Loting is een rotsysteem

Zeg niet dat er nooit iets ten goede verandert in Nederland. Vanaf 2017 is het afgelopen met de praktijk dat de schaarste aan opleidingsplaatsen, bijvoorbeeld bij geneeskunde, wordt opgelost door middel van een loterij. Het nieuwe systeem voorziet in selectie op basis van twee (per opleiding vast te stellen) eigenschappen. Of het allemaal zo transparant gaat worden als de minister voorziet, staat nog te bezien; de opleidingen zijn nog bezig met de precieze invulling. Maar allicht is dit nieuwe systeem te prefereren boven de lottoballetjes.

Althans. Dit weekend verscheen een opinie-artikel in de Volkskrant waarin Aleid Truijens zich afvraagt of loting, hoewel een rotsysteem, misschien niet tóch de minst slechte manier van selecteren is. Want wie zegt dat de criteria van opleidingen wel de beste studenten selecteren? Een meetfout is zo gemaakt. En niet iedereen komt even vroeg tot bloei:

Een lamlendige zesjesscholier kan, als hij eenmaal de geest heeft gekregen, een bevlogen dokter worden.

Dit is allemaal waar en toch is loting een waardeloze manier van selecteren. De reden daarvoor is dat de loten machteloos maakt. Het maakt niet uit of de scholier zich uit de naad werkt, of zijn dagen slijt als lamlendige zesjesscoorder. Dit is op zichzelf al onverdraaglijk, maar het heeft bovendien het zeer schadelijke effect dat het de prikkel wegneemt om te presteren. Wetende dat na het diploma de loting wacht, kan de scholier de kantjes er rustig vanaf lopen.

De denkfout van loters is dat de groep kandidaat-studenten niet verandert door het systeem dat ze bij de poort van de vervolgopleiding te wachten staat. Gegeven de groep die zich meldt, kun je allerlei verhalen ophangen over eerlijkheid en rechtvaardigheid. Maar hoe die groep eruit ziet, wordt direct beïnvloed door het gewicht dat aan eerdere prestaties wordt toegekend.

Als dat er toe leidt dat scholieren zich bekwamen in nutteloze, maar indrukwekkende, kwaliteiten zoals babbelkunde dan krijgen we uiteindelijk nog geen betere dokteren. Maar als de selectie competent gebeurt, zal het nieuwe systeem ertoe leiden dat zich scholieren aandienen met betere kwaliteiten om uiteindelijk de opleiding goed te doorlopen.

Dit zijn geen nieuwe ideeën (zie eerder 2007, 2009) en met een beetje geluk zijn ze de reden dat de loting straks zijn laatste slachtoffers eist. Als het goed is, leidt het nieuwe systeem straks tot betere studenten. Dat moet, circa 2021, makkelijk aan te tonen zijn.

De vijand van mijn vijand

Op de website van the Economist stond gisteren een prachtig figuur, waarin de relaties tussen verschillende partijen in het Midden-Oosten weergegeven worden:

economist_groups

Bekijk ’m vooral even: er zijn 14 partijen die een rol spelen in het Midden-Oosten, en bij ieder van die partijen staat aangegeven of een andere partij bevriend is, neutraal, of een vijand. Al snel valt op dat de relaties niet consistent zijn. Bijvoorbeeld, volgens deze informatie is Rusland bevriend met Iran en Israël, maar staan die twee landen weer op vijandige voet met elkaar.

Ik weet niet hoe het met u is, maar als ik zo’n overzicht zie krijg ik meteen zin in matrix-algebra. Het is makkelijk om de tabel te vertalen in een 14-bij-14 matrix, waar je het getal 1 invult als de landen/groepen bevriend zijn, -1 voor vijanden en 0 voor neutraal. Voorlopig vul ik in dat een land zichzelf ook als neutraal beschouwt.

Lees verder “De vijand van mijn vijand”

Muziek is te goedkoop

De wereld in 2014 is helemaal niet zoals ik die mij in 1984 voorstelde. Feitelijk is het een grote teleurstelling: vliegtuigen lijken nog sterk op die van 30 jaar geleden, een maanbasis is er niet en we maken nog altijd ruzie met Rusland. Maar in één opzicht hebben we de perfectie bereikt: de distributie van muziek is onherkenbaar ver weg van het vinyl en de cassette uit mijn jeugd. Sparen voor een elpee uit de platenzaak, opnemen van de radio; jonge mensen kijken je verward aan als je erover begint. Muziek is er gewoon, voor een symbolisch bedrag gaat de oneindige catalogus open.

