Club PAM

Vaste lezers zagen de afgelopen dagen de grafiek van de politieke aandelenmarkt vreemde sprongen maken. Om twaalf uur vanmiddag stond hij erbij zoals hieronder.

De koers van de VVD had op dat moment bijna de 70 bereikt, de PvdA hing rond de 18.  Alles kan, maar het lijkt waarschijnlijk dat er door deelnemers niet echt gespeculeerd werd op een historische politieke ommezwaai. De koers van je favoriete partij opjagen is ook leuk, vooral als het geen echt geld kost.

Want dat is natuurlijk de Achilleshiel van deze onderneming: iedereen die zich inschrijft krijgt een gratis kapitaal, dat naar hartelust gebruikt kan worden.  Zoals ik eerder deze week al schreef voldoet de markt eigenlijk niet aan de basisvoorwaarden, omdat er geen harde financiële prikkel aanwezig is.

Wat nu? Tot ons behoorlijke chagrijn moeten we afstappen van het principe van vrije toetreding en hebben we de politieke aandelenmarkt semi-besloten gemaakt. Zomaar inschrijven bij Inkling en dan de gratis dollars verbrassen kan niet meer, u moet eerst langs de ballotage. Mensen die mee willen doen sturen een mailtje naar eco@nomie.nl met hun volledige naam, e-mail adres en Inkling-gebruikersnaam. Daarna krijgen ze toegang tot de markt. Wie al actief was heeft automatisch toegang.

Angus Maddison

Vanuit Groningen en Parijs bereikt ons het bericht dat Angus Maddison is overleden. De Brit, die vanaf 1978 professor aan de RuG was, speelde een grote rol in het verzamelen en standaardiseren van productie- en productiviteitsstatistieken. In zijn werk stelde hij vast hoe economieën er in het verleden uitzagen. Dat soort gegevens is onontbeerlijk voor economen die proberen te begrijpen wat er sindsdien is gebeurd. Een direct resultaat van zijn aanstelling in Groningen was het ontstaan van het GGDC, een internationaal vermaard centrum dat Maddison’s werk voortzet.

Maar iedereen die ik vandaag over Maddison sprak begon over hetzelfde detail: de enorme, futuristische, witte gymschoenen waarop de professor zich door de gangen van het WSN gebouw verplaatste. Zoals wel vaker storen de echt invloedrijke mensen zich niet al teveel aan hun voorkomen. Collega’s in een strak pak keken hem benijdend na.

Maddison’s laatste boek verscheen een dikke twee jaar geleden en heeft de karakteristieke titel Chinese Economic Performance in the Long Run, 960-2030 AD.

Esther Duflo

Na de week van de slechte Franse econoom is het nu de beurt aan de goede Franse econoom. Esther Duflo won dit weekend de JBC medaille van de AEA [eerder hier en hier, de prijs is sinds kort jaarlijks in plaats van tweejaarlijks]. Belangrijkste bijdrage is het gebruik van experimenten in de ontwikkelingseconomie. Dat leidt tot onorthodoxe methoden, bijvoorbeeld [pdf]:

a teacher’s daily attendance was verified through photographs with time and date stamps, and his salary was made a non-linear function of his attendance

En u dacht dat uw arbeidscontract ingewikkeld was.

Wehkamp

De opkomst van de smartphone leidt tot allerlei nieuwe mogelijkheden voor concurrentie. Wehkamp komt met een wel heel intrigerende: wie de applicatie W.APP installeert, krijgt de komende dagen 10% korting, maar alleen als hij zich bevindt in de winkel van een concurrent. Via GPS software is dat eenvoudig te achterhalen.

Of het verstandig is, is een ander verhaal. Sommige mensen zijn al bij de concurrent om daar een aanschaf te doen. Als zij door de 10% extra korting worden overgehaald, is dat winst voor Wehkamp. Maar anderen waren al van plan bij Wehkamp te kopen en zullen juist naar een concurrerende winkel gaan om zo de 10% extra korting te pakken. Als ze daar eenmaal zijn, besluiten ze misschien wel om toch maar in die winkel te kopen. En dat is slecht nieuws voor Wehkamp, die zo toch een beetje de kat op het spek bindt.

De dader van de crisis

Willekeurige rampspoed is moeilijk te verteren. Duinlandschap dat in zomaar in brand vliegt, daar wordt een mens onrustig van. Zoiets is beter te begrijpen als er een brandstichter aan het werk is geweest. Idem de kredietcrisis. Dat financiële markten zomaar in elkaar storten, daar houden we niet van. Zoiets moet onderzocht, de schuldige moet worden gevonden. Groot is dan ook de opluchting nu we, na geruime tijd, alsnog de dader kunnen aanwijzen. Goldman Sachs heeft het gedaan, en wij zijn het slachtoffer.

