Nibud en levensloop

Hoe moet je als rationeel denkend burger je consumptie over je hele levensloop uitsmeren? Simpel. Zodanig dat je verwachte nut over je hele leven gemaximaliseerd wordt. Concreet betekent dat dat je je niet zo zeer laat leiden door hoeveel je vandaag verdient, maar meer door hoeveel je in je hele leven denkt te verdienen. Inderdaad, de permanent income hypothesis. Nog concreter betekent dat voor een doorsnee burger dat hij op jonge leeftijd schulden maakt, die hij op latere leeftijd weer aflost. Voor de meeste mensen zal hun inkomen immers stijgen met hun leeftijd, en op die manier kunnen ze daar als ze jong zijn alvast een voorschot op nemen.

Het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) denkt daar duidelijk anders over. Het instituut kwam vorige week met een bufferberekenaar, die ook uitgebreid in de pers was. Tik je persoonlijke gegevens in en de bufferberekenaar rekent precies uit hoeveel geld je als buffer achter de hand moet houden. Dingen kunnen immers kapot gaan en dan, zo vindt het Nibud, moet je altijd genoeg geld achter de hand hebben om dat te kunnen opvangen. Immers, “het is dan niet nodig om een dure lening aan te schaffen”.

Dat suggereert dat het Nibud mikt op een consumptiepatroon waarbij de kans op schulden gelijk is aan nul. Dat klinkt niet heel erg optimaal.

Vrije dagen

Zo, ik zit weer in mijn kantoor na een week van verplichte vrije dagen. Het is een verwarrende tijd voor wie een afspraak wil maken, boodschappen wil doen of een bedrijf probeert te bereiken. Zou het beter zijn om al die collectieve vrije dagen op te heffen en ze als gewone verlofuren terug te geven? Columnist Frank Kalshoven denkt van wel. Zijn belangrijkste economische argument is een betere spreiding van de vraag naar vrijetijds-goederen en -diensten en een uitbreiding van de keuzevrijheid.

Dat zijn lovenswaardige zaken, maar de eerlijkheid gebiedt mij te melden dat de economie in dit geval ook een argument vóór collectieve vrije dagen geeft. Dit artikel van Steven Landsburg geeft een goede samenvatting, hier is een academisch paper. Het idee is dat de verplichte vrije dagen een belangrijke coördinerende functie hebben die waardevol is omdat vrije tijd meer opbrengt als anderen op dezelfde dag óók vrij zijn. Het is teveel gedoe om met al je vrienden af te spreken om dezelfde dag vrij te nemen, maar als iedereen met Hemelvaart toch thuis zit is dat een prima gelegenheid voor een barbecue. Of zoiets.

Zoals gebruikelijk gaat het niet om de extremen van helemaal geen, of uitsluitend, collectieve vrije dagen maar om de vraag welk percentage collectieve vrije dagen optimaal is. Voor mijn eigen gevoel is de balans tussen collectief en vrij op dit moment eigenlijk wel goed. Maar die afweging zal anders zijn voor ouders met oudere kinderen, die hun keuzevrijheid ernstig beperkt zien door de schoolvakanties. Voor hen zou het afschaffen van Hemelvaart en Pinksteren zeker een verbetering zijn. Maar het spreidingsargument van Kalshoven gaat voor hen pas op als verschillende scholen daarvoor in de plaats verschillende vrije dagen geven.

Stemparadox?

Economen begrijpen nog steeds niet waarom er bij verkiezingen massaal gestemd wordt. Ga maar na: er zijn kosten verbonden aan het uitbrengen van je stem, en de kans dat jouw stem de uitslag beïnvloed, is verwaarloosbaar klein. Nu is het grappige dat er recent een paar verkiezingen zijn opgedoken waarbij een individuele stemmer wel degelijk invloed op de uitslag had kunnen hebben.

Bewijsstuk A: In Syracuse, New York werd gestemd voor de Democratische presidentskandidaat. De uitslag: 6001 stemmen voor Obama, en, eh, ook 6001 stemmen voor Clinton. Hier wordt uitgebreid gediscussieerd over de kans op zo’n uitslag. De schattingen lopen uiteen van een op 2000, tot een op een miljoen. In het eerste geval is het natuurlijk ook weer niet zo bijzonder, vooral als je rekening houdt met het aantal steden in de VS waar een dergelijke verkiezing plaatsvindt.