Spotify. Hans Stegeman schreef er een gedurfd stuk over, waarin hij de voordelen van de oude situatie opnoemt. Spotify is als een warm buffet waar je met buikpijn vandaan komt, en waardoor je uiteindelijk slechter af bent. De auteur noemt twee argumenten tégen. Ten eerste, het uitbundige aanbod en de lage prijs verhogen ons reële inkomen zo, dat we ons niet langer wensen in te spannen. Dat remt de economische groei. Ten tweede, door de overvloedige muziek verdwijnt de kracht van de herhaling. Dat maakt dat de moderne mens niet langer de tijd neemt om zich in de muziek te verdiepen en er zo minder van geniet.

Nou kunnen we ons wel vrolijk maken over deze oude man en zijn cassettebandjes, maar feitelijk geeft Stegeman hier een een fraai stukje post-scarcity economics ten beste. Als het aanbod alsmaar verder stijgt, houdt economie – de wetenschap van de schaarse middelen – dan op? Is dat ook het einde van het verlangen, en is dat erg?

Er zit een rare tegenspraak in het eerste argument, dat rijkdom zorgt voor lagere groei. Want, wie treurt erom dat de groei afneemt, als het resultaat van die groei alleen maar meer rijkdom is? Als de verdere vooruitgang louter zaken als Spotify oplevert, waar we ons vervolgens zorgen over moeten maken, dan is wat minder vooruitgang wellicht niet erg.

Het tweede argument is (om in muziektermen te blijven) een gouwe ouwe: gegeven een grote vrijheid zijn mensen niet in staat het beste voor zichzelf te doen. Want niets verhindert natuurlijk dat de consument zijn Spotify-abonnement gebruikt om telkens maar weer dezelfde Bach-sonate af te spelen en op die manier de diepere waardering op te bouwen. Het is een argument dat vaker wordt gebruikt (verplichte pensioenpremies, leerplicht, de verplichte helm) maar dat hier toch wat bizar aandoet. Met eenzelfde logica zou je vragen kunnen stellen bij het grote aanbod van de openbare bibliotheek. Zo komt de consument nooit toe aan het herlezen van de klassiekers. Onze ervaring met boeken laat zien dat het zo’n vaart niet loopt.

Diepe vragen bij een simpele aanbieder van streaming muziek. Gelukkig is er al vaker over nagedacht. In het bekende Economic Possibilities for our Grandchildren [uit 1930, pdf] loopt Keynes de gevolgen van een sterk toegenomen welvaart na. Hij ziet er wel naar uit: de verminderde druk om te produceren laat de mens vrij om te doen wat werkelijk de moeite waard is: pluck the hour of the day virtuously and well, inderdaad, er komt een hoop virtue kijken bij het doorkomen van de dag. Voor Keynes is dat het antwoord op de toegenomen vrijheid: de mens moet zelf deugdzaam genoeg zijn om er wat van te maken. Een goede raad voor Spotify-gebruikers: af en toe netjes een heel album beluisteren en niet alleen de categorie most popular aanzetten. Juist omdat het niet meer hoeft, is de voldoening des te groter.

Sancties

De Russen willen geen vlees, vis, fruit en zuivel meer uit Nederland en 27 andere landen. Deze sancties zijn een straf voor de eerdere sancties tegen Rusland zelf, waarbij de verkoop van wapens aan banden werd gelegd. Nou is het best waar dat Nederlandse telers hier last van hebben, maar straffen door minder van ons fruit af te nemen is toch een beetje merkwaardig.

Internationale handel betekent dat wij een gedeelte van onze productie aan de Russen leveren, en zij een gedeelte van hun productie aan ons. Daar worden we beiden beter van. Nu wil Rusland ons dwars zitten; je zou zeggen dat zoiets het best kan door te stoppen met het leveren van hun eigen productie. Dit is het soort van sanctie dat bijvoorbeeld aan Noord Korea wordt opgelegd, en eerder ook aan Rusland zelf . Maar in plaats daarvan besluiten de Russen onze productie te weigeren, terwijl we gewoon door kunnen gaan met het invoeren van Russische producten. De Russische douanebeambte ziet de stroom appels en peren die het land inging verdwijnen, terwijl het gas gewoon door blijft stromen naar het Westen. Wie is hier nu slechter af?

