare arbeid. Maar daar houdt het niet mee op, natuurlijk: een logisch gevolg is hogere (bruto-) lonen, verminderde concurrentiekracht, vertrek van bedrijven en het krimpen van de Nederlandse economie totdat vraag en aanbod van arbeid weer in evenwicht zijn. Met een kleine economie en hoge lonen is het moeilijk de inactieven (gepensioneerden en werklozen) van inkomsten te voorzien. De groepen die gevaar lopen als er niets gebeurt zijn dus niet zozeer de werknemers van de komende jaren, maar zij die hopen te profiteren van de welvaartsstaat. Maar juist de reacties van de vertegenwoordigers van die groepen zijn het minst positief.

Scrabble

Het kwartaalblad van het IMF heeft een profiel van Jacques Polak, monetair econoom afkomstig uit Nederland, opgeleid aan de UvA en langdurig werkzaam bij het IMF.

Verreweg het interessantste op zijn publicatielijst blijkt echter een artikel uit 1955 in de American Economic Review over de Economie van Scrabble. Beginnende spelers, zo betoogt hij, proberen het aantal punten in een beurt te maximaliseren. Niet verstandig, je moet immers intertemporeel maximaliseren. Concreet leidt dat tot de volgende beleidsaanbevelingen: gebruik letters met 4 of 5 punten alleen als ze leiden tot een dubbele score, en gebruik letters met 8 of 10 punten alleen als ze leiden tot een driedubbele score. Wie toegang heeft tot JSTOR vindt het artikel hier.

Overigens meldt het IMF dat zijn vrouw hem toch regelmatig versloeg. [via]

De dieselprijs

De truckers zijn boos over de hoge dieselprijs en gaan vandaag langzaam rijden (of zijn daar al mee begonnen). In het bijzonder steekt de accijnsverhoging die de regering voor het begin van de volgende maand aangekondigd heeft. De sector wil juist dat de dieselaccijns op het Europese minimum wordt gezet.

Dit is geen Nederlandse, maar minstens een Europese kwestie. Italiaanse en Spaanse chauffeurs zijn al dagen bezig met soortgelijke protesten. De Europese commissie wil liever niet dat regeringen toegeven aan de druk en beveelt aan terughoudend te zijn met accijnsverlagingen.

De Europese Commissie heeft gelijk. En wel hierom: stel dat alle landen van de EU vandaag besluiten de dieselaccijns met 10 cent te verlagen. Wat gebeurt er dan met de prijs (inclusief accijns) aan de pomp? Die daalt tien cent, zegt de langzaam rijdende trucker. Die blijft gelijk omdat de marktprijs van diesel dan 10 cent stijgt, zegt de econoom.

Het is een verhaal waar ze in Amerika een heel verkiezingsseizoen mee gevuld hebben. De verlaging van de dieselaccijns is in wezen hetzelfde als het voorstel voor een gas tax holiday waar Clinton en McCain mee kwamen. Ik verwijs dan ook graag naar deze heldere analyse (met vraag- en aanboddiagrammen) van dat voorstel, die tot dezelfde conclusie komt: een lagere accijns leidt niet tot extra aanbod van diesel, maar wel tot extra vraag. Er is niet meer diesel, en als de accijns lager is stijgt dus de prijs net zolang tot de vraag weer afneemt.

Die analyse klopt in ieder geval als we het over een Europese accijnsverlaging hebben, omdat de Europese markt groot genoeg is om de wereldprijs te beïnvloeden. Een accijnsverlaging alleen in Nederland doet meer diesel onze kant op komen (en minder naar de rest van Europa) en kan dus wel voordelig uitpakken. Maar reken er maar niet op dat andere landen niet reageren op een Nederlandse accijnsverlaging.

Conclusie: het verlagen van de accijns betekent dat we geld naar het Midden-Oosten sturen in plaats van naar Den Haag en doet niets voor de Nederlandse vrachtwagenchauffeur.

Nibud en levensloop

Hoe moet je als rationeel denkend burger je consumptie over je hele levensloop uitsmeren? Simpel. Zodanig dat je verwachte nut over je hele leven gemaximaliseerd wordt. Concreet betekent dat dat je je niet zo zeer laat leiden door hoeveel je vandaag verdient, maar meer door hoeveel je in je hele leven denkt te verdienen. Inderdaad, de permanent income hypothesis. Nog concreter betekent dat voor een doorsnee burger dat hij op jonge leeftijd schulden maakt, die hij op latere leeftijd weer aflost. Voor de meeste mensen zal hun inkomen immers stijgen met hun leeftijd, en op die manier kunnen ze daar als ze jong zijn alvast een voorschot op nemen.