Bewijsstuk B: Nog leuker: in Tamarac, Florida werden verkiezingen gehouden voor iets waarvan de essentie mij even ontgaat. Maar daar gaat het ook niet om. Het aantal mogelijke stemmers bedroeg 68. Het aantal voorstemmers: 0. Aantal stemmen tegen: ook 0. Wie wel de moeite had genomen om te stemmen, had dus in z’n eentje de uitslag bepaald.

Coördinatie bij het uitgaan

We spreken af met een groep vrienden in de stad. Hoe laat is niet helemaal duidelijk, ergens tussen negen en elf. Ieder beslist zelf, zonder te weten wat de rest doet, hoe laat hij/zij vertrekt.

De eerste zijn is niet leuk. Zit je daar, in je eentje met een glas voor je neus te wachten. Beter is het om te arriveren als er al wat mensen zijn. Dat is ook nog eens fashionably late, nietwaar? Als iedereen zo denkt is er niemand om negen uur. Sterker nog, wie om half tien komt en de eerste is, zal de volgende keer nog wel later komen. Zo drijft het moment dat iedereen er is steeds verder naar achteren.

En wat is het uitgaansleven anders dan een losse afspraak tussen al het publiek om er op een bepaalde tijd te zijn? Geen wonder dat de aanvangstijd steeds verder naar achteren geschoven is, over de jaren. En dat terwijl niemand daar, uit zichzelf, om gevraagd had. Een coördinatieprobleem.

En dus wordt er nu gecoördineerd. Bezorgde moeders willen dat de café’s eerder dicht gaan en hebben 100.000 handtekeningen. Anderen vinden sluitingstijden juist een beperking van de vrijheid; zij hebben 45.000 handtekeningen.

Maar waarom al dit gesleutel? De beste manier om te coördineren is, zoals bekend, het prijsmechanisme. Een happy hour tussen zeven en acht helpt al veel. En daar bovenop een overheidscampagne, in de geest van Bob, die stimuleert dat het volgende rondje wordt betaald door de laatste die binnen is. Net binnen? Dan moet je pinnen! Dat zal ze leren.

De keuze voor een nieuwe DVD-standaard

Toen honderd jaar geleden in ons dorp de eerste videotheek opende was de winkel opgedeeld in drie stukken. Links VHS, rechts Betamax. Achterin een stelling met Video 2000, de standaard van Philips. Die verdween het eerst. Tussen Betamax en VHS bleef het nog even spannend. Voor jonge toeschouwers was het duidelijk dat Betamax de betere standaard was: kleine, stevige cassettes in plaats van die onhandige plastic dozen met VHS tape. Toch verdween uiteindelijk Betamax en werd het allemaal VHS.

Netwerkexternaliteiten. Er zijn grote voordelen verbonden aan het gebruik van één standaard: de videotheek hoeft de zaak niet te splitsen en de consument hoeft niet te twijfelen over het type videorecorder. Zelfs als de inferieure standaard de enige is, is dat nog een verbetering ten opzichte van de situatie met twee standaarden. En technologisch superieure oplossingen kunnen het onderspit delven tegen standaarden met een voorsprong op de markt.

Meer voorbeelden van netwerkexternaliteiten staan in Brian Arthur’s bekende boek. Belangrijk kenmerk is de padafhankelijkheid, het idee dat toevallige ontwikkelingen de beslissing voor een standaard kunnen beïnvloeden en uiteindelijk een proces op gang brengen waarin één standaard beslissend uitloopt op de andere.

Iets dergelijks lijkt nu gebeurd in de keuze voor een nieuwe DVD-standaard, waar de keuze gaat tussen Blu-ray en HD DVD. Na de beslissing van een filmstudio om wel op de één, niet op het andere formaat uit te brengen lijkt Blu-ray het te gaan winnen. De verkopen van HD DVD units kelderden meteen. Dat er eindelijk een keuze is, is goed voor de consument. Maar het is zeker geen teken dat Blu-ray technologisch superieur is.