Nou ja, de fruitteler dus. Die kunnen we helpen door de hoeveelheid schoolfruit nog eens op te voeren. Een geluk bij een ongeluk dat de Russen vooral gezond eten boycotten.

Maar wacht even – tegenover elke goederenstroom staat een geldstroom de andere kant op. Door de Russische sancties neemt het (toch al ruime) overschot op de lopende rekening van Rusland nog verder op. Is dat dan niet erg?

Nee, zou ik zeggen. Als Rusland een groter overschot gaat draaien komt dat terecht in Russische tegoeden in het buitenland. Hoe hoger die zijn, hoe beter het werkt als die tegoeden bevroren worden.

18,6%

Is het al weer vier jaar geleden dat we, vlak voor de halve finales van het WK voetbal, een uitspraak deden over de kans dat Nederland het toernooi zou winnen? Ja, dat is het.

We zitten twintig minuten voor de eerste halve finale van het huidige toernooi en ik ga een schaamteloze herhaling van dat bericht plaatsen, maar dan met nieuwe getallen. Ik bereken kansen aan de hand van de odds zoals ze zojuist gegeven werden door oddschecker.

De kans dat Nederland zondag de cup in handen heeft is 18,6%. Da’s een stuk minder dan vier jaar geleden, toen we ingeschat werden op 30%, en het laagste van de vier overgebleven landen. Ook de kans dat we in de finale staan is lager dan vier jaar geleden: op het moment van schrijven zo’n 41%. Met het theorema van Bayes rekenen we alvast uit wat de kans op een Nederlandse WK-zege is, gegeven dat we morgen Argentinië verslaan: die kans wordt op dit moment ingeschat op 46%.

Allemaal niet erg, natuurlijk. Sinds de wedstrijd tegen Mexico weten we dat de mooiste overwinning, de onverwachte overwinning is.

Tijd rekken is ook cultuur

Diplomaten die in hun thuisland een corrupte cultuur gewend zijn, betalen in het buitenland hun verkeersboetes niet. Bekend onderzoek waarvan de conclusie ook in Nederland standhoudt, zo lieten we eerder zien. Nu is het niet betalen van boetes door diplomaten slechts één mogelijke vorm van semi-illegaal gedrag. Een andere bezigheid uit het grijze gebied kunnen we dagelijks op het WK voetbal in Brazilië aanschouwen: een blessure faken en uitgebreid op de grond liggen kermen als de tijd in je voordeel tikt.

De data-journalistiek die de laatste jaren sterk in opkomst is, weet daar wel raad mee. Vandaag staat in de Wall Street Journal een mooi overzicht van de tijd die ieder team dit kampioenschap op de grond heeft doorgebracht, terwijl de speler na afloop gewoon op kon staan om door te spelen. De meeste “blessures” had het team van Brazilië, de minste dat van Bosnië-Herzegovina. De grote vraag is natuurlijk: houdt het aantal minuten kermen verband met de cultuur van corruptie in het thuisland? We nemen van ieder land de positie in de meest recente corruption perception index en zetten die uit tegen de tijd die opging aan blessures. Op deze schaal zijn landen aan de rechterkant relatief corrupt; de blessuretijd staat verticaal.

auauau

Dat is een redelijk verband. De correlatie is 0,35 en inderdaad zijn meer corrupte landen langer bezig het spel te vertragen. Gemiddeld genomen dan; Frankrijk, Chili en de VS (het plukje linksboven) vragen opmerkelijk veel blessuretijd, gegeven hun relatief betrouwbare thuisland. Het sportieve gedrag van Nederland was niet anders verwacht (1 minuut 39), en een positieve verrassing is het team van Bosnië-Herzegovina met slechts 24 seconden.

Minder schade is krimp

Het is alweer even geleden dat we schreven over het verschil tussen Bruto Binnenlands Product en de welvaart van de Nederlander (zie hier, hier en, zijdelings, dit mooie bericht uit 2006). De strekking was altijd dat de één niet gelijk is aan de ander, en dingen die de welvaart verhogen heel goed het BBP kunnen verlagen.

