Mobiel bellen met Skype

Wie mobiel belt betaalt per minuut. De prijs per minuut is veel hoger dan de marginale kosten die de operator daarvoor maakt: die zullen niet veel hoger dan nul liggen. In feite betaalt de beller stukje bij beetje de (vaste) kosten van de aanleg van het netwerk terug.

Dat gaat mis als de beller gebruik gaat maken van Skype, de gratis internet-beldienst. Wie een onbeperkte databundel heeft (€10,- per maand) kan dan kosteloos bellen met zo’n beetje de hele wereld. Dat mag dus niet van de meeste operators, zoals in de VS en in Duitsland. Lobbygroepen willen dat verbod nu van tafel.

Economisch gezien is dit een bekend probleem: een ondernemer moet een forse investering doen en kan die stukje bij beetje terugverdienen als hij het monopolie erover mag houden, maar de techniek laat dat niet toe. Het speelt onder meer bij schrijvers, musici, uitvinders, programmeurs. De oplossing is meestal om dat monopolie juridisch af te dwingen en zo de ondernemer te prikkelen te investeren. Achteraf lijkt het dan optimaal om het monopolie tóch niet af te dwingen, maar daarmee ontmoedig je de volgende investering weer.

In dit geval is het dus onverstandig telecombedrijven te dwingen om hun monopolie op het bellen op te geven. Het zou op korte termijn goed zijn voor consumenten (en slecht voor de aandeelhouders van de bedrijven) maar op lange termijn investeringen verminderen. Er is bovendien al een mechanisme dat ervoor moet zorgen dat het aanbod van mobiele belbedrijven competitief blijft: de concurrentie tussen de vier Nederlandse operators.

De sloopregeling

De sloopregeling (of, in Haags p.r. jargon: de schone-lucht premie) is er. Wie een oude auto inlevert en krijgt een bedrag tussen de €750 en de €1.000 korting op de aankoop van een nieuwe. De oude auto moet dan wel gesloopt worden, wat betekent dat we de slooppremie moeten afzetten tegen de inruilprijs die de auto nog opbrengt.

De volksmening bij de Telegraaf is daarom dat deze premie te laag is. Iedere dealer geeft altijd €1.000 inruil op alles wat rijdt, is de heersende mening. Maar wie wel eens een auto gekocht heeft weet ook dat die inruil vaak fictief is: wie niets inruilt krijgt opeens een aantrekkelijke korting aangeboden.

Er zal dus wel wat gesloopt worden dankzij deze premie. Dat is goed voor de autodealers, die het moeilijk hebben, en voor de fabrikanten (dat laatste is het weglekeffect). De hogere efficiëntie van de nieuwe auto maakt dat de uitstoot in Nederland vermindert (mits bezitters niet méér gaan rijden in de nieuwe kar) maar zoals Willem Buiter al opmerkte is het totale milieu-effect negatief. Een nieuwe auto moet immers ook geproduceerd worden. Andere verliezers zijn de gebruikelijke afnemers van oude Nederlandse auto’s, de inwoners van Oost-Europa en Afrika. Zij zien het aanbod tijdelijk opdrogen.

Meer banen, toch crisis

De logica in de economie is soms ver te zoeken. Neem nou dit bericht in de Telegraaf, gebaseerd op deze persverklaring van het CBS:

Het aantal banen groeit door. In het vierde kwartaal van afgelopen jaar waren er 108.000 banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal in 2007.

‘Ja maar, het is toch crisis?’ vraagt de leek zich af. Is ook zo. Maar het aantal banen van werknemers is een slechte statistiek om de voortgang van de crisis mee te volgen. Kijk maar eens naar deze data.

Er waren eind 2008 zo’n 108.000 banen meer dan eind 2007. Dat was mooi, maar er waren ook 110.000 extra mensen die wilden werken. Deze ‘mutatie beroepsbevolking’ treedt op omdat er nog wat groei zit in de cohorten 20-64 (die groep neemt toe met zo’n 20.000 mensen) en omdat mensen toetreden na bijvoorbeeld een studie, of minder met vervroegd pensioen gaan. En dus neemt de werkloosheid vanaf de zomer toe, ondanks het grotere aantal banen. Die werkloosheid is een veel betere peilstok voor de ontwikkeling van de recessie (en voor de conjunctuur in het algemeen, zie bijvoorbeeld hier).