Meer presidentsverkiezingen

En in het verlengde van het bericht van gisteren kunt u op deze pagina tot en met november zien de meest actuele door de markt ingeschatte kansen (in procenten) dat een Democraat dan wel een Republikein uiteindelijk met het presidentschap gaat strijken. Of misschien wel nog iemand anders. Opnieuw via Intrade.
Lees verder “Meer presidentsverkiezingen”

Presidentsverkiezingen

De Nederlandse media vallen nu al over elkaar heen met berichtgeving over de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Wij kunnen niet achterblijven. Uiteraard volgen wij niet de opiniepolls, maar de voorspelmarkten. Vanaf nu vindt u op deze pagina de kansen (letterlijk; in procenten) van de belangrijkste kandidaten op de nominatie van hun partij. Als het goed is worden de grafiekjes elke dag volautomatisch geupdate, aan de hand van de laatste slotkoersen op Intrade. Een verstandig lezer bookmarkt dus deze pagina, en kijkt iedere dag! Lees verder “Presidentsverkiezingen”

De Jopie 2007!!

Gelukkig nieuwjaar! Trouwe lezertjes weten inmiddels dat wij het jaar traditiegetrouw afsluiten met de feestelijke uitreiking van de Jopie Award, een prijs die gaat naar uitspraken, voorstellen en soortgelijke media-uitingen die getuigen van Groot Economisch Onbenul, of waar uw redactie het anderszins grondig mee oneens is. Trouwe lezertjes van het eerste uur kennen ook de oorsprong van de Jopie. De eerste award ging in 2005 naar de Vereniging Eigen Huis, die de mogelijkheid van een belastingvrije gift van 250,000 euro van ouders aan kinderen voorstelde, mits de kinderen daarmee starten op de woningmarkt. Inmiddels is de VEH tot inkeer gekomen en begrijpt de vereniging ook dat het op een dergelijke manier sleutelen aan de woningmarkt alleen maar averechts werkt. Vorig jaar ging de prijs naar Minister Joop Wijn, voor zijn Verzamelde Werk. Inmiddels is de man geen minister meer. U merkt het: de invloed van een Jopie valt nauwelijks te onderschatten.

Genoeg gepraat. Tijd voor de nominaties. Lees verder “De Jopie 2007!!”

Verwarmde terrassen, externe effecten

Is het erg dat alles in Nederland later gebeurt dan elders in de wereld? Soms wel, maar het heeft zijn voordelen. Dit initiatief van GroenLinks om verwarmde terrassen in Utrecht te verbieden (in verband met de uitstoot van broeikasgassen-nou ja) komt zo’n twee en een halve maand nadat hetzelfde geval in Engeland speelde.  Mooi, want dan hoef ik hier niet te verhalen over de inefficiëntie van een verbod vergeleken met een corrigerende Pigou-belasting: er is namelijk al een Engelsman die deze sterke argumenten in heeft zitten typen. Vertaalt u het zelf even?

Zomerhuisje

Mijn ouders bezitten een zomerhuisje dat ze soms zelf gebruiken, soms verhuren. Aangenomen dat de huurprijs vastligt (volledige mededinging) is de relevante marge het aantal dagen dat ze er zelf gebruik van maken. Zelf bewonen levert positief, maar afnemend marginaal nut.

Zegt mijn moeder gisteren: we gaan het huisje dit jaar meer verhuren, want er moet een nieuw dak op. U begrijpt: de extra huurinkomsten worden gebruikt om de verbouwing te betalen.

Meer verhuren kan optimaal zijn. In het huidige evenwicht is het marginale nut van de overige consumptie die kan worden verkregen voor het bedrag van een week huur gelijk aan het marginaal nut van van een week bewonen. Een nieuw dak brengt daar geen verandering in (het oude lekt niet). Voor zover de kosten ervan het besteedbare inkomen verlagen (en leiden tot een hoger marginaal nut van consumptie) zou je inderdaad verwachten dat het huisje minder bewoond en meer verhuurd wordt.

Maar ik heb zo’n gevoel dat de grootte van dit effect eerder in de uren dan in de weken ligt. Bovendien kan het niet optimaal zijn om tijdelijk meer te verhuren. Wat zit hierachter? Beperkte liquiditeit? Schaalopbrengsten in de verhuur? Of… irrationaliteit? En is dat erfelijk?