De speelgoedgids

Het nageslacht verlekkert zich aan de glanzende pagina's

Gisteren, op 19 september, viel hij op de mat: de eerste speelgoedgids van het seizoen, meer dan 200 pagina’s dik, tweeënhalve maand voor Sinterklaas. De kinderen zijn al druk aan het aanstrepen.

Wat is het optimale tijdstip om dit telefoonboek door de bus te doen? Te ver voor 5 december en de gids is kwijt, of versleten, voordat de Sint zijn inkopen doet. Te kort ervoor en de winkelier mist de boot. Omdat de cadeau’s al ingeslagen zijn, of omdat de gids van de concurrent al is gebruikt om de wensenlijst op te stellen.

Ik kan me niet anders voorstellen dan dat de laatste overweging voor de producent van dit boekwerk het belangrijkst is geweest. Wie als eerste door de brievenbus is, wint de slag. Maar we moeten nog maar zien of het inderdaad zo uitpakt: vanochtend lag de gids alweer in de hoek, en onze Sinterklaas gaat nog laaang geen boodschappen doen.

Commons, internet en hondenpoep

Het is een bekend probleem. Als meerdere mensen in dezelfde vijver vissen, zal ieder de neiging hebben om meer op te vissen dan maatschappelijk verantwoord is. Inderdaad, de tragedy of the commons. Volgens hardcore economen gaat het helemaal mis en is de vijver binnen de kortste keren leeggevist. Elinor Ostrom deed onderzoek naar wanneer het allemaal nog meevalt en kreeg daarvoor vorige jaar de Nobelprijs. Dat het probleem nog steeds actueel is bleek de afgelopen week.

Gevalletje 1, en al eerder in onze rechter kolom:  aanbieders van mobiel internet leveren dat voor een zacht prijsje, er van uitgaand dat gebruikers zich heus wel zullen beheersen. Dom natuurlijk.

Gevalletje 2: in de Groningse gemeente Thesinge krijgen alle hondenbezitters hun hondenbelasting terug, mits de collectieve hondenpoepoverlast aantoonbaar afneemt. En verdraaid, het lijkt te werken. Zie ook de berichtgeving van de gemeente zelf.

Een lager BTW-tarief

Het regent zo hard dat ik nog even teruggrijp op mijn vakantiefoto’s. In het zonnige Frankrijk zag ik deze zomer op menig menukaart de volgende aanduiding:

Dit product profiteert van de gehele BTW verlaging

Zelfs op vakantie wil de econoom daar graag het fijne van weten. Thuis vond ik de verklaring (oefen uw Frans) op deze website: de restaurants vallen sinds een jaar onder het lage BTW-tarief. Voor de meeste beleidsmakers houdt het daar zo’n beetje op; je wacht of de prijzen meezakken met de lagere belasting en hoopt dat de vraag dan stijgt en de werkgelegenheid toeneemt. Als er genoeg concurrentie is dan gebeurt dit alles vanzelf.

Maar dat was de Fransen kennelijk niet genoeg. Restauranthouders werden via de branche-organisatie overgehaald  om “vrijwillig” de gehele verlaging van het tarief door te rekenen op tenminste zeven producten uit een lijst van tien. Na deze minimale inspanning (zie de rest van de menukaart voor een indruk) mag een logo worden getoond en kan de toorn van de consument worden afgewend.

Schudden van het lachen, natuurlijk, vooral om die lijst met tien producten en het idee dat er contrôleurs rondlopen die dit alles gaan observeren. Wat vertrouwen in de vrije prijsvorming zou niet gek zijn. Tegelijkertijd kan ik mij de zorgen wel voorstellen: vaak gaat bij dit soort dingen in ieder geval het gerucht dat ondernemers elk voordeel onmiddellijk in de eigen zak steken. Zou dat hier anders ook gebeuren?

Alsof ik nog in de horeca was werd ik een paar dagen geleden op mijn wenken bediend: een vriendelijke Fin presenteerde dit onderzoek [pdf] naar de effecten van een lagere BTW op kappers in Finland. Geen verdere ingrepen en zie, de prijsvorming werkt redelijk: de kappers rekenden vanzelf rond de 50% van de verlaging door in de prijs. Zorgelijk is dat de (netto) omzet eigenlijk niet reageert. De belastingverlaging wordt gedeeld door de burger en de winkelier, maar extra banen komen er niet bij. Althans, niet bij de kappers.

[Eerder over de Franse interventiedrift.]

Volleybal en speltheorie

Fascinerend artikel in de sportbijlage van de Volkskrant afgelopen zaterdag over het Nederlands volleybalteam en, vooral, de wetenschap daarachter [helaas niet online]. Zo blijkt dat voor de gemiddelde international tegenwoordig een cursus speltheorie geen overbodige luxe is. Ga er vooral goed voor zitten:

‘Ik ben ervan overtuigd’, zei middenaanvaller Wytze Kooistra vorige week woensdag [?¦], ‘dat we beter weten hoe de Esten spelen dan de Esten zelf [?¦] Als Estland zou weten hoe het speelt, zouden ze niet zo voorspelbaar spelen. Wij zijn trouwens ook niet altijd onvoorspelbaar, maar ik denk niet dat zij dat weten. Want daar heb je een goede scout voor nodig. En als zij een goede scout hadden, zouden ze niet zo spelen zoals ze spelen.’

