De sloopregeling

De sloopregeling (of, in Haags p.r. jargon: de schone-lucht premie) is er. Wie een oude auto inlevert en krijgt een bedrag tussen de €750 en de €1.000 korting op de aankoop van een nieuwe. De oude auto moet dan wel gesloopt worden, wat betekent dat we de slooppremie moeten afzetten tegen de inruilprijs die de auto nog opbrengt.

De volksmening bij de Telegraaf is daarom dat deze premie te laag is. Iedere dealer geeft altijd €1.000 inruil op alles wat rijdt, is de heersende mening. Maar wie wel eens een auto gekocht heeft weet ook dat die inruil vaak fictief is: wie niets inruilt krijgt opeens een aantrekkelijke korting aangeboden.

Er zal dus wel wat gesloopt worden dankzij deze premie. Dat is goed voor de autodealers, die het moeilijk hebben, en voor de fabrikanten (dat laatste is het weglekeffect). De hogere efficiëntie van de nieuwe auto maakt dat de uitstoot in Nederland vermindert (mits bezitters niet méér gaan rijden in de nieuwe kar) maar zoals Willem Buiter al opmerkte is het totale milieu-effect negatief. Een nieuwe auto moet immers ook geproduceerd worden. Andere verliezers zijn de gebruikelijke afnemers van oude Nederlandse auto’s, de inwoners van Oost-Europa en Afrika. Zij zien het aanbod tijdelijk opdrogen.

Drinken met mate

Er is discussie in het Verenigd Koninkrijk over een minimumprijs voor alcohol. Lees hier bijvoorbeeld een artikel van de nieuwsdienst van de BBC:

[The] report said a 50p minimum price for a unit of alcohol would mean a standard bottle of wine could not be sold for less than £4.50, a two litre bottle of cider for £5.50, and the average six pack of lager for £6.00.

De minimumprijs moet er komen vanwege de negatieve externe effecten van de consumptie van, bijvoorbeeld, een twee-literfles cider. Overigens kan van dit soort hoeveelheden ook de gebruiker zelf achteraf spijt krijgen, een probleem waar het in Engeland vooralsnog niet over gaat. Hoe dan ook, de PM is tegen.

Speaking at a press conference at 10 Downing Street on Monday [Gordon Brown] said: “We don’t want the responsible, sensible majority of moderate drinkers to have to pay more or suffer as a result of the excesses of a minority.”

Een reactie waarbij je je afvraagt wat meneer Brown zoal consumeert. Economisch gezien is dit namelijk helemaal geen probleem, mits het systeem correct wordt uitgevoerd. Gaat men in het VK inderdaad minimumprijzen hanteren dan loopt het mis: het aanbod wordt groter dan de vraag en het voorspelbare gevolg is een zwarte markt voor alcohol en een grote strijd om marktaandeel op de legale markt, met de bijbehorende toename van de reclame en andere marketing.

Het juiste recept is natuurlijk een extra accijns op alcohol, hoog genoeg om de prijzen op het gewenste niveau te krijgen. Het verschil is dat de extra opbrengst in dat geval naar de overheid gaat, die het geld kan gebruiken om de belastingen te verlagen. Op die manier verandert er voor de gemiddelde drinker in principe niets: de hogere accijns worden gecompenseerd door lagere belastingen. Zware drinkers betalen wel meer, niet-drinkers gaan erop vooruit. Het hele verhaal lijkt dan sterk op de manier waarop we in Nederland excessief autogebruik willen aanpakken.

Natuurlijk zijn er wel gedragseffecten: de gemiddelde drinker zal minder drinken en het vrijgekomen geld aan andere zaken besteden. Dit leidt bij hem/haar tot een welvaartsverlies maar bij alle anderen, door de externe effecten, tot een welvaartswinst.

De koopzondagen (2)

In de discussie over koopzondagen wordt af en toe het volgende argument gebruikt:

de grotere supermarkten kunnen zich dit soort investeringen (in extra personele inzet bijvoorbeeld) permitteren. Extra openstelling op zondag voor supermarkten […] werkt dus ook concurrentievervalsend ten opzichte van de kleine buurtsupers. En daar zijn we nu juist zo zuinig op.