Het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) denkt daar duidelijk anders over. Het instituut kwam vorige week met een bufferberekenaar, die ook uitgebreid in de pers was. Tik je persoonlijke gegevens in en de bufferberekenaar rekent precies uit hoeveel geld je als buffer achter de hand moet houden. Dingen kunnen immers kapot gaan en dan, zo vindt het Nibud, moet je altijd genoeg geld achter de hand hebben om dat te kunnen opvangen. Immers, “het is dan niet nodig om een dure lening aan te schaffen”.

Dat suggereert dat het Nibud mikt op een consumptiepatroon waarbij de kans op schulden gelijk is aan nul. Dat klinkt niet heel erg optimaal.

EK-koorts

Luttele uren voor de eerste wedstrijd van Oranje meld ik nog even dat we de bovenkant van de site vervangen hebben door de marktprijs EURO.08.HOLLAND van Tradesports. Dat aandeel geeft de procentuele kans weer dat Nederland over twee en een halve week met de cup in handen staat. De handel is wat dun maar de huidige 6.5 procent lijkt mij ballpark correct. De koers bij het EK-beleggen (pas op: zware sponsoring) staat op 12 procent. Dat niemand iets aan dit verschil doet geeft aan dat de markten nogal wat beperkingen kennen.

Ik hoop dat mijn buurman, als het zover is, zijn huis weer snel beige zal verfen. Tegen die tijd komt ook onze 50 gulden weer terug.

Drie

In de begindagen van deze site schreef ik een stukje over de documentaire De dag dat de dollar valt van NRC-redacteur Maarten Schinkel. Het werd al snel het populairste stuk van de site (jaar na jaar). Ongetwijfeld zal het verloop van de dollarkoers sinds 2005 hieraan meegewerkt hebben, maar we mogen ook niet uitsluiten dat het aan de documentaire zelf heeft gelegen.

Diezelfde meneer Schinkel is nu de ontvanger van de Selexyz debuutprijs voor zijn roman Drie en dus de eigenaar van tienduizend euro (geen dollar, gelukkig). Nieuwsgierig naar de roman van een economieredacteur heb ik het werk eens gelezen en inderdaad, voor wie het wil zien zit er wel wat economie in het boek.
Lees verder “Drie”

Onderhandelen met de kapers

De kaping van het schip de Amiya Scan, eigendom van een Nederlandse rederij, brengt de situatie voor de Somalische kust weer in het nieuws. Piraten halen daar af en toe een schip uit zee om op die manier losgeld te kunnen vragen. De resultaten zijn wisselend: de Nederlanders lijken bereid te betalen, eerder grepen de Fransen militair in om de piraten te arresteren.

Het is een mooie spel-theoretische situatie. De optimale oplossing voor alle scheepseigenaren ex ante is het ontmoedigen van piraterij door af te spreken nooit losgeld te betalen. Maar als één reder een schip gegijzeld ziet, is het individueel optimaal om te betalen, zodat de schade beperkt blijft. De Nederlandse reder wil dan ook geen bevrijdingsactie.

Maar als zij zo doorgaan met losgeld betalen, moedigen ze piraten alleen maar aan’, zegt Mody. ‘Er moet echt een vorm van afschrikking komen

aldus een analist vandaag in de Volkskrant. Het probleem is dat de vloot die rond de Somalische kust vaart in eigendom is bij vele verschillende reders. Dat maakt dat een gezamelijke afspraak om niet te betalen niet subgame-perfect is. De opbrengst van het stijf houden van de poot, grotere veiligheid van iedereen, is voor de eigenaar van een gegijzeld schip extern. Als de bedreigde partij uit één, jurisch, geheel bestond was zo’n afspraak wel mogelijk, zie de bekende strategie van de VS om nooit met terroristen te onderhandelen.

De oplossing wordt nu gezocht in het sturen van een militaire vloot. Dat kan werken, als die alle kapingen voorkomt. Maar als het kwaad eenmaal is geschied blijft de situatie zoals hij nu is. Wat hier nodig is, is een side payment. De reders stellen dan een fonds in waaraan ze allemaal bijdragen. De afspraak is dat degene van wie een schip gekaapt wordt, een uitkering krijgt onder de voorwaarde dat er geen losgeld betaald wordt.