Ik bedoel maar. Even verderop wordt het nog interessanter, als wordt besproken hoe er verdedigd moet worden:

Als blijkt dat ze [?¦] meestal over rechts gaan, zet je alvast een stapje naar rechts’. Dit is een zogenaamd commit block. Je committeert je immers aan de informatie die je hebt gekregen. Het probleem met de commit blocks is dat de tegenstander waarschijnlijk weet dat jij weet wat zij meestal doen. ‘Klopt’, zegt Kooistra. ‘Maar je blijft dan toch gewoon die kant op gaan. Alleen niet te snel, want dan kan een goede spelverdeler het uit zijn ooghoeken zien. Je moet een beetje spelen met je kennis, een stapje naar de andere kant zetten, en dan toch weer terugkomen. Maar als hij hem dan toch de andere kant opspeelt, is dat zijn verdienste.’ Zo nu en dan komt het dus voor dat een tegenstander tegen een ‘nulblok’ staat – tegen niemand dus. ‘Dat ziet er dan dom uit, maar het is juist het gevolg van een gedegen analyse.’ Volleybal lijkt zo bezien een bizar speltheoretisch experiment. ‘Het wordt een beetje: wat denk ik dat hij denkt dat ik denk wat hij denkt dat ik doe.’

De echte speltheoreticus ziet nu natuurlijk waar het misgaat: het kan nooit een evenwicht kan zijn om altijd ‘gewoon naar rechts te gaan’, want dan slaat de aanvallende ploeg altijd naar links. Wie verstandig is, speelt gemengde strategieen, soms naar rechts, soms naar links, zo willekeurig mogelijk, maar met kansen die afhangen van hoe goed de aanvallende partij beide kanten opspeelt. Daar is serieus onderzoek naar gedaan, in de context van penalties [pdf] en opslagen bij tennis [pdf].

Overigens ging de beslissende tweede wedstrijd van Onze Jongens tegen Estland jammerlijk verloren.

Een goed halfjaar

In een opmerkelijk stukje technische analyse heeft (nota bene) het CBS berekend dat aandelen in Nederland beter renderen in de eerste helft van het jaar. Het bewijs: van de zes decennia met data is in vijf gevallen “het koersrendement in het eerste halfjaar substantieel hoger dan in het tweede halfjaar”.

Dat kan haast geen toeval zijn. Of misschien toch? Als het meest renderende halfjaar willekeurig wordt bepaald met kans 1/2 dan is de waarschijnlijkheid van deze gebeurtenis, even rekenen, 9,4%. Niet echt significant weinig, en dat is eigenlijk wel opmerkelijk omdat de Amerikaanse aandelenmarkten tijdens de periode van analyse een heus Januari-effect kenden. Zoals dat gaat is ook die regelmatigheid inmiddels bezweken aan zijn bekendheid [pdf].

Liegen tegen de klant

Heeft u ook GPS-navigatie in uw auto? Die van mij geeft aan hoe snel de auto rijdt, en dat blijkt tegen te vallen. Gemiddeld is het zo’n 10% minder dan de snelheidsmeter van de auto zelf denkt. Toeval misschien, maar ik geloof er niets van. Autofabrikanten hebben er baat bij dat de klant denkt dat de auto hard rijdt, snel optrekt, want hoe harder de klant denkt dat hij gaat, hoe tevredener hij is. En dat hij bij “130 km/h” toch geen boete krijgt is helemaal mooi. Verbeelding is onderdeel van het geleverde product.

Van auto’s kan ik het nog niet bewijzen, maar een vergelijkbaar geval komt aan het licht als deze verslaggever van Esquire de broekmaten in modezaken na gaat meten. Een broek van “36 inch” blijkt rustig uit te kunnen lopen naar 41 inch. En why not? Klant blij, verkoper blij. Het product blijkt meer dan een lapje stof, de winkel verkoopt verbeelding. En daar is altijd vraag naar.

Voetbal!

Ik heb een collega die na jaren in de VS weer in Nederland werkt en die maar over één ding klaagt: tijdens de lunch ouwehoeren die Nederlandse economen constant over voetbal. En het klopt, hoor. Vorige week op congres in Zweden (vandaar het intermezzo hier, excuses) nam ik plaats aan de Nederlandse tafel en hup, daar werd het resultaat van Ajax alweer besproken. Gelukkig was het niveau van de conversatie hoog en later op de avond hoorde ik nog een fraai staaltje analyse.

Het was niet helemaal spontaan, want ik zat te praten met Loek Groot die er een heel boek over geschreven heeft, maar toch. Zijn stelling is dat de rol van het geluk in het voetbal (scheidsrechterlijke dwaling, balletje net onder de keeper door etc.) essentieel is in het handhaven van een precair evenwicht. Door geluk, en het doorgaans kleine verschil in goals, kan een slechtere ploeg toch winnen.