Eens in de zoveel tijd komt er weer een mooi voorbeeld voorbij. Vandaag rapporteert de Rabobank over de malaise in de autoschade-branche. Daar gaat het al een aantal jaren minder goed:

De Rabobank verwacht een volumedaling van 2 tot 4% vergeleken met 2013. De dalende schadelast heeft een aantal oorzaken: veiligere wegen, minder gereden kilometers, technologische ontwikkelingen en het economisch klimaat.

Minder ongelukken, dus. Wat dat met de welvaart doet laat zich raden.

Gary Becker

Gary Becker is overleden. Onverwacht kennelijk, hij zou dinsdag nog college geven in Chicago. Becker werd met name bekend om zijn toepassing van economisch rationalisme op (voor zijn tijd) onverwachte onderwerpen als criminaliteit en het gezinsleven. Uit dat laatste onderzoek volgt ook het beroemde Rotten Kid Theorem. Zijn universiteit heeft al een overzichtsartikel geplaatst. Op deze site verwezen we graag naar Becker als het om criminelen ging, maar ook vanwege zijn stukken op het Becker-Posner-blog. Uit het archief:

Pakkans.

Gary Becker en de Christenunie.

En wat is er mis met het spekken van de staatskas?

Schuld en boete.

Hedge funds.

Update, 8 mei: UChicago press maakt als eerbetoon “vier van zijn belangrijkste artikelen” gratis toegankelijk:

Bubbelkunst

tulp1

Apen onderhandelen over de prijs van een tulp op dit schilderij uit 1640, dat de draak steekt met de tulpenmanie van een paar jaar daarvoor.

windhandel

Windhandel, staat er achter het figuurtje op dit bord. Een woord dat tot ver over de grens bekend is. Over actien (aandelen) is de maker niet echt te spreken. Begin 18e eeuw werd er flink gespeculeerd, met grote winsten en verliezen als gevolg.

Beiden gezien in het Frans Hals museum in Haarlem.

Stimulus 2.0

Welja, nemen we even een paar weken vakantie van dit economische weblog, zit meteen de hele economie in een liquiditeitsval. Werkloosheid torenhoog, investeringen in het putje. Het zou helpen als de bestedingen eens lekker aan zouden trekken.

Maar helaas. Net nu het geld in beweging zou moeten komen zijn de burgers plots bevangen door een grote spaar- en ontschuldzin. In normale gevallen verlaag je dan de rente, maar die staat al zo dicht bij nul dat zelfs sparen in een oude matras aantrekkelijk begint te worden. Is er dan niemand die raad weet?

De traditionele econoom merkt op dat de nominale rente misschien niet verder omlaag kan, maar de reële rente best nog wel wat kan zakken. Als we nou, om te beginnen, de inflatiedoelstelling eens richting de vier procent konden krijgen. Dan verdwijnt, bij nul procent rente, ieder jaar een fors gedeelte van de koopkracht van het spaartegoed. Dat zal die luie rijkaards wel naar de P.C. Hooftstraat jagen!

Een nadeel is natuurlijk dat zoiets zich eerst helemaal in de verwachtingen van consumenten moet werken. Die waren net lekker verankerd, en voordat zo’n nieuwe doelstelling een beetje effect heeft ben je jaren verder.

Nee, dan de minder traditionele economen. Een slimme beweging, die wordt geleid door een dappere Galliër, heeft zich laten inspireren door mijn eerdere blog “dreigen is genoeg”. Hun wapen: een boek van 970 pagina’s dat in lezers het onbedwingbare verlangen losmaakt om belasting te gaan heffen op vermogen. Het werk, dat wordt uitgebracht op hetzelfde moment dat in heel Europa het bankgeheim wordt opgeheven, heeft zijn effect op vermogende consumenten niet gemist.

De kracht van de suggestie doet hier zijn Keynesiaanse werk. Zonder dat er feitelijk iets hoeft te gebeuren wordt de burger richting het winkelcentrum gedirigeerd, om ons daar snel uit de liquiditeitsval te verlossen. Met een beetje geluk wordt Thomas Pikkety daarmee de Roosevelt van de 21e eeuw.