Nog wat verdere details voor de liefhebbers. De werkloosheid neemt sneller toe dan het verschil tussen 108 en 110 duizend; hier wreekt zich het feit dat het over werknemers gaat waardoor failliete ondernemers en zzp’ers niet meetellen als banenverlies. En het is vrij normaal dat er banen bijkomen als meer mensen toetreden tot de arbeidsmarkt. Wie denkt dat een vast aantal banen  wordt verdeeld begaat de lump of labor fallacy.

Een goede buur

Mijn dochter is bij de buren. Het is ongelovelijk stil in huis en ik lees een uur lang rustig de krant. De buren hebben zelf ook een dochter, en hebben het nu met twee meisjes iets drukker. Behalve dat het bezoek leuk is voor hun dochter bouwen ze vandaag krediet op. Dochterlief kan binnenkort een keer bij ons komen en zo hebben zij een rustige middag.

We handelen en zoals gebruikelijk wordt iedereen er beter van. Het plezier van de rustige periode is groter dan de kosten van de minder rustige periode, of anders gezegd, we hebben allebei liever één periode geen, en één periode twee meisjes dan twee periodes één meisje.

De handel gaat redelijk goed ondanks dat er geen geld aan te pas komt. We ruilen over tijd steeds dezelfde dienst en het is makkelijk om bij te houden hoe de handelsbalans eruit ziet. Aan beide zijden staan immers gelijkwaardige bezoeken. Met de andere buren handelen we ook, maar daar wreekt zich de afwezigheid van geld. De andere buren nemen soms een kwartier de babyfoon terwijl wij weg zijn, wij ontvangen af en toe een pakje en bieden opvang als ze zich buitensluiten.

Ook hier is de handel winstgevend voor beiden, maar dat leidt tot een probleem. Want beide partijen waarderen de ontvangen diensten meer dan de geleverde diensten, waardoor de mentale handelsbalans van ons én die van de buren allebei een tekort vertonen. Handelden we in geld, dan was de balans aan beide zijden (spiegelbeeldig) hetzelfde en kon de winst worden weggeboekt als consumenten- en producentensurplus. Nu blijft er een tekort staan dat steeds verder oploopt en dat beide zijden steeds meer doet twijfelen om opnieuw een dienst te vragen. Pogingen van onze kant om het tekort op te heffen (kom toch eens eten!) worden afgeslagen omdat zoiets het tekort bij de buren weer verder doet oplopen. Uiteindelijk zit er niets anders op dan te verhuizen.

[Overigens, economie en kinderopvang is een vakgebied met minstens één klassieker: deze.]

Gratis producten

Er zijn mensen die met weemoed terugdenken aan de tijd dat alles nog duurder was. Echt waar: lees  dit warrige verhaal in Trouw over gratis producten. De auteur voegt voor het gemak illegale downloads bij deze categorie, maar eigenlijk gaat het over bona fide diensten als gratis kranten, Skype en de inhoud van het internet. De teneur is negatief: het lijkt wel gratis, maar dat is het niet. Voor deze stelling is maar liefst één stuk bewijs gevonden: bij sommige diensten worden de adresgegevens van de klant verkocht, waardoor die wordt blootgesteld aan reclame en verleid tot extra aankopen.

Meer algemeen verwordt de consument van gratis diensten tot een vervelende hork. Hij vraagt zich plotseling af waarom nog betaald moet worden voor lidmaatschappen, omroepen, en de consumentenbond. “Het idee dat je premie betaalt zodat anderen daarmee geholpen kunnen worden, is achterhaald.” En dat is jammer.

Wat een lariekoek. Mensen die zich afvragen of ze niet teveel betalen zijn de ruggengraat van de Nederlandse maatschappij, en mensen die een gratis dienst afnemen houden meer geld over om goede dingen mee te doen. Ik denk niet dat het publiek wél zou willen betalen om lid te worden van een politieke partij als er maar geen gratis kranten zouden zijn.