En dat is belangrijk, want als de beste ploeg altijd wint komt er een dynamiek op gang die de rijke ploegen nog rijker maakt, waardoor ze nog beter worden, tot er niets meer aan is. Bij sporten met cameratoezicht of een groot verschil in score dreigt dit gevaar en moeten allerlei lapmiddelen worden ingezet om de boel weer recht te trekken. Verrassende conclusie: laat de scheidsrechters maar lekker dwalen en maak de goals vooral niet groter, want anders houden we geen competitie meer over.

Later die week besprak ik deze theorie met een gekende expert op het gebied van voetbal (mijn vader, die sinds zijn pensioen wel erg veel eredivisie live kijkt) die het probleem onmiddellijk onderkende. Hij stelde voor om periodetitels in de eredivisie te introduceren. Op die manier valt er met wat geluk nog meer te halen.

[Eerder over Loek Groot. Overigens bleken zijn ideeën onafhankelijk te zijn ontwikkeld in de Donald Duck.]

De pensioenen gekort

Voor het eerst in de geschiedenis zullen enkele Nederlandse pensioenfondsen gaan korten op hun uitkeringen. Anderhalf jaar geleden riep Roel Beetsma nog op om hier zo lang mogelijk mee te wachten, ondermeer vanwege de

grote kans dat afstempelen niet nodig is omdat de buffers zich vanzelf herstellen als de aandelenmarkten weer omhooggaan.

Sinsdien zijn de beursen inderdaad weer flink gestegen maar tegelijkertijd is de rente verder weggezakt en nam de levensverwachting toe. Per saldo staan veel pensioenfondsen er nog steeds slecht voor: hun vermogen is te klein als het wordt afgezet tegen de verwachte kosten van de toegezegde pensioenen (waarin de rente en de levensverwachting een rol spelen). Wachten of het vermogen alsnog gaat stijgen mag nu niet meer, de uitkeringen moeten omlaag.

Veel mensen hebben het idee dat pensioenfondsen bestaan om gepensioneerden een vaste uitkering te garanderen. Dat is dus niet waar. Wat doen ze dan wel? Lees verder “De pensioenen gekort”

De particuliere huurmarkt

Na de markt voor koophuizen zakt de vraag ook op de huurmarkt in. Er staan particuliere huurhuizen leeg, er worden verkooptrucs verzonnen en uiteraard begint de huurprijs voor de leegstaande panden te dalen. Een goede zaak, want zo zullen vraag en aanbod snel weer aan elkaar gelijk zijn.

Maar dat is buiten de voorzitter van de woonbond gerekend. Als nieuwe bewoners een lagere huur krijgen, dan betalen ze namelijk minder dan hun buren. En dat is niet eerlijk, aldus de voorzitter: “daarmee ontstaat er wel een onterecht verschil tussen bestaande en nieuwe huurders”.

Het is toch elke keer weer schrikken, zo’n belangenbehartiger die pal staat voor leegstaande woningen. Want als alle prijzen verplicht mee moeten naar het niveau van de laatste huurder, dan blijft die leegstand er nog wel even. Wat bovendien helemaal funest is voor voor het aanbod is het hanteren van prijsplafonds en het achteraf herzien van contracten ten nadele van de verhuurder. Iets dat we eigenlijk bekend mogen veronderstellen, aangezien er in het nieuws jaarlijks aandacht aan wordt besteed.

De voorzitter van de woonbond behartigt op deze manier de belangen van de zittende huurders ten koste van de woningzoekenden. Een klassiek insider-outsider probleem, dat we ook kennen op de arbeidsmarkt. En zoals vrijwel altijd is het belangrijk de juist outsider te beschermen.

De VVD en de Anti-Pigou Club

Vaak zijn belastingen verstorend. Maar soms zijn ze welvaartsverhogend: als er een belasting wordt geheven op goederen met negatieve externe effecten dan wordt er minder van geconsumeerd zodat we dichter bij het maatschappelijk optimum komen. En ze leveren nog geld op ook. Wat wil een mens nog meer. Een belasting op vervuiling is er zo eentje. Of een kilometerheffing. In vaktermen staan ze bekend als Pigou belastingen, we schreven er eerder over.

Greg Mankiw houdt op zijn weblog zelfs het ledenbestand bij van de Pigou Club: iedereen die zich in de VS uitspreekt voor belastingen die een marktverstoring corrigeren, wordt automatisch lid.

In Nederland zal die club toch ook leden hebben? De VVD misschien, toch de partij die er prat op gaat zo economisch verantwoord te zijn? Vergeet het maar.  Tweede Kamerlid Anne Mulder laat er vandaag in het AD geen enkele twijfel over bestaan:

Mulder is sowieso tegen belastingen die goed gedrag, zoals rijden in een schonere auto, moeten belonen. ‘Levensgevaarlijk’ noemt ze dat in de krant [sic]. "Belastingen zijn er niet om gedrag te veranderen maar om geld binnen te halen.”

[dank aan Eelco]

Update: Mathijs Bouman is ook met stomheid geslagen door de domheid van deze VVD-er: http://blogs.z24.nl/boumans_blog/2010/08/domste-opmerking-van-de-week-komt-van-de-vvd.html