Een stukje uit het betoog van een Apeldoorns raadslid voor verplichte sluiting op zondag. Het lijkt (alweer) op de verhalen die je hoort als het over het Europees landbouwbeleid gaat. We moeten zuinig zijn op de boeren vanwege hun rol als landschapsbeheerder, en daarom moet de melk subsidie krijgen.

Ook hier klopt de redenering niet. Misschien moeten we inderdaad zuinig zijn op buurtsupers, die vaak belangrijk zijn voor bijvoorbeeld bejaarden met een kleine actieradius. Maar het instrument is verkeerd: is de functie in de buurt belangrijk, dan moet de buurtsuper betaald worden voor die functie, bijvoorbeeld met een subsidie op het open zijn. Dat kost geld, maar een verplichte sluiting op zondag is ook niet gratis. Gewenste (en belastbare) activiteiten worden daardoor voorkomen, wat welvaartsverlies oplevert voor klant en winkelier. De ervaring leert dat het verstoren van de markt altijd duurder uitpakt dan direct betalen voor hetgeen je wilt.

[meer]

Auteursrecht op geluid

Het is bekend dat vrije markten en eigendomsrechten leiden tot een efficiënte allocatie, tenzij er iets misgaat. Marktfalen treedt bijvoorbeeld op bij externaliteiten, of als er een informatieprobleem is. Een ander bekend geval betreft producenten die iets maken dat makkelijk te kopiëren is, zoals uitvinders, schrijvers, programmeurs en muzikanten. In dat geval wordt het eigendomsrecht door de overheid extra bekrachtigd door middel van een patent of een auteursrecht, middelen die kopiërende partijen strafbaar stellen. De producent krijgt een tijdelijk monopolie in ruil voor zijn inspanning.

Hoe lang die bescherming moet duren, dat is een afweging tussen enerzijds het belang van het publiek en anderzijds de prikkel voor de producent. In het optimale geval wordt er veel gecreëerd en vervalt alles na verloop van tijd aan het publieke domein.

Je kunt je dus voorstellen dat het optimaal is om bepaalde beschermingen verlengen, om zo de prikkel voor de producenten te verhogen. Maar zoiets is alleen reëel als het gaat om rechten op  nieuwe werken. Met het verlengen van het monopolie op oude werken is alleen de houder van de rechten gediend, en zeker niet het publiek.

Kortom. Dat plan om het copyright op muziek in de hele EU zo’n beetje te verdubbelen vanaf de huidige 50 jaar, en wel op alle bestaande opnames, dat plan is onzalig, een ernstige vorm van diefstal. Het Europees Parlement vergadert er binnenkort over. U kunt uw vertegenwoordiger vertellen dat hij of zij tegen moet stemmen, of een petitie tekenen. Wie weet helpt het.

De koopzondagen (1)

Er ligt een plan om het aantal koopzondagen in Nederland te beperken. De Tweede Kamer sprak er vorige week al over. Het platform detailhandel is tegen en claimt dat de beperking 20.000 banen kost. Dat getal domineert inmiddels het debat, mede door een advertentie die het platform vandaag laat plaatsen.

Waar komt het getal vandaan? Van het platform zelf, maar op hun site staat geen verantwoording. Om iets over de methode te weten te komen moeten we naar dit interview op BNR luisteren. Jelger Zee van het platform licht daar toe: 1) de achterban vreest 3 tot 4% omzetverlies en 2) elk procent omzetverlies kost 5.000 banen. Het argument dat gemiste omzet op andere dagen wordt goedgemaakt klopt niet, want “op zondag gaan mensen anders winkelen, mensen gaan funshoppen.”

Dit “onderzoek” is redelijk arbitrair en hangt op de natte vinger van de winkelier. Dat de kranten het toch afdrukken toont maar weer eens hoe verleidelijk een getal kan zijn, ook al valt het uit de lucht. Twintigduizend banen, meneer, in deze tijd.