En wat is er mis met het spekken van de staatskas?

Rotterdamse agenten zijn niet te spreken over de hogere boetebedragen bij verkeersovertredingen, zo meldt de Telegraaf vandaag. De reden: de hogere boetes leiden volgens de dienders niet tot veiliger verkeer. Nou begrijp ik dat verkeersagenten in hun vrije tijd geen Gary Becker lezen, maar volgens mij is dat effect er wel degelijk. Iets anders is dat de boetes “alleen de staatskas spekken”. De vraag is wat daar mis mee is.

De staat geeft geld uit aan allerhande zaken, en haalt dat geld op bij de burgers via belastingen. Dat is een vervelend proces omdat belastingen de economie verstoren dus meer kosten dan ze opleveren. De beste belasting, zo weet de econoom, is een lump sum belasting die geen percentage van een opbrengst of waarde is, maar een vast bedrag. (Nog beter zijn de Pigou-belastingen, maar daarvan is de basis nogal klein.) En laten verkeersboetes nou een prachtige, niet verstorende, belasting zijn. Als de overheid al z’n geld via verkeersboetes binnenhaalde kon de inkomstenbelasting opgeheven worden.

Wie klaagt dat de staatskas gespekt wordt, klaagt er eigenlijk over dat de overheid teveel geld uitgeeft. De indruk wordt gewekt dat die uitgaven omhoog gaan als het aantal boetes toeneemt. Dat is niet het geval (met dank aan) en dus betekent elke extra euro boete een lagere belasting voor iemand anders. De theorie dat de overheidsuitgaven afnemen als de inkomsten opdrogen staat in de VS overigens bekend als starve the beast en is door economen getest en afgekeurd.

[dank aan Ward]

6+5 en de buitenlandse voetballers

De FIFA, de wereldvoetbalbond, lijkt langzaam maar zeker af te stevenen op een regel die zegt dat clubs maximaal vijf spelers op mogen stellen die niet voor het eigen nationale elftal uit mogen komen. Doel van de regel is onder meer het beschermen van de kansen van jonge spelers in landen waar het grote geld de competitie over heeft genomen (Engeland wordt vaak als voorbeeld genoemd). De Europese Commissie dreigt met een verbod op de regel, die niet strookt met het vrije verkeer van personen in de EU.

Dat vrije verkeer van personen is een belangrijk recht, dat economisch goed uitpakt. Het idee is dat elke EU-burger overal in de Unie mag werken, en als de burger daarbij kiest voor het hoogste loon dan leidt dat tot efficiënte uitkomsten. Efficiënt omdat bedrijven het best mogelijke team samen kunnen stellen, en efficiënt omdat lokale economische schokken makkelijker opgevangen kunnen worden.

Maar je kunt je afvragen of voor voetbalteams dezelfde principes gelden. Een efficiënt bedrijf, met de beste werknemers van over de hele wereld, maakt zijn klanten blij door een hoge productie en een lage prijs. Daarbij is iedereen gebaat. Een efficiënt voetbalteam, opgebouwd uit de beste spelers ter wereld, wint van iedere tegenstander. Dat is leuk voor de fans, maar vervelend voor de rest van de teams. Het zero-sum-product voetbal is veel meer gebaat bij teams die ongeveer even goed (of slecht) zijn, zodat het resultaat onvoorspelbaar is. Onvoorspelbaarheid is ook één van de doelen die de FIFA zegt te dienen met de 6+5-regel.

Maar als onvoorspelbaarheid het doel is, zijn er dan geen andere middelen die niet tegen het vrije verkeer van personen ingaan? Een logische kandidaat is het draft-systeem van de Amerikaanse NFL.

The fundamental principle of the draft is that the team with the worst record from the previous season will have the first choice of players, and the team with the next worst record will choose next, and so forth.

Een dergelijk systeem heeft ook als voordeel dat de allocatie van jonge spelers op een georganiseerde markt plaatsvindt en niet onderhands, zoals nu vaak het geval is. Dat is beter voor de jonge spelers zelf, die daarmee een groter gedeelte van hun waarde incasseren. Wel is het waarschijnlijk dat er dan meer buitenlanders in elk team spelen.

Het zal mij benieuwen hoe deze krachtmeting tussen de FIFA en de EU uitpakt. De EU is de baas, maar de FIFA kan een joker inzetten met schier eindeloze krachten: JC is voor 6+5. Update 5/6 De NRC vindt dat het geld, niet de spelers, eerlijker verdeeld moet worden.