Onzin natuurlijk. De kredietcrisis is een complex probleem waar zinsbegoocheling, arrogantie en fundamentele onzekerheid een rol in spelen. Zonder de trucs van Goldman was het ook wel misgelopen. Toch is het niet uitgesloten dat deze zaak de geschiedenis ingaat als de oorzaak van de crisis, want (als het waar is) dan klopt het geweldig met het heersende idee: bankiers, gedreven door bonussen, verkochten willens en wetens slechte producten om zelf rijk te worden. De toxic assets die daarbij vrijkwamen maakten de crisis erger.

Wie precies wil weten hoe de fraude werkte en een half uurtje vrij heeft, die luistert hier naar (of leest hier) de uitstekende uitleg op de Amerikaanse radio. Andere spelers, zelfde concept. De makers leggen hier de link met Goldman. In het kort: de fraude draait om het gebruik van Credit Default Swaps, CDSen. Verzekeringen die betalen als een belegging in waarde daalt. Het maffe van de CDS is dat je de belegging niet hoeft te hebben om er toch een verzekering op te kopen. Een beetje alsof je een brandverzekering afsluit op het huis van je buurman. Als dat huis daadwerkelijk afbrandt, verdien je eraan.

Het is niet moeilijk om te zien dat een CDS uitnodigt tot financiële pyromanie. Willem Buiter schreef er vorig jaar al een kwaad stuk over. In dit geval werd een speciaal fonds opgezet dat zo zwak was, dat het wel fout moest gaan. Goldman deed dat samen met een belegger, die vervolgens (zegt de SEC) flink in de CDSen ging. Argeloze kopers (ABN incluis) wisten van niets. Toen de crisis kwam liep de belegger binnen (Goldman niet, maar de bankiers kregen voor de deal persoonlijk wel een bonus).

Daarmee is het niet zo dat het geld van ABN naar de boeven is gegaan, zoals de Volkskrant suggereert. Het ingelegde geld zorgde voor extra hypotheken die nooit gemaakt hadden mogen worden, en de ontvangers daarvan kochten een te duur huis. Toen de huizenprijzen instortten was dat geld gewoon weg. De boeven claimden daarop hun verzekering, bijvoorbeeld bij AIG, en werden indirect met belastinggeld betaald.

H-woord-effect?

Het politieke debat over beperking van de hypotheekrenteaftrek heeft de woningmarkt geen goed gedaan.

zo meldt de Volkskrant. En waar zou dat dan uit blijken?

Het aantal afgesloten hypotheken is de eerste twee maanden van dit jaar gedaald met 11 procent ten opzichte van een jaar geleden.

Een hypotheek afsluiten is een langdurige geschiedenis: tussen het moment dat je een huis besluit te kopen en daadwerkelijk bij de notaris zit om de hypotheek af te sluiten zit al snel een maand of 1 tot 2. Wie in de eerste twee maanden van dit jaar een hypotheek afsluit heeft dus pakweg in de laatste twee maanden van 2009 die beslissing al genomen. En dat terwijl Google Trends laat zien dat het debat eigenlijk pas in de loop van maart dit jaar losbarstte:

Hwoord 

De conclusie van de Volkskrant is dus op z’n zachtst gezegd nogal voorbarig.

De elektrische spijkerbroek

Welke econoom zei ook alweer dat het geven van een verjaardagscadeau een verspillende transactie is? Op mijn zeer gezellige borrel (waarvoor ik overigens, ook al zo oneconomisch, geen toegang geheven heb) kreeg ik een exemplaar van Mathijs Boumans columnbundel De elektrische spijkerbroek. “Is dit niet te simpel?” vroeg de gulle gever, maar dat viel uiteraard mee. Ik lees tenslotte ook niet de hele dag in Econometrica.

Een bundel van eerder verschenen columns is natuurlijk een opportunistische vorm van boek, maar slecht hoeven ze niet te zijn. In mijn – op onderwerp georganiseerde – boekenkast was er nog een plekje vrij naast Wie heeft er gelijk, een twintig jaar oudere bundel van columns van Jan Pen. De boeken zijn exact even dik, maar binnenin zie je wat er in twee decennia gebeurd is: in het boek van Pen staat de helft van het aantal artikelen. En waar Pen eens in de zoveel tijd een bedachtzaam stuk schreef voor het Parool, komt de collectie van Bouman uit zes verschillende tijdschriften en websites. Het zijn stukjes voor haastige mensen, makkelijk te lezen tussen twee telefoongesprekken.

