Telefoonrente

De Telegraaf meldt vandaag dat de impliciete rente die een klant betaalt wanneer hij een mobiele telefoon bij een abonnement krijgt, in sommige gevallen wel erg hoog is.

Dat een goedkope telefoon bij een duur abonnement wordt gezien als een lening, is nieuw. Vanaf volgend jaar moet de telecomsector officieel voldoen aan de regels voor kredietverlening. Kennelijk moeten ze zelf ook nog even wennen; na vragen zijn de “leningen” met de hoogste percentages snel verwijderd.

Een jaar of zes geleden keken wij al naar het (destijds geldende) aanbod van impliciete leningen en kwamen tot de verrassende conclusie dat de rente op sommige aanbiedingen negatief was. Nou ja, destijds verrassend. Achteraf gezien liep de sector natuurlijk jaren voor op de rest.

Spannend tot het eind

Het is de tijd van het jaar dat we graag een berichtje tikken over het Eurovisie songfestival [hier en hier eerder]. Een fenomeen dat zo mooi de zaken waar economen vanaf weten (landen! getallen!) vermengt met datgene waar ze geen benul van hebben (liedjes! show!) en daarom een grote aantrekkingskracht uitoefent, in ieder geval op mijzelf.

Ook dit jaar weer zijn er prachtige voorbeelden te vinden waarbij de twee werelden elkaar raken. Zo mag Roemenië niet meedoen vanwege uitstaande schulden, en gebruikt ex-winnaar Björn Ulvaeus [eerder] zijn bekendheid om te pleiten tegen een eventueel vertrek van het VK uit de Europese Unie. Dat terwijl de Britten juist aangeven dat ze, nog liever dan de EU, de Eurovisie-organisatie zouden verlaten. Echt interessant wordt het in dit stuk bij de BBC, dat ingaat op de grote waarde die in Rusland aan een overwinning in Stockholm wordt gehecht. Net als sport en militair machtsvertoon lijkt het een vorm van compensatie voor teleurstellende economische prestaties.

Als het festival vandaag bedacht zou worden, maakte het geen schijn van kans in deze anti-internationale tijd. Maar het is er en in zekere zin is het daarmee een overblijfsel uit meer hoopvolle periode waaraan de kijker zich kan warmen. Wat niet wil zeggen dat het festival niet verandert. Dit jaar voert de organisatie een grote wijziging door in het tellen van de stemmen, waarmee show traditiegetrouw eindigt. Daarbij worden de punten van het publiek niet langer gemiddeld met die van de jury uit het eigen land. We zien eerst, per land, de jurypunten en dan in één klap de punten van het publiek. De wijziging is in lijn met dit fascinerende onderzoek naar de optimale manier om informatie vrij te geven, als je de spanning van het publiek wilt maximaliseren. In de oude opzet was al ver voor het einde duidelijk wie er ging winnen; nu is dat niet meer zo en dat houdt de spanning tot het einde vast.

Maar we weten natuurlijk wel iets: voordat de publieksstem bekend wordt gemaakt kennen we, per land, de voorkeuren van de jury. Op de site van het songfestival kunnen we nalezen of de jury-uitslag de afgelopen twee jaar overeenkwam met de stem van het publiek. Ik berekende de correlatie* tussen de punten van jury en publiek in ieder land. De extremen staan in deze tabel:

Land Correlatie
Montenegro -0.12
Italië 0.05
Frankrijk 0.07
Tsjechië 0.11
België 0.21
Oekraïne 0.63
Albanië 0.64
Denemarken 0.64
Moldova 0.71
Servië 0.72

Wie dus wil weten welke kant het met het publiek opgaat, doet er goed aan op te letten bij de punten van de onderste vijf landen. De juries van Montenegro, Italië en Frankrijk kunnen genegeerd worden als het gaat om de publieksstem. Nederland zit in het midden, met een correlatie van 0.44.

Het is vast geen toeval dat in alle Scandinavische landen de overeenstemming tussen jury en volk meer dan gemiddeld is, terwijl in Italië, Frankrijk en België de correlatie bijna nul is. Maar daar moeten we een andere keer maar eens naar kijken. Na afloop van het festival vanavond belooft de organisatie ons weer een volledig overzicht van de stemmen.

* Voor landen die zowel in 2014 en 2015 voorkomen in de database, nam ik het gemiddelde van de twee correlaties. De hele lijst staat hier.

Lees verder “Spannend tot het eind”

Sannikov

De John Bates Clark medal, u weet wel, de prijs voor de beste econoom werkzaam in de VS van onder de 40 (eerder) gaat dit jaar naar Yuliy Sannikov, Rus Oekraiener, en werkzaam op Princeton.

Ging de prijs sinds 2010 steeds naar toegepaste micro-economen (zie bericht vorig jaar), dit jaar is er dan eindelijk weer een hardcore theoreticus aan de beurt. Sannikov bouwt dynamische speltheoretische modellen in continue tijd, over onderwerpen die tot voor kort vooral in discrete tijd werden gemodelleerd (kartels, principal-agent, maar ook corporate finance en macro). Nogal geavanceerd allemaal (de man won niet voor niets drie gouden medailles op wiskunde-olympiades), maar hier staat een zeer goed en relatief toegankelijk overzicht.

Vluchtelingendeal

In de vluchtelingendeal tussen de EU en Turkije zit de volgende regel:

For every Syrian being returned to Turkey from Greek islands, another Syrian will be resettled from Turkey to the EU taking into account the UN Vulnerability Criteria.

Vluchtelingen die de EU binnenkomen via Griekenland worden teruggestuurd, maar door deze regel helpen ze met hun overtocht wel een andere vluchteling, die als compensatie vanuit Turkije naar de EU gebracht wordt.

Mocht het plan werken (er zijn de nodige twijfels) dan zal er iemand in Turkije moeten gaan beslissen welke van de 2,7 miljoen Syriërs in dat land naar Europa mag. Van zo’n ticket hangt voor de vluchtelingen zeer veel af; het is een veel betere deal dan illegale migratie met een bootje, waarvoor duizenden hun leven waagden en zo’n $1,200 neerlegden.

Wat ik me afvraag, als econoom, is hoe die allocatie in Turkije plaats gaat vinden. De kwetsbaarheids-criteria van de VN, als ze al objectief vast te stellen zijn, zullen wel niet leiden tot een geordende lijst van 2,7 miljoen mensen. Dat is vragen om moeilijkheden. Turkije is geen super-corrupt land (66e van de 168 landen op de lijst van Transparency International), maar gegeven de waarde van de tickets zal de verleiding geweldig groot zijn om ze te gelde te maken.

Dag elders

Zoals gebruikelijk waren we onze tijd weer ver vooruit. In de begindagen van deze site hadden we al snel door dat niet iedere leuke vondst een heel bericht waard was. Een simpel linkje en een korte tekst konden de bezoeker ook prima verder wijzen.

Twitter in de dop, we noemden het “Elders te lezen” en jarenlang stond de rubriek rechtsboven op de site.

elders

Op de achtergrond maakten we gebruik van de gratis bookmark-site Delicious, en dat had ons natuurlijk aan het denken moeten zetten. Wie een gratis service gebruikt, is zelf het product, en langzaam maar zeker ging het mis met delicious. Advertenties die zomaar in onze rubriek opdoken, deden het doek vallen.

We moeten maar met de tijd mee. In het vervolg delen we korte linkjes via twitter, en als alles werkt komen de tweets ook weer rechtsboven op de site tevoorschijn.

Blijft over het archief van 1057 “elders” berichten. Het is te prijzen dat delicious niet moeilijk doet over het exporteren van onze bookmarks. Voor de verzamelaars staan ze, nog een keer, onder dit bericht.

Lees verder “Dag elders”

Peilingen moe

Vlaams datajournalist Maarten Lambrechts maakte een adembenemend mooie website waarop hij door middel van een fraai gevisualiseerde Monte Carlo simulatie laat zien hoe onbetrouwbaar politieke peilingen eigenlijk zijn.

De website neemt de Vlaamse situatie als uitgangspunt, maar is voor Nederland precies net zo relevant. Verplichte kost voor iedereen die zich wel eens druk maakt over peilingen. Op het toepasselijke adres peilingen.moe 

(via @wilte)

Bestaat de waardevrije econoom niet!?

Op MeJudice is een nieuw stuk verschenen van van Dalen, Klamer en Koedijk, naar aanleiding van hun enquete onder economen van ruim een  jaar geleden. Ook nu leidt de analyse tot nogal boude uitspraken en grote claims. De vraag is in hoeverre die claims daadwerkelijk uit de analyse volgen. Het antwoord is ontkennend (zie hier over een eerder artikel in dezelfde serie).

Allereerst de belangrijkste conclusie: politieke voorkeuren zouden “een grote rol spelen in de uitspraken die economen doen”, een conclusie waarmee bijvoorbeeld de Volkskrant meteen aan de haal ging. Die conclusie blijkt gebaseerd op het feit dat de mate waarin economen het met een bepaalde stelling eens zijn, meestal blijkt te correleren met hun zelfgerapporteerde politieke voorkeur. Maar uiteraard wordt politieke voorkeur ook bepaald door je mening over bepaalde zaken. Misschien was een betere conclusie dus geweest: de uitspraken die economen doen spelen een grote rol bij het bepalen van hun politieke voorkeur.

Lees verder “Bestaat de waardevrije econoom niet!?”