Maar stel dat het klopt, een mogelijkheid die we niet mogen uitsluiten. Zijn die 20.000 mensen dan voor altijd werkloos? Welnee, de consument moet ergens naartoe met zijn geld. De bestedingen buiten de detailhandel groeien, internetwinkels (altijd open!) zoeken personeel, de horeca. De juiste kop is in dat geval, “minder koopzondagen kost 20.000 banen in de detailhandel“. Op langere termijn komt iedereen wel weer onder dak. Maar de langere termijn, dat duurt even, en het is een feit dat het niet handig is om juist nu werkgevers in het nauw te brengen.

Ik snap dat het platform het via de banen speelt, een politiek moeilijk punt in deze tijd. Maar de werkelijke kwestie is volgens mij een andere. Door winkels te verbieden op zondag te openen maakt de regering transacties onmogelijk, transacties tussen volwassen mensen die daar allebei beter van worden. Zondagssluiting is niet alleen slecht voor winkelpersoneel, maar vooral voor de consument. En het zijn de consumenten die over twee jaar de regering gaan beoordelen.

De president en de econometrist

Voor Sinterklaas kreeg ik het boek De herovering van de Amerikaanse droom, een memoire van Barack Obama over zijn belevenissen in de Amerikaanse politiek. Toen ik het gisteren eindelijk doorbladerde (het boek ligt in een hoge stapel nog te lezen) bleef mijn oog opeens hangen. Bovenaan pagina 111 prijkt, geloof het of niet, een vergelijking.

Meneer Hull beschouwde zijn bedrevenheid met cijfers trouwens als een groot voordeel. Op een gegeven moment tijdens de campagne onthulde hij tegenover een journalist een wiskundige formule die hij had ontwikkeld om verkiezingen te winnen, een algoritme dat begon met

Kans = 1/(1 + exp( -1 x ( 3,9659056 + (General Election Weight x 1,92380219…)

en verscheidene onbegrijpelijke factoren later eindigde.

Obama heeft het hier over zijn tegenstander in de campagne om senator te worden, ene Blair Hull. De econometrist herkent in meneer Hull natuurlijk meteen een collega die een logit-vergelijking heeft geschat op de kans dat een willekeurige burger zijn of haar stem op hem uit zal brengen. Daar is niets onbegrijpelijks aan. Maar wat waren de andere regressoren?

Het artikel van de journalist waar Obama over spreekt staat gelukkig nog steeds on line, lees het hier. Het levensverhaal van Hull is zeker de moeite waard: hij tilde onder meer de casino’s in Las Vegas met behulp van statistiek en werd multi-miljonair op de beurs. Hij verloor slechts van Obama omdat zijn ex-vrouw hem vlak voor de verkiezingen dwars zat.

En wat zegt de nieuwe president, nadat hij kennis heeft genomen van de regressie van zijn tegenstander? “Je kon mijn opponent dus gerust afschrijven.” En bedankt.

Winkeltjes als beschermd stadsgezicht

De SP roept op tot een maximale huurverhoging voor “kleine winkeliers en authentieke zaakjes” om te voorkomen dat zij als de wijk wordt opgeknapt, de tent moeten sluiten. Het idee is dat deze zaken een functie hebben buiten het aan de man brengen goederen en diensten. De vriendelijke glimlach van de winkelier, het authentieke voorkomen van de zaak, het zijn externe effecten waar de wijk baat bij heeft maar waar de winkelier geen geld voor krijgt.

Het idee doet denken aan de (iets grotere) problematiek van de Europese boeren. We zien graag een koe in de wei en een boerenknecht die langzaam met een praam door de vaarten dregt. Maar voor die diensten krijgt de boer niets, en dus verdwijnt de praam en verrijzen grote stallen in het landschap. Wat hieraan te doen?

Het antwoord ligt natuurlijk bij Coase. Bij externe effecten is het efficiënt om een contract te sluiten tussen de betrokken partijen waarbij iedereen krijgt wat hij/zij wil. Dat kan alleen als de eigendomsrechten goed vastliggen.