Bouman is dan ook niet de huidige Jan Pen, maar meer de Nederlandse Tim Harford. Iemand die genoeg van economie weet om de vaktijdschriften te lezen, en voor de rest van Nederland de interessante inzichten eruit vist. Die truuk kun je op twee manieren uithalen: de makkelijkste manier is om uit empirisch onderzoek een resultaat te prikken en dat presenteren als baanbrekend. Beter en leuker is het om de werkomgeving die voor veel economen dagelijkse kost is (perfecte concurrentie, werkende markten) aan het publiek te tonen voor het revolutionaire wereldbeeld dat het werkelijk is. Bij die stukken is Bouman op zijn best: zijn pleidooi voor de werkende markt (“Te belangrijk”, hier voor abonnees van de Groene) is even simpel als geniaal, een lijst met dingen die té belangrijk zijn om aan de markt over te laten.

Zo zitten er meer pareltjes tussen, waarvan ik durf te hopen dat ook niet-vakgenoten ze leuk vinden. Of het boek z’n geld waard was weet ik uiteraard niet, maar de tijd ermee was goed besteed.

De anti-woekerwet

We maakten ons in de rechterkolom van deze site al vrolijk over het idee, maar de Tweede Kamer heeft inderdaad ingestemd met een wetsvoorstel dat het doorverkopen van kaartjes door professionele handelaren aan banden legt. En hoewel we al vaak [1,2,3,4] over het onderwerp schreven, doen we het gewoon nog een keer. Hoe kunnen we ook anders: dit is zo’n beetje de kern van de economie, de verdeling van schaarse middelen, en de wet is een onding.

Zwarthandelaren, u weet het, verkopen een kaartje door voor een hogere prijs. Er zijn twee interessante kwesties die hier mee te maken hebben. Kwestie één is de vraag waarom de organisator van het evenement de prijs van het kaartje te laag heeft vastgesteld. Bij de juiste prijs is er voor een zwarthandelaar immers niets te verdienen. Ik kan drie redenen bedenken:

  1. Onderschatting van de vraag. Het is lastig van tevoren de populariteit van, zeg, een concert in te schatten. Soms gaat het mis.
  2. De organisator hecht belang aan de “toegankelijkheid voor breed publiek”.
  3. De organisator hecht belang aan de status van “uitverkocht”.

In alle gevallen zijn er meer vragers dan kaartjes en moeten de schaarse kaartjes worden verdeeld. De tweede kwestie is wat het alternatieve mechanisme daarvoor is.  Verdeling kan op basis van criteria als snelheid, handigheid, geduld of geluk.  Zie bijvoorbeeld de voetbalkaartjes of de bekende rij voor de deur. Zwarthandelaren gebruiken dit alternatieve mechanisme om de markt weer terug te brengen: zij kopen de kaartjes op en verdelen ze op basis van (een hogere) prijs, en pikken zo de winst in die de organisatie ook had kunnen maken.

Opstellers van de wet zeggen over hun dat laatste:

Hiervan wordt de consument de dupe. Het wetsvoorstel gaat onredelijke prijsverhogingen tegen, zodat we de consument de toegang tot culturele- en sportevenementen tegen een redelijke prijs kunnen garanderen.

Maar dat is onzin. De wet zorgt niet voor extra plaatsen op de tribune, dus “garanderen” dat het publiek een uitverkocht evenement in mag kan niet. En wat die redelijke prijs betreft, het klopt dat de prijs in geld gelimiteerd is. Maar het alternatieve mechanisme vraagt wel een prijs in termen van tijd of geduld. Het enige effect van de wet, als die werkt zoals beoogd, is dat kaartjes terechtkomen bij een andere groep mensen, met minder geld en meer tijd en geduld.

De pest is dat de wet natuurlijk niet werkt als beoogd. Zwarthandelaren gebruiken het alternatieve verdelingsmechanisme als een vorm van productie: ze zetten hun tijd, handigheid en geduld om in geld. Die productie kan gewoon door blijven gaan zolang de zwarte handel creatief omspringt met het aanbod. De kaartjes kunnen bijvoorbeeld worden verkocht in een arrangement inclusief diner. Of overnachting. Zo is nooit na te gaan welke opslag er op het kaartje zit. Een alternatief is dat de handel ondergronds gaat, bijvoorbeeld door de kaartjes contant bij de deur aan te bieden. Door de toegenomen onzekerheid wordt iedereen hier slechter van.

Gary Becker en de Christenunie

Volgens Gary Becker zal een verkeersovertreder een afweging maken tussen de verwachte opbrengst (te hard rijden is leuk) en de verwachte boete (pakkans maal hoogte van de boete). We hadden het er eerder over. De consequentie is dat, wil je verkeersovertredingen voorkomen, je degene die er meer voor over heeft om hard te rijden een hogere boete moet geven. Vaak zal dat degene zijn met een hoger inkomen.

Vanuit die optiek is het een uitstekend idee dat de Christenunie de afgelopen week lanceerde, om de hoogte van de boete te koppelen aan het inkomen van de overtreder. Uniek is het niet: in Zwitserland kreeg een miljonair eerder dit jaar een verkeersboete van omgerekend 290.000 dollar. Volgens Greg Mankiw is dat verdedigbaar.