Een economische redenering: de marginale kopers van een dienst subsidiëren de infra-marginale kopers. Als er geen gratis kranten zijn heeft de betaalde krant meer abonnees, en dat is mooi voor diegenen die zelfs een betaalde krant willen als er ook gratis alternatieven zijn. Verschijnt de gratis krant, dan heeft de betaalde krant het moeilijker; mensen met een voorkeur voor de betaalde krant worden minder gesubsidieerd. Idem voor maatschappelijke organisaties en omroepen, waarvoor tegenwoordig superieure en individuele alternatieven bestaan. De schrijfster treurt vanwege het opdrogen van de subsidie.

Gelukkig is het artikel gratis. (A propos, de kranten: dit is een aardig stuk over de toekomst daarvan.)

Drinken met mate

Er is discussie in het Verenigd Koninkrijk over een minimumprijs voor alcohol. Lees hier bijvoorbeeld een artikel van de nieuwsdienst van de BBC:

[The] report said a 50p minimum price for a unit of alcohol would mean a standard bottle of wine could not be sold for less than £4.50, a two litre bottle of cider for £5.50, and the average six pack of lager for £6.00.

De minimumprijs moet er komen vanwege de negatieve externe effecten van de consumptie van, bijvoorbeeld, een twee-literfles cider. Overigens kan van dit soort hoeveelheden ook de gebruiker zelf achteraf spijt krijgen, een probleem waar het in Engeland vooralsnog niet over gaat. Hoe dan ook, de PM is tegen.

Speaking at a press conference at 10 Downing Street on Monday [Gordon Brown] said: “We don’t want the responsible, sensible majority of moderate drinkers to have to pay more or suffer as a result of the excesses of a minority.”

Een reactie waarbij je je afvraagt wat meneer Brown zoal consumeert. Economisch gezien is dit namelijk helemaal geen probleem, mits het systeem correct wordt uitgevoerd. Gaat men in het VK inderdaad minimumprijzen hanteren dan loopt het mis: het aanbod wordt groter dan de vraag en het voorspelbare gevolg is een zwarte markt voor alcohol en een grote strijd om marktaandeel op de legale markt, met de bijbehorende toename van de reclame en andere marketing.

Het juiste recept is natuurlijk een extra accijns op alcohol, hoog genoeg om de prijzen op het gewenste niveau te krijgen. Het verschil is dat de extra opbrengst in dat geval naar de overheid gaat, die het geld kan gebruiken om de belastingen te verlagen. Op die manier verandert er voor de gemiddelde drinker in principe niets: de hogere accijns worden gecompenseerd door lagere belastingen. Zware drinkers betalen wel meer, niet-drinkers gaan erop vooruit. Het hele verhaal lijkt dan sterk op de manier waarop we in Nederland excessief autogebruik willen aanpakken.

Natuurlijk zijn er wel gedragseffecten: de gemiddelde drinker zal minder drinken en het vrijgekomen geld aan andere zaken besteden. Dit leidt bij hem/haar tot een welvaartsverlies maar bij alle anderen, door de externe effecten, tot een welvaartswinst.

Causaliteit

De vraag in de autosector loopt terug. De Volkskrant schrijft (het pijltje is van mij):

In februari werden ruim 31 procent minder auto’s geregistreerd => In Nederland wordt mogelijk ook een schrootpremie ingevoerd.

De schrootpremie is een Duits idee waarbij eigenaren van oude auto’s een subsidie van €2.500 krijgen op het inruilen van hun voertuig. De Tweede Kamer ziet een Nederlandse versie, gezien de problemen in de autosector wel zitten. Maar hebben die de oorzaak en het gevolg wel begrepen? Ik zie ook wel wat in

In Nederland wordt mogelijk ook een schrootpremie ingevoerd => In februari werden ruim 31 procent minder auto’s geregistreerd.

Economie voor bij

Even let je niet op en dan is de aflevering van Economie voor Jou (eerder en eerder, we waren nooit erg onder de indruk) van vorige week meteen de laatste.

[…] de Volkskrant, die ons heeft laten weten wegens bezuinigingen te moeten stoppen met deze rubriek. Een fraaier voorbeeld van financiën als randvoorwaarde voor ‘economie’ hadden we zelf niet kunnen bedenken.

In de laatste aflevering stelt de econoom van dienst voor, ter bestrijding van de crisis,

[…] om nu aan te kondigen dat de hypotheekrenteaftrek in zeg 2015 wordt afgebouwd voor nieuwe kopers. […] Met die aftrekpost moet toch een keer iets gebeuren. Want structureel verstoort die renteaftrek de huizenmarkt. Door nu al aan te kondigen dat je hem op een later tijdstip gaat afschaffen, zullen aspirant kopers die voor de bui binnen willen zijn nu een huis kopen.

Het is niet onlogisch om twee vliegen in één klap te willen slaan, een impuls voor de huizenmarkt en eindelijk die verstorende aftrek eruit.

Het probleem, voor zover ik het zie, is dat we in een kredietcrisis zitten. Het is geen goed moment om aan de bezittingen van banken te gaan morrelen. Bezittingen zoals bijvoorbeeld alle Nederlandse hypotheken. Wie aankondigt op termijn de hypotheekrenteaftrek eruit te doen, kondigt in feite een grote waardedaling van het huizenbestand aan. Dat heeft meteen zijn weerslag op de balanspositie van alle Nederlandse banken.

Ik weet, er staat “nieuwe kopers” maar dat maakt het alleen maar erger. Je kunt dat op twee manieren lezen: huidige hypotheken mogen, met aftrek, worden meegenomen naar een nieuw huis. In dat geval wordt er grote ongelijkheid gecreëerd tussen (oude) huizenbezitters en jonge starters na 2015. En als de hypotheek niet mee mag, dan leidt dat opnieuw tot grote inefficiënties omdat bezitters niet zullen verhuizen, voor bijvoorbeeld een betere baan. In beide gevallen geldt daar bovenop het probleem van de bankenbalans.

De juiste aanpak voor de hypotheekrenteaftrek is overigens om hem, te beginnen over 10 jaar, met 2 procent per jaar af te bouwen over een periode van 50 jaar. Maar niet tijdens deze crisis.

Ervan langs

De nieuwe economisch columnist van de Groene Amsterdammer, Ewald Engelen, neemt geen blad voor de mond:

Als wetenschap is economie bankroet — de precisie is schijnprecisie, het model ondeugdelijk, de rationaliteit een fictie, de transparantie een illusie, het getal manipuleerbaar en de voorspelbaarheid een leugen

und so weiter. Zijn stelling:

Ik wil een lans breken voor meer sociologen, antropologen, politieke economen, historici en geografen in de economiepanels van morgen.

Op een bepaalde manier lost dat inderdaad het probleem op: zet bijvoorbeeld een econoom naast de historicus die vorige week in NOVA vrolijk de Kondratieff-golf doortrok en de hij steekt er een stuk intelligenter bij af. Maar misschien was dat niet de bedoeling.

Meer in het algemeen is het natuurlijk nuttig om meerdere perspectieven te horen dan alleen die van de econoom. Maar het is de economische wetenschap (met al haar imperfecties) die aangeeft wat de mogelijkheden zijn en waar de grenzen liggen. Het in kaart brengen van de gevolgen van schuld, inflatie, herkapitalisering en wat dies meer zij is reken- en modellenwerk. Het is niet gek dat de media voor informatie over die zaken naar iemand gaan die er verstand van heeft.

Supermodel

Economie op televisie. Hoewel de vorige verrichting van de VPRO bitter tegenviel moeten we toch optimistisch blijven. Vanavond een nieuwe kans met de documentaire The World’s Next Supermodel, een beschouwing over het optimale economische model na de teloorgang (is het al zover?) van het Angelsaksisch kapitalisme. De hier veelgeprezen Willem Buiter doet mee, en dat is natuurlijk al een reden om het toestel in te schakelen.

20:55, Nederland 2.