Voor beide problemen is dat hier het geval. De landschapsconsument ziet zich vertegenwoordigd door de staat, die boeren betaalt om aan landschapsbeheer te doen. Een directe betaling voor een dienst, dat is efficiënter dan het beïnvloeden van bijvoorbeeld de melkprijs zoals Europa jarenlang deed. En ook voor wat betreft de winkeliers kan het best nuttig zijn om de externe effecten contractueel te compenseren door te betalen voor het drijven van een authentieke winkel. Maar om dat te doen door in te grijpen in de huurprijs, dat lijkt een slecht idee. Daarmee wordt namelijk de verhuurder gedupeerd, en die is geen partij bij de externe effecten. Dat heeft weer gevolgen voor de bouw van nieuwe panden en de kansen van toekomstige kleine winkels. Want wie verhuurt nog aan een kleine winkelier als daarmee de toekomstige huur gemaximeerd wordt?

Het is een voorbeeld van zichtbare en onzichtbare kosten: een directe subsidie voor authenticiteit kost geld en het bevriezen van de huur niet, zo lijkt het. Maar wie verder nadenkt ziet dat het verstoren van de markt uiteindelijk tot meer verlies leidt dan een directe betaling. Oude koek, lees het na in Bastiat*. Meer Coase in de praktijk hier.

[*] De link naar Bastiat in deze post werkt niet meer. Alternatieven: Gutenberg, Archive.org. (Dank aan Enno.)

Dilbert ondervroeg economen

Vorige maand berichtten wij over het grote Dilbert-onderzoek naar de mening van economen over Obama en McCain. De uitslag is nu binnen. Opmerkelijkste resultaat: Democratische economen kiezen in grote meerderheid voor Obama, Republikeinse economen voor McCain. Goh. Maar onafhankelijken kiezen vooral voor Obama.

De samenvatting van CNN staat hier, de volledige uitslag is hier te vinden.

Het kan haast geen toeval zijn dat de campagne van Obama na deze uitslag weer een flinke oppepper heeft gekregen.

Verkiezingen

De Amerikaanse presidentsverkiezingen beginnen nu echt op stoom te komen. Hoogste tijd dus voor een permanente blik op de voorspelmarkten. Op deze pagina kunt u vanaf nu tot en met de verkiezingen altijd de laatste kansen zien voor Obama en McCain, aan de hand van de slotkoersen van de laatste 7 dagen op Intrade. Daar komen ze:


Obama

McCain


Wat vandaag opvalt (maar wellicht niet als u deze pagina op een later moment weer opvraagt) is dat McCain op dit moment nipt favoriet is voor de eindoverwinning.

Koehandel met Rusland

In de Volkskrant van vanochtend wordt gesuggereerd dat het Russische gedrag in de Kaukasus rechtstreeks verband houdt met de opstelling van het Westen rondom Kosovo. Omdat wij destijds tegen de wensen van de Russen ingingen worden we nu gebruskeerd rondom Georgië.

Altijd als er over oorlog en vrede gesproken wordt alsof het gewoon internationale handel is, reagereren veel mensen alsof dat een onsmakelijke en niet reële kijk op de zaak is. Oorlog, dat is nationalisme, passie, dom doordouwen desnoods, maar geen economie. Maar nu de Volkskrant er zelf in die termen over begint, voel ik me niet langer bezwaard.

Want het zit zo: toegeven over Kosovo had ons helemaal niets opgeleverd in de huidige crisis. Als er koehandel plaats moet vinden over de hoofden van onderdrukte volkeren, dan kan dat natuurlijk best. Maar de ervaring leert dat intertemporele handel, waarbij de ene partij iets opgeeft en daar maanden, jaren, later iets voor terugkrijgt in die situatie niet werkt. Er is namelijk een probleempje met de eigendomsrechten en de afdwingbaarheid van contracten. Geven wij in februari toe aan de Russen, dan is het niet gezegd dat zoiets in augustus wat oplevert, zelfs als er expliciete afspraken zijn. Want naar de rechter kunnen we niet, als het contract niet wordt nageleefd (zie hierover ook